Zaterdag 12 januari slapen we lekker uit. We worden allemaal pas om kwart voor negen wakker. Er is natuurlijk ook helemaal niemand in de buurt en we besluiten eerst nog even naar het strand te gaan. Carine en Jesper proberen te vliegeren en ik duik even het water in. Het is best fris en er staan flinke golven. Dat samen met de stroming, maakt het zwemmen niet makkelijk. Er staat te weinig wind voor Jesper’s vlieger en al vrij snel vluchten we naar de camper terug. De steekvliegen en muggen blijven maar komen. Op een gegeven moment heb ik zelf 10 vliegen op een been zitten. Gelukkig jeuken de bulten niet.
We gaan weer verder op weg naar Wilson Promontory. Ik bel voor de derde dag naar het centrum van de nationale parken. We krijgen steeds te horen dat alles vol is, maar de man bij het visitors centre in Sale gaf aan dat hij dacht dat er voor buitenlanders sommige plaatsen vrij gehouden werden. Dit werd tijdens mijn telefoontje inderdaad bevestigd. Deze plaatsen zijn alleen niet te boeken. Nadat ik was doorverbonden met het park zelf, kreeg ik te horen dat ze vandaag vol zaten, maar er morgen mensen weggingen. We konden niets vast zetten, maar als we vroeg waren, was er een kans dat we plek zouden hebben. We gaan het er maar op wagen.
Via Yarra en Foster rijden we naar Yanaki. Dit is het laatste gehucht voor Wilson en wij krijgen de laatste plaats op de camping. Het is op de parkeerplaats, maar wel met stroom. Om 15:00 staan we gewoon al voor de nacht. Dat hebben we de laatste 2 maanden niet meer meegemaakt! We zwemmen wat, luieren wat, de kinderen spelen wat en we gaan lekker barbecueën op de zoveelste gemeenschappelijke bbq. We raken aan de praat met twee ruige mannen die met aardig wat drank op ook willen barbecueën. Dat geeft hier natuurlijk geen enkel probleem. Op mijn vraag wat nu het beste lokale biertje is, trekken ze een van hun biertjes open en mag ik die leegdrinken. Ik moet zeggen dat de Brewers Pilsener van Grand Ridge Brewery inderdaad erg lekker is. Het kan natuurlijk niet tippen aan de Belgische bieren, maar voor een pils smaakt hij erg goed. De mannen zelf gaan na het eten (en drinken) nog even naar het Nationale Park. Dan sparen ze namelijk $10, - toegang uit. Als ze niet al gedronken zouden hebben, zouden we hebben kunnen vragen om mee te gaan. Op het moment dat ik dit aan het schrijven ben, springen er voor ons raam 2 kangoeroes langs. Wat blijft die natuur hier toch indrukwekkend. Als het donker is gaan Carine en ik nog even de weg op om Wombats te zoeken. We nemen de babyfoon en twee zaklampen mee. Dit is op de trip pas de tweede keer dat we de babyfoon gebruiken en de eerste keer (in de Doubtful Sound) werkte hij niet eens. Buiten een erg stinkende dode wombat komen we niets tegen en uiteindelijk liggen we nog niet vroeg op bed.
Om 07:00 loopt de wekker en met een zeer tegendraadse Jesper (hij kan niet echt tegen vroeg opstaan), rijden we om 08:00 richting het nationale park. Het waait stevig en het dreigt te gaan regenen als we het park binnen rijden. Tegen de tijd dat we bij het Visitor Centre in Tidal River uitstappen, begint het daadwerkelijk te regenen. Hebben wij weer, zijn we in een van de mooiste parken in zuid Australië en regent het…….. Gelukkig blijken we inderdaad nog te kunnen kiezen uit campingplekken en voor negen uur rijden we alweer het park in om op een vlakte koffie te gaan drinken. In het begin van het park wordt regelmatig wild gezien, dus daar parkeren we de camper. Ik zie al snel een konijn, wat een kangoeroe blijkt te zijn bij het weghoppen. Met de jongens in bed kunnen wij daarna even lekker lezen. We zien nog een paar kangoeroes, maar de 1,5 uur dat wij lezen, lijkt er weinig te gebeuren. We rijden verder een aantal dirtroads op en zien nog een aantal kangoeroes en een mooie egel. We worden best bedreven in het spotten van dieren. Halverwege terug naar de camping gaan we lekker alvast warm eten. Dat maakt de avond wat flexibeler.
’s Avonds worden de meeste dieren wat actiever en kunnen we hopelijk meer zien (lees: kunnen we hopelijk eindelijk een wombat zien!). Langzamerhand is de zon lekker doorgebroken en beginnen we te genieten van het weer. Als we weer gaan rijden zit Sten als eerste in zijn stoel, waarop Jesper zegt: ‘kijk, Sten geeft het goede nadeel’. Ach, en goed nadeel, doet nadelig volgen, toch?! Dus als Jesper ook snel zit rijden we alvast naar de camping. We willen even de campingplaats bekijken en het inparkeren is behoorlijk zweten. Het is weer tussen en onder bomen door manoeuvreren en dat blijft met een 3,2 meter hoge camper best ingewikkeld. We wandelen even langs de Tidal River en splitsen dan op. Jesper is erg moe en eigenlijk zouden we beiden wel graag wat willen wandelen. Carine neemt Sten mee op een stuk lopen en ik ga met Jesper terug, zodat wij Carine weer kunnen oppikken aan het eind van haar wandelstuk. Op weg daar naartoe ligt er een jongen op de weg die met zijn fiets een fikse smak gemaakt heeft. Gelukkig is hij bij kennis en kan hij zeer helder aangeven waar hij pijn heeft. Hij wil alleen blijven liggen tot zijn ouders komen, maar lijkt verder weinig te mankeren.
Wij rijden weer door naar de dirtroad waar we ’s ochtends de kangoeroe en de egel hebben gezien. Ook nu zien we weer een aantal kangoeroes en het biertje met chips smaakt er erg goed. Het is grappig: we hebben ooit tegen Jesper gezegd dat we ergens niet mochten parkeren, omdat de burgemeester dat zo heeft gezegd. Nu vraagt ie steeds als we ergens willen parkeren: ‘mag dat wel van de burgemeester? Of: ’heeft de burgemeester dat gezegd.
Omdat er verder weinig gebeurt, rijden we weer terug naar de vlakte in de hoop daar meer te zien. Op ons gemakje eten we daar een boterham en genieten van alweer kangoeroes. Maar nog steeds geen wombats. Ook na het eten is er nog niets te zien. Ik ga met de jongens even wandelen, terwijl Carine de afwas doet. Als we terugkomen, wenkt ze al voor nieuwe kangoeroes en we zijn nog maar amper in de camper, of ……… we zien onze eerste wombat ooit. Hij loopt maar een klein stukje uit de bosjes, maar het is een echte. Eindelijk, nu kunnen we naar huis ;-) In de ondergaande zon, rijden we langzaam terug naar de camping. Gelukkig hebben we nu de ruime weg naar ons plekje gevonden. We hoeven alleen maar uit te wijken voor de mensen die bij ons in het pad een wombat staan te bekijken. Jawel, gewoon op de camping blijkt het te barsten van de Wombats. Nou goed, dat is onze tweede dan.
Hoe dan ook; Wilson Promontory is inderdaad een indrukwekkend park. Heel mooie natuur en veel dieren. Het overvloedige van die dieren hebben we niet echt ervaren. Wel hebben we genoten van de dieren. De camping valt alleen erg tegen. Het is een grote camping, waar veel mensen alleen maar op een goedkope camping lijken te zijn afgekomen. Overal zijn kleine huisjes gebouwd en auto staan kriskras door elkaar. Het lijkt niet echt een natuur camping.
14 jan.
Opstaan en ontbijten bij Saddle park. Dit is een parkeerterrein onder aan Mount Oberon. De weg er naartoe wordt in de loop van de ochtend afgesloten, omdat er anders teveel auto’s komen. Er rijdt dan een shuttle bus vanuit Tidal River naartoe. Wij zijn zo vroeg dat we nog gewoon zelf verder kunnen rijden. Omdat we beiden (Carine en ik) een andere wandeling willen doen, besluiten we op te splitsen. Ik ga met Sten Mount Oberon op en Carine gaat met Jesper de Lilly Pilly Gully nature walk lopen (ja, ik heb de naam ook niet verzonnen). Het is best vreemd als ik ze kort daarna zie wegrijden. Ik moet 3,4 km bergop lopen en heb na 300 meter eigenlijk al spijt. Het is gewoon een weg naar boven, maar heel erg steil. Daarnaast heb ik Sten op mijn rug en de cameratas op mijn buik. Het is te merken dat ik tegenwoordig geen conditie meer heb. Toch loop ik de berg binnen 45 minuten op en ben best een beetje trots op mijzelf. Het uitzicht is ook alles meer dan waard! Je kijkt uit over het grootste deel van het park met een paar heel mooie baaien. Sten geniet ondertussen van zijn rozijnen en korte tijd zijn we daar helemaal alleen. Helaas niet zo lang, maar dat geeft wel de mogelijkheid een leuke foto van Sten en mij te maken. Vrij snel moeten we alweer naar beneden. En gezellig pratend met een Aussie uit Melbourne die al 3 keer in Nederland is geweest, zijn we zo weer beneden. De mensen beneden zijn natuurlijk erg blij met de steentjes die Sten opraapt en uitdeelt. Hij is overal en altijd stenen aan het rapen. Wat zal dat toch zijn?
Nou, ik (Carine) dan ook even een kort stukje over mijn tocht: Het is inderdaad erg vreemd om dan weg te rijden en 2 mannen achter te laten. We zijn zo intensief samen geweest de laatste tijd. Voor Jesper geldt dat natuurlijk ook, dus als we net de bocht door zijn verzucht hij: ‘zo, wat een rust zonder Sten’.
Het rijden in mijn eentje is ook wel even vreemd. Maar alles gaat goed, Jesper en ik parkeren de camper en gaan aan de wandel. Nou ja: Jesper gaat in de buggy mee. Het is een makkelijke wandeling en Jesper is erg moe. Het eerste stukje valt wat tegen, want dat is wat muller zand, maar verder rijdt het makkelijk. Ik hoop onderweg veel gekleurde vogels te zien, zoals de Lonely Planet beschrijft, maar helaas, we zien we maar 1. Verder is de wandeling wel aardig. We lopen door het bos en komen we uiteindelijk bij het meest zuidelijke stukje tropisch regenwoud. Daar is met planken een wandelroute doorheen gemaakt. Je loopt er opeens tussen de varens door, terwijl je kort ervoor nog door eucalyptusbos liep. Jesper en ik trakteren onszelf op wat appelsap en krentjes en we maken even een foto van elkaar. Jesper moet hard drukken om een foto te maken, waardoor hij iedere keer de camera te laag heeft om mij erop te krijgen. Dan maar wat bukken en uiteindelijk lukt het! Het pauzeren niet al te lang, want bij tropisch regenwoud horen natuurlijk ook muggen. We slaan dus maar weer op de vlucht. Tijdens de hele wandeling komen we maar 1 ander stel tegen. Op de terugweg stoot ik mijn teen nog heel erg (ik krijg een takje tussen mijn tenen wat heel erg zeer doet). Ik heb geen pleisters of ehbo-zet bij me. Suf, helemaal als je alleen aan de wandel gaat. Ik kan gelukkig nog wel doorlopen. Bij de camper puffen Jesper en ik even uit en rijden dan snel weer terug naar de camping om Erwin en Sten op te pikken. Die zijn er nog niet en wij vinden dat we echt een ijsje hebben verdient. Die gaan we dus lekker halen!
Als wij (Sten en Erwin) met de shuttle terug komen in Tidal River worden we al opgewacht door Carine en Jesper. Hun wandeltocht was wat korter en ze waren al even. We besluiten daar maar even snel wat te eten, voordat we de 3 uur naar Phillip Island gaan rijden. We bestellen de ‘Prom’Burger en dat is echt een gigantische burger. Met volle maag en weer een volle dieseltank gaan we op pad. Als we 30 km verder het park uitkomen, is het een vreemde gewaarwording om weer gewone huizen en wegen te zien. Dit park was de stop meer dan waard!
Via binnendoorwegen rijden we op ons gemakje naar het Westen en bij Inverlog gaan we nog een stuk kustroute rijden. Wat hebben ze toch mooie stranden, baaien en blauwe zee in Australië. Je zou eraan gewend kunnen raken. Door alle variatie langs de weg, rijden we al snel de brug naar Phillip Island over. Bij de Visitor Information besluiten we toch ook hier maar naar de blauwe pinguïns te gaan. Gelukkig is het ons nog gelukt een kampeerplek te vinden. Het is hier echt hoogseizoen en de meeste campings hebben geen plaats meer als je niet hebt geboekt. Nadat we even hebben ontspannen op onze kampeerplek in Cowes (en langs een drukke weg), gaan we weer op weg. De weg naar de zeehonden (de grootste groep in Australië) voert al langs de pinguïns. Jammer genoeg kun je vanaf het land de zeehonden niet zien. Het centrum heeft wel wat webcam’s hangen, zodat we toch nog wat kunnen zien. Je kunt ook een boottocht maken, maar dan zijn we het grootste deel van morgen alweer kwijt (en daarbij een hoop geld). We besluiten dus wel genoeg zeehonden te hebben gezien. Om 20:00 rijden we de parkeerplaats bij het pinguïncentrum op. En daar zijn we niet alleen. Met ons hebben nog 1000 mensen het plan om de beestjes te bekijken. Wat een drukte en wat een commercie. Op advies van een ranger gaan we zo ver mogelijk vooraan zitten (verder kan, maar dan hadden we een ‘pinguïn plus’ kaartje moeten kopen. Een kaartje voor de skybox had natuurlijk ook gekund. Dan zit je tenminste warm! Op weg naar de tribunes loopt je al langs alle hollen en daarin zie je diverse beesten broeden. De mannetjes en vrouwtjes lossen elkaar af. De vrije partner gaat dan een dag naar zee om eten te vergaren. Hier komen wel erg veel beesten aan land. We horen later dat er 1400 aan land zijn gekomen. De meeste ervan hebben wij wel gezien. Jesper had het daarentegen veel te druk met de 2 Nederlandse meisjes voor ons op de tribune. Nadat hij zijn schroom had overwonnen, hing hij heel nonchalant over hun schouder en was flink aan het ouwehoeren. De dames waarschuwden ons al voor het moment waarop Jesper 15 wordt! Nadat de meeste pinguïns uit zee waren (en natuurlijk al de meeste mensen weg waren), zijn we rustig aan langs de nesten terug gelopen. Erg leuk. Jesper vroeg zich nog wel af waar nou die echte pinguïns was, degen die kon praten en kon zwaaien??? (bij de ingang liep er namelijk een in een pinguinpak rond en dat vond hij wel erg leuk).
In het donker terug, moest ik nog vol in de remmen voor een overstekende kangoeroe, maar we kwamen erg moe en veilig op de camping weer aan. Natuurlijk was Jesper weer helemaal hyper.
Het voordeel van zo laat naar bed is dat we er laat uitkomen. We worden om 09:00 wakker en gaan al vrij snel op weg voor onze laatste rijdag. Het doel is Melbourne. Het eerste stuk is knap saai, maar zodra we af zijn geslagen naar de Dandenongs wordt het erg mooi. Het is eigenlijke een bergachtige en zeer bosrijke buitenwijk van Melbourne. We eten lekker op Grants Picknick plek. Hier kun je lokale vogels voeren. Je wordt wel gewaarschuwd voor de brutaalheid van de kaketoes. De jongens vinden het erg leuk, en natuurlijk “wel een beetje eng”. Sten snapt nog steeds niet dat hij zijn handen open moet houden en rustig moet blijven staan. Er komt een dag dat hij dat ook door heeft. Onderweg stoppen we in een Rododendrons park. Ook dit is weer een nationaal park, maar het is echt ook een park. Op sommige plekken heb je een mooi uitzicht over The Dividing Range (een bergketen die het zeegebied scheidt van het achterland. Aan een meer heb je kans op Lyre Birds. Een mooie pauw-achtige vogels die alleen in Australië voorkomen. Ik denk er een te hebben zien wegvliegen, maar ja voor het zelfde geld is dat een dwerggeit geweest………. Verder rijdend hebben we nog een paar mooie uitzichten en uiteindelijk hebben we op Mount Dandenong een mooi uitzicht over de laagvlakte en over Melbourne. Het is niet helemaal helder, anders was het echt een fantastisch uitzicht. We zijn amper de berg af, of we rijden echt de stad binnen. Het kost ons ongeveer 1 uur om van het oosten naar het noorden van de stad te rijden. Wat groot.
Ook hier zaten natuurlijk alle campings vol. Niet alleen is het zomervakantie, de Australian Open is ook aan de gang. Gelukkig konden we nog wel een plekje (zonder stroom) krijgen. Bij de camping aangekomen, blijken we alleen niet te passen. Ondanks dat ik onze grootte genoemd had, zijn we ingepland op een klein plekje. Er is dan alleen nog plek in het depot. Een achteraf grasveld dat normaal dienst doet als opslagplaats. Maar, we staan er heerlijk rustig, hebben stroom en betalen aanzienlijk minder dan de andere plaatsen. Wat wil je nog meer als kaaskop. Na het eten nemen we nog een lekkere duik in het zwembad. Het is zo gaaf dat de jongens nu zelf de zwembaden vinden en er echt in willen. Waar zo’n vakantie al niet goed voor is.
Jesper moest natuurlijk oma nog even feliciteren met haar verjaardag. Als de jongens in bed liggen, beginnen wij maar met pakken. Nog maar 2 nachten in Australië. Erg jammer.
Op 16 januari worden we wakker voor ons laatste hele dag in Australië. Na het ontbijt lopen we naar de tram en gaan de stad in. Een dag sightseeing en natuurlijk shoppen. Waarom willen vrouwen dat toch altijd. En dan alleen maar omdat ik een nieuwe hoed wil hebben…..
Melbourne is druk! Onze eerste stop is de hoedenspeciaalzaak. Die heeft alleen mijn hoed niet en verwijst ons door naar een van de vele souvenir zaken. Hij zegt er nog wel even bij, welke hoed ik het beste kopen kan. Daarna gaan we maar snel het weblog een beetje bijwerken en koffie drinken. We hebben tussen Sydney en Melbourne geen enkele keer Wireless Internet gehad. Nu hebben we wat stukken op een memoriestick gezet. Gelukkig is de verbinding heel erg goed en in precies 30 minuten is de weblog weer een beetje meer up-to-date. Via diverse souvenirshops en kledingzaken (we willen ook extra zonwerende zwemkleding voor de jongens hebben) werken we de stad door. We hebben heel wat tramritjes gedaan, waarmee Jesper helemaal blij is. De toeristische cirkeltram vond hij alleen niet leuk!!!!
Het enige dat we niet hebben kunnen vinden is voor onszelf een regenpijp. Jawel Regenpijp. Dat is een aboriginal muziekinstrument die regengeluiden nabootst. Helaas kunnen we geen mooie vinden. Ook niet op de bekende nightmarket. Elke woensdagavond wordt die gehouden en je kunt er heel veel souvenirs kopen. Het is er erg gezellig. Heel veel mensen eten en drinken er wat. De handelswaar is alleen erg alternatief en dat is net wat we nu niet zoeken. We lopen weer terug, eten wat en pakken een erg volle tram terug naar de camping. Carine raakt gezellig aan de praat met een Grieks echtpaar, waarmee we het laatste stuk ook samen teruglopen. Met de jongens heb je zo aardig wat aanspraak.
Terwijl de jongens onze nieuwe Wiggles DVD kijken, pakken wij verder in. We drinken nog even een borreltje op onze laatste avond. Het is wel even slikken dat ‘ons project’ van ruim 1,5 jaar voorbereiding er opeens op zit. Erg moe vallen we later om van de slaap.
En dan loopt de wekker af op onze laatste dag in Australië. Dit valt echt erg tegen. Je zou denken dat je na 3 maanden graag terug naar huis gaat, maar niets is minder waar. Eigenlijk wel chagrijnig pakken we alle laatste spullen in, eten de laatste restjes op en gaan onze vuilwatertanks legen. Een jong Engels stel maken we blij met al onze leftovers. Onze pan, deurmat, reisboek en restjes belanden daar in heel goede aarde. Om 11:30 rijden we van de laatste camping weg. We tanken de dieseltank een laatste keer af en maken nog even gebruik van onze kortingsbon. Als je bij een supermarkt boodschappen doet, krijg je een 4cent/liter brandstofkortingbon voor de bij de supermarkt horende tankstation. In ons geval Caltex, die bij Woolworth hoort. Bij Apollo is het erg druk, maar we worden snel uitgechecked en binnen 45 min zijn we onderweg naar het vliegveld.
Maar, helaas is daar het geluk op. We moeten achteraan sluiten in een zeer lange en zeer trage rij. Ik geloof dat we ongeveer 2 uur erover hebben gedaan om te kunnen inchecken. Gelukkig hebben we niet te veel gewicht bij ons, iets waar we erg bang voor waren. Er was wel een ander probleem: ze konden ons niet helpen met onze Kuala Lumpur-vraag. We gaan vannacht weer achter de douane slapen en kunnen onze bagage dus niet zelf van de band halen. Dat lukt morgen ochtend pas. Of ons Engels is zo slecht, of ze wilden het gewoon niet snappen, maar we kregen het niet uitgelegd. Dat wordt vannacht in Kuala Lumpur zien te regelen dat de bagage wordt opgeslagen voor een nacht. Wel werden er een aantal dingen opgesomd die uit de tassen moesten worden gehaald. Bijvoorbeeld lucifers. Die mogen we wel in onze zakken meenemen, maar niet in de bagage die het ruim ingaat.
Door het lange inchecken hebben we nauwelijks meer tijd over. De douane mensen waren een keer niet vriendelijk en alle tassen met medicijn moesten uitgepakt. De lucifers werden er weer uitgehaald. Dat mag namelijk niet in de handbagage. Binnen 20 minuten moeten we boarden. Dus dat is alsnog haasten. Gelukkig mogen we wel als eerste het vliegtuig in en zitten we als de meute binnenkomt. Maar ja, ook hier pakken we gelijk weer een vertraging! Er worden mensen extra gecontroleerd en we vertrekken weer met een uur vertraging. Hebben wij weer.
Om 16:30 stijgen we op van het vliegveld. Bye Bye Australië, wat vinden wij het jammer dat we weg gaan.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vluchtplan
Datum | Traject | Maatschappij | Vluchtnummer | Vertrektijd | Aankomsttijd | Terminal | |
18-okt | Amsterdam - Kuala Lumpur | Malaysia Airlines | MH 17 | 12:00 | 06:05 (vrijdag) | ||
19-okt | Kuala Lumpur - Tioman | Berjaya Air | J 8186 | 12:40 | 13:40 | ||
22-okt | Tioman - Kuala Lumpur | Berjaya Air | J 8187 | 16:00 | 17:00 | ||
23-okt | Kuala Lumpur - Perth | Malaysia Airlines | MH 25 | 9:40 | 15:00 | ||
11-nov | Perth - Auckland | Air New Zealand | NZ 176 | 19:25 | 5:45 | ||
12-nov | Auckland - Nuku'alofa | Air New Zealand | NZ 866 | 7:30 | 10:30 | ||
12-nov | Nuku'alofa - Vava' u | Tonga Airlines | PC 935 Y | 12:30 | 13:30 | ||
20-nov | Vava'u - Nuku'alofa | Tonga Airlines | PC 938 Y | 16:45 | 17:45 | ||
21-nov | Nuku'alofa - Auckland | Air New Zealand | NZ 865 | 11:30 | 14:30 | ||
24-dec | Christchurch - Auckland | Air New Zealand | NZ 514 | 9:40 | 11:00 | ||
24-dec | Auckland - Sydney | Air New Zealand | NZ 719 | 13:00 | 14:30 | ||
17-jan | Melbourne - Kuala Lumpur | Malaysia Airlines | MH 148 | 15:40 | 20:40 | ||
18-jan | Kuala Lumpur - Langkawi | Air Asia | AK 6302 | 10:20 | 11:20 | LCC Terminal(MY) | |
20-jan | Langkawi - Kuala Lumpur | Air Asia | AK 6307 | 17:35 | 18:35 | LCC Terminal(MY) | |
20-jan | Kuala Lumpur - Amsterdam | Malaysia Airlines | MH 16 | 23:45 | 05:55: (maandag) | ||
1 opmerking:
hoi wat leuk zo´n kaartje, ik wist niet eens dat jullie zover weg zaten.
we waren 2 week geleden dicht bij alphen en we hebben het er nog even over gehad om spontaan aan te waaien, zitten jullie in verweggistan. prachtige reisverhalen.
ik hoop dat jullie nog veel plezier hebben.
knuffel en groet van hieke anne
Een reactie posten