maandag 28 januari 2008

Twee luierdagen op Langkawi (17 tot en met 21 januari)

Donderdag 17 januari 2008

Daar zitten we dan weer in het vliegtuig. We hebben de 2 na achterste rij en dat is niet helemaal lekker. De rij voor ons bestaat uit 5 stoelen en die van ons uit 4. Hierdoor moeten we scheef naar de videoschermen kijken en kunnen onze armleuningen niet omhoog want daar zit het tafelblad in. Natuurlijk vertrekken we weer met vertraging, maar het valt deze keer wel mee.

Achter ons zit nog een Nederlandse familie die ouderschapsverlof hebben gehad . Na een lang gesprek over wat we allemaal hebben gezien, vraagt de moeder aan Jesper of hij in de dierentuin ook olifanten heeft gevoerd. “Nee, maar wij hebben wel olifantenrotsen gezien”. En zoals zo vaak, klopt het gewoon wat Jesper zegt. Ongeveer 4 weken geleden hebben wij midden op het Zuidereiland van Nieuw Zeeland we een hele korte stop gemaakt bij rotsen die Olifantenrotsen werden genoemd. Jesper onthoudt zo ontzettend veel.

De jongens zijn zo moe dat ze bijna direct in slaap vallen en 2 uur slapen. Wat een rust. Ondanks dat ze gemeld hadden dat er een babymail voor Sten en een Childmeal voor Jesper zouden hebben, krijgen we toch weer gezeur over Jesper’s maaltijd. Uiteindelijk komt dat wel goed, maar het blijft apart hoe Malaysia Airlines het kindereten regelt. Sten’s eten zijn weer 3 kleine koude potjes. Ook dat is apart (vindt hij zelf ook, want hij eet er geen hap van).

Doordat we 3 uur tijdsverschil hebben komen we om 21:15 (plaatselijke) tijd in Kuala Lumpur aan. Het vliegtuig zet de landing in en vlak voordat de wielen de grond raken, wordt een doorstart ingezet. Van de mededing daarna hebben Carine en ik verschillende dingen onthouden. Carine heeft gehoord dat we de landingsbaan hebben gemist!!!!! Ik heb gehoord dat de doorstart is gemaakt doordat de instrumenten waren ontregeld, waarschijnlijk als gevolg van iemand die in het vliegtuig toch elektronica heeft gebruikt. (Carine: volgens mij is het een combi van dit verhaal en hebben we de landingsbaan gemist omdat de elektronica was ontregeld). Dit is wel erg spannend en ik kan niet ontkennen even opgelucht adem te hebben gehaald, toen we alsnog veilig waren geland. Het is ook lastig om naar de kinderen toe gewoon ontspannen te blijven doen.

Ik ga bij de transferbalie van Malaysia Airlines gelijk de terugvlucht en de bagage regelen. Het is geen enkel probleem om de bagage de volgende morgen bij “lost luggage” op te halen en de achterste rij met childmeals voor de vlucht naar huis, kan ook zo worden vastgezet. Kortom wij kunnen met een gerust hart naar het Airside Transit Hotel en vallen daar snel met uitzicht op de vliegtuigen in slaap.

Het voordeel van hotels zijn de “wake-up calls”. Die van ons ging om 07:15. Gelukkig was dat gevoelsmatig 10:15 vanwege het tijdsverschil. In sneltreinvaart pakken we de spullen weer in en gaan richting bagage. Jesper en Sten natuurlijk weer blij dat we met de trein naar het hoofdgebouw moeten. Wij genieten wat minder door het deprimerende weer. Gelukkig was dit wel wat het weerbericht had aangegeven en wordt het de komende dagen beter weer.
Binnen 25 minuten zijn we met de trein naar de overkant, door de douane, hebben we de koffers bij lost luggage opgehaald, hebben we de meeste tassen in kluizen gestopt en staan we te pinnen. Nou ja; staan we te pinnen. Het is altijd even rekenen hoeveel we maximaal kunnen pinnen en de meeste automaten zijn in storing. Alleen merk je dat pas nadat je klaar denkt te zijn om je geld eruit te halen. Kortom alleen het pinnen duurde net zolang als alle stappen ervoor.

Met gekochte broodjes zitten we kort daarna in de taxi naar het LCCT vliegveld. Dit is het vliegveld voor Low Cost Carriers (goedkope maatschappijen). De taxikaartjesbalie heeft ons alleen een taxikaartje voor een 8 persoonsbus verkocht. Ze zagen alle tassen, maar wisten niet dat de meeste in een kluis zouden gaan. Nou ja; dan maar voor relatief veel geld (RM90,- = € 22,50), lekker ruim zitten. Op LCCT schrikken we wel even van de lange rij voor het inchecken. We hebben nog maar 1 uur en het schiet niet echt op. Hierdoor moeten we daarna direct door naar de gate en stappen we als een van de laatsten het vliegtuig in. Dit zijn vliegtuigen zonder vaste plaatsen. Gelukkig zijn de achterste rijen vrij en kan Sten ook een eigen stoel hebben. Het is zo leuk om te ervaren hoe Jesper en Sten ervaren vliegers zijn. Ze kijken nergens meer van op en vinden het leuk.

En…………….. Ons vliegtuig vertrekt op tijd. Dat kan toch helemaal niet. Al onze vliegtuigen hebben vertraging. Maar nee, deze goedkope maatschappij heeft een heel mooi vliegtuig en vliegt op tijd. Wow!

Binnen een uur landen we op Langkawi. Carine heeft een mooi uitzicht tijdens het vliegen gehad. Erg mooi weer al die palmbossen. Zoals besproken staat een taxichauffeur ons in de aankomsthal op te wachten. Het is makkelijk, maar tegelijkertijd niets voor ons om een bordje met onze naam te zien in zo’n aankomsthal. Maar we wisten natuurlijk van te voren dat deze dagen op Langkawi alleen uitrustdagen zouden zijn.

Al rijdend naar ons hotel, blijkt de taxichauffeur voor een soort VVV te werken en probeert hij ons allerlei trips te willen verkopen. Het is best leuk om apen langs de weg te zien lopen. Bij Mutiara Burau Bay (ons ressort), moeten we verder eraan wennen dat onze bagage wordt uitgeladen. Dat zijn gewoon dingen die we niet gewend zijn. We moeten een uurtje wachten tot onze kamer schoon is gemaakt en genieten van een lekker welkomstdrankje en een mooie speeltuin voor de jongens. Ik moet niet teveel klagen, maar boeken van OAD, Fox reizen en Neckerman, maken het een echt ander soort vakantieoord. Twee Nederlandse stellen overwinteren hier elk jaar. Ook dit jaar blijven ze hier 11 weken?!

Ons huisje heeft uitzicht over het strand en onze bagage wordt natuurlijk door een Bell boy voor ons naar het huisje toegebracht. De Bell boy zet gelijk alle airconditionings aan. Hij is nog niet weg of wij zetten alles weer uit en zetten gelijk alle deuren open. We willen graag de natuur ruiken en horen.

De jongens gaan maar even naar bed en dat geeft Carine en mij lekker de tijd om wat te luieren en te schrijven. Wel ontspannen zo. We besluiten de volgende dag gewoon niets te doen. Ook dit is niets voor ons, maar lekker luieren is ook wel eens goed.

Nadat de jongens wakker zijn geworden is het natuurlijk alleen maar gezeur om het zwembad in te mogen. Ook het feit dat er een leuk strand is, heeft geen zin. Jesper zeurt om het zwembad en Sten staat er juichend naast. Nou ja, wat kun je dan. Zwempakken aan en erin! Het kinderbad is alleen erg diep. Het is ondiep genoeg voor Jesper, maar Sten kan er niet in staan. Gelukkig vinden beiden het erg leuk om erin te springen en lekker met de bal te spelen. Nu is de bewolking wel lekker. We maken kennis met een Branbantse familie met een jongetje van Sten’s leeftijd. Zij hebben 4 weken vakantie en zijn hier een weekje.

Voor het eten willen we toch iets lokalers dan het ressort. Op 20 minuten lopen afstand ligt het oriental Village. Een zeer toeristisch dorpje, maar met een foodcourt. Op weg ernaartoe lopen we langs een groep apen die op stroomdraden aan het spelen en eten zijn. Ook valt hier weer op hoeveel huisvuil er langs de straten ligt. Dat viel ons op Tioman al op, maar hier is het ook een bende. Het village is uitgestorven (later blijkt dat het vrijdag is en dat is natuurlijk rustdag voor moslims). Er zijn wel wat eettentjes open en wij eten bij een aftands eettentje. Maar lekker dat het was! Onze King Prawns gaan er bij allemaal goed in. We eten het meest luxe van de kaart en hebben uiteindelijk voor € 20,- met z’n 4en gegeten. Heerlijk.

Wachtend op het eten, was Jesper op sjouw. Er is een konijnenkooi vlak naast het foodcourt en hij heeft heerlijk gebabbeld met de mannen die daar stonden te kijken. Hij verstaat natuurlijk helemaal niets, maar heeft de tijd van zijn leven.

We lopen op ons gemakje terug naar huis en als de jongens in bed liggen, gaan wij op cocktailjacht. Omdat de babyfoon leeg is, is het plan als volgt: Carine loopt eerst naar de bar, bekijkt welke cocktail zij wil en komt dan terug. Vervolgens loop ik naar de bar en bestel gelijk ook voor Carine. Maar ja; hier werkt dat zo niet. “nee joh, hier is de kaart; bel je bestelling door en we komen het gewoon naar je huisje brengen”. Het blijft wennen voor ons. Uiteindelijk moeten we naast Sten z’n bed bellen, waardoor we toch maar zelf lopen. Tenminste… een personeelslid loopt met de drankjes en met Carine terug. In een warme sfeer genieten wij lekker van onze cocktail en liggen daarna op tijd op bed.


19 januari ’08

We worden vroeg wakker. Het tijdsverschil werkt hier nog goed door. Het is wel vreemd. Ik maakte mij van te voren zorgen over het met z’n allen in een kamer slapen. Als slechte slaper kan dat problemen geven. Nu naar 3 maanden weet je gewoon niet meer beter. Je herkent of de kinderen even wakker worden of dat ze echt “uit bed” wakker zijn geworden. Maar ja als Jesper dan roept: ‘mama, mag ik bij jullie in bed’, weet je dat het niet veel meer zal gaan worden. We halen de jongens bij ons in bed en genieten nog even rustig na.

Het ontbijtbuffet is zeer uitgebreid. Er is keus uit serials, brood, fruit, indias eten en er staan diverse koks die op bestelling dingen voor je klaar maken. Omelet, pannenkoek, etc. Erg lekker. Zelfs de vruchtensappen gaan er rap in. Deze zijn wel erg zoet.

Het is vandaag lekker weer en we gaan niets doen, dus op naar het strand. Dat is gelukkig ons huisje uit en 50 meter rechtdoor lopen. De jongens nemen schepjes mee en wij lekker leesboeken. We zoeken wel gelijk de schaduw op, want het is nu al warm.

Het strand loopt langzaam af, dus de kinderen kunnen makkelijk het water in. Het is weer erg leuk om die Maleisische vergezichten te zien. Wel is het jammer van al de scherpe schelpen onder water. Ik ga even terug om al onze schoenen te halen en we genieten lekker verder. Helemaal natuurlijk als wij moeten gaan drijven en Jesper ons rond wil trekken. Wat een relaxen zo. Om 11:00 gaat de cocktailbar open en we drinken lekker wat. Ik kan toch de neiging niet weerstaan een lekkere cocktail te bestellen. Hoezo banaal; om 12:30 al met een cocktail in een luie stoel aan het strand.

Na een uurtje gooien we de kinderen op bed en zoeken wij nog foto’s uit. We hebben eigenlijk steeds de foto’s gelijk uitgezocht. Hierdoor kunnen we nu al met een druk op de knop zien welke foto’s op het weblog staan en welke straks in ons fotoboek zullen komen. Nu met de jongens slapend, kunnen we daar weer even mee verder. Want ja; zodra ze wakker worden, moeten we natuurlijk weer naar het zwembad. Daarin leven ze zich inderdaad ook ontzettend uit.

We gaan toch ook weer naar het village voor het lokale eten. Tijdens het omkleden in het huisje kijken de jongens even foto’s op de laptop. We zien foto’s van Tioman: Wat lijkt het allemaal al lang geleden. Het is nog maar 3 maanden, maar we hebben zoveel gezien en gedaan sinds die tijd. Wat een ervaring.

In het village pakken Jesper en Sten gelijk weer iedereen in. Dat blonde haar van hun en het gemak waarop ze naar iedereen toegaan, is een groot succes. Ook voor ons, want we kunnen heerlijk rustig eten uitzoeken en bestellen. Vandaag is het een stuk drukker in het village. Het verschil met de vrijdag is inderdaad erg groot.

Sten begint nu echt wat woordjes te zeggen. Bij het zien van de maan, wijst hij en roept steeds Maan…… Hij klapt zelfs het hardst, zo goed vindt hij het. Jesper roept steeds: “Hoe lang (wanneer) gaat Sten weer maan zeggen?” en als Sten dan maan heeft gezegd, roept Jesper: ” Potjandorie, Sten heeft geen maan gezegd”. Als we hem dan met kinderwagen en al door elkaar schudden is het feest helemaal kompleet.

Als we na weer een lekkere cocktail in bed liggen, heb ik nog mijn sterke moment. Elke hotelkamer heeft een pijl op het plafond staan, zodat ze Moslims weten welke kant ze op moeten bidden. Maar ik kom erachter dat de pijl helemaal niet naar het oosten wijst. Hoe kan dat toch??? Het duurt even voordat ik me realiseer dat de pijl naar Mekka wijst en dat die in Maleisië natuurlijk naar het Westen moet wijzen. Ik blijf toch blond……. (even voor de duidelijkheid: het is nog steeds Erwin die schrijft!)

17 jan
Onze laatste reisdag begint op tijd. We nemen nog heel rustig de tijd om te ontbijten en regelen ondertussen dat we een uur later mogen uitchecken. Normaal is dat om 12:00, maar wij mogen tot 13:00 in ons huisje blijven. De pannenkoeken gaan er weer erg goed in en de jongens genieten ook van de omelet die voor hen gemaakt wordt.

Terug in het huisje leggen we de jongens nog even op bed. Ondertussen pakt Carine de spullen verder in en werk ik het weblog bij. Er staan 3 internet pc’s in de lounge en vlak naar mij komt er een Indische familie die ook gaat internetten. Hun pc werkt alleen niet en met veel bombarie wordt het receptiepersoneel gesommeerd om direct te komen en het euvel te verhelpen. Met zo’n houding blijf ik toch moeite hebben. Ik zou even naar de receptie zijn gelopen, maar ja…..

Als we uitchecken, krijgen Jesper en Sten een paar ballonen van een vrouw die jarig is. De touwtjes zijn alleen veel te lang, waarop Jesper wel even een schaar zal gaan vragen. Nou heeft hij ondertussen door dat hij naar het Engels moet vertalen en kan al aardig verbasteren. Kortom: “Hebt u een scheer?”. Ook opvallend is het verbod op Durians. Al eerder hebben we dit soort verbode gezien. De vrucht schijnt best aardig te smaken, maar stinkt heel erg. We gaan met de taxi terug naar de village. Het is zo warm, dat we maar even voor lui gaan. Het kost ook maar RM5,- (€1,25) en binnen 5 minuten stappen we uit. In de village is ook de kabelbaan. Hiermee kun je naar een hoge berg en heb je schitterend uitzicht. Inderdaad is het erg mooi. We gaan eerst naar de top toe. Halverwege kun je er ook nog even uit en ook daar is het uitzicht ook erg mooi. Mooie heuvels, baaien, dorpjes en rotspartijen. Hebben we toch nog iets gedaan op Langkawi ;-). Omdat alle gondels te vol zijn om mee naar beneden te gaan, gaan we eerst in een lege gondel terug naar de top en blijven daar gewoon in de gondel zitten. Bijna beneden kunnen we nog even de olifant, waarop je ritjes in de village kunt maken, zien staan. Ook zielig voor zo’n beest. Sta je in een dorp te wachten tot er toeristen komen die een ritje op je rug willen maken.

Met de taxi zijn we zo weer terug in ons ressort. We zijn al wel uitgechecked, maar mogen nog gebruik maken van de faciliteiten. We zwemmen lekker even en bestellen een sandwich en kokosmilkshake. Wat een zwaar leven toch. Om 15:30 gaan we met de taxi naar het vliegveld.
We hebben een slecht Engels sprekende chauffeur en als we dat zeggen tegen Jesper, roept hij: “Sten je mag wel Hello zeggen. Bye Bye hoeft niet, want de chauffeur spreekt slecht Engels”

Dit keer gaat het inchecken erg snel en hebben we nog tijd om te shoppen en een massagestoel te gebruiken. Wat een pijnlijke ervaring. Misschien zit bij ons alles vast, maar ik weet niet of het nu lekker was of niet.

Het nadeel van Air Asia is dat we geen vaste stoelen in het vliegveld hebben en op het ogenblik dat de gate open gaat is het dan ook een run voor het boarden. Wij wachten lekker rustig af, waardoor we niet bij elkaar kunnen zitten. Ook nu vertrekt het vliegtuig weer stipt op tijd. Dit is echt goed bij deze maatschappij. Jesper is erg moe en valt in slaap. Hij kan zijn hoofd alleen nergens op leggen. Gelukkig houdt de Chinese dame die naast hem zit, zijn shirt onder zijn hoofd en ondersteund ze hem tijdens de vlucht. Sten palmt de mevrouw naast hem ook in en nog voordat we in de lucht zijn heeft hij al een koekje te pakken.

Terug in Kuala Lumpur besluiten we maar met de bus naar KLIA (Kuala Lumpur International Airport) te gaan. De bus staat naast de taxi en rijdt direct door. Het grote verschil is de prijs: Rm3,- (€0,75) in plaats van RM90 (€22,50). Wat een verschil. We halen snel de tassen op en pakken de laatste zaken opnieuw in. De zwemvesten moeten weer onder de rugzak en de doos playdough (klei) moeten we ook nog zien kwijt te kunnen. Alles lukt en ook het inchecken gaat goed.

Dan maar de laatste maaltijd in Maleisië. We eten bij een verschrikkelijk uitziende tent, heerlijk Indisch eten. We nemen het er nog maar even van. Om 22:00 gaan we dan maar door de douane en opnieuw met de trein naar de terminal. Het barst hier ook weer van de Nederlanders. Een ras Hagenees komt een paar Ringits tekort voor een fles Rum en wij wisselen wat voor hem.

Natuurlijk mogen we weer als eerste boarden en met ons plaatsen achterin zitten we erg goed! We vertrekken uiteraard weer met vertraging. Alweer is er iemand wel ingecheckt, maar niet in het vliegtuig. Hoe kan dat toch??? De bagage wordt weer uitgeladen. Gelukkig is de vertraging nu maar 30 minuten. Met 2 als een blok in slaap gevallen jongens, stijgen we op en verlaten we Maleisië. Onze laatste vlucht is begonnen.

Ze gaan zelfs nog met eten rond, maar wij zij ook zo moe dat we gelijk gaan proberen te slapen. De jongens slapen ruim 07:00 en wij kunnen ook wat slaap meepakken. Nadat ze wakker zijn geworden, vinden we nog 2 pakketjes eten voor de jongens. Daar genieten wij ook een beetje van mee. Daarna kijken we wat televisie en kunnen we de jongens goed bezig houden. Uiteindelijk geven we ze nog een cadeautje. We hebben uit Nederland een tas vol meegenomen voor noodsituaties, maar hebben ze eigenlijk nooit gebruikt. Jesper vindt zijn barbecue playmobil erg leuk en Sten is gelijk aan het rijgen. Om 06:20 plaatselijke tijd parkeert het vliegtuig aan de gate en zijn we weer op Nederlandse bodem.

Ook deze 2 luierdagen zijn ons erg goed bevallen. We hebben eigenlijk niets gedaan, maar zijn weer een beetje ontspannen en uitgerust.

zondag 20 januari 2008

Via hopelijk eindelijk Wombats naar Melbourne (12 januari tm 17 januari)

Zaterdag 12 januari slapen we lekker uit. We worden allemaal pas om kwart voor negen wakker. Er is natuurlijk ook helemaal niemand in de buurt en we besluiten eerst nog even naar het strand te gaan. Carine en Jesper proberen te vliegeren en ik duik even het water in. Het is best fris en er staan flinke golven. Dat samen met de stroming, maakt het zwemmen niet makkelijk. Er staat te weinig wind voor Jesper’s vlieger en al vrij snel vluchten we naar de camper terug. De steekvliegen en muggen blijven maar komen. Op een gegeven moment heb ik zelf 10 vliegen op een been zitten. Gelukkig jeuken de bulten niet.

We gaan weer verder op weg naar Wilson Promontory. Ik bel voor de derde dag naar het centrum van de nationale parken. We krijgen steeds te horen dat alles vol is, maar de man bij het visitors centre in Sale gaf aan dat hij dacht dat er voor buitenlanders sommige plaatsen vrij gehouden werden. Dit werd tijdens mijn telefoontje inderdaad bevestigd. Deze plaatsen zijn alleen niet te boeken. Nadat ik was doorverbonden met het park zelf, kreeg ik te horen dat ze vandaag vol zaten, maar er morgen mensen weggingen. We konden niets vast zetten, maar als we vroeg waren, was er een kans dat we plek zouden hebben. We gaan het er maar op wagen.

Via Yarra en Foster rijden we naar Yanaki. Dit is het laatste gehucht voor Wilson en wij krijgen de laatste plaats op de camping. Het is op de parkeerplaats, maar wel met stroom. Om 15:00 staan we gewoon al voor de nacht. Dat hebben we de laatste 2 maanden niet meer meegemaakt! We zwemmen wat, luieren wat, de kinderen spelen wat en we gaan lekker barbecueën op de zoveelste gemeenschappelijke bbq. We raken aan de praat met twee ruige mannen die met aardig wat drank op ook willen barbecueën. Dat geeft hier natuurlijk geen enkel probleem. Op mijn vraag wat nu het beste lokale biertje is, trekken ze een van hun biertjes open en mag ik die leegdrinken. Ik moet zeggen dat de Brewers Pilsener van Grand Ridge Brewery inderdaad erg lekker is. Het kan natuurlijk niet tippen aan de Belgische bieren, maar voor een pils smaakt hij erg goed. De mannen zelf gaan na het eten (en drinken) nog even naar het Nationale Park. Dan sparen ze namelijk $10, - toegang uit. Als ze niet al gedronken zouden hebben, zouden we hebben kunnen vragen om mee te gaan. Op het moment dat ik dit aan het schrijven ben, springen er voor ons raam 2 kangoeroes langs. Wat blijft die natuur hier toch indrukwekkend. Als het donker is gaan Carine en ik nog even de weg op om Wombats te zoeken. We nemen de babyfoon en twee zaklampen mee. Dit is op de trip pas de tweede keer dat we de babyfoon gebruiken en de eerste keer (in de Doubtful Sound) werkte hij niet eens. Buiten een erg stinkende dode wombat komen we niets tegen en uiteindelijk liggen we nog niet vroeg op bed.

Om 07:00 loopt de wekker en met een zeer tegendraadse Jesper (hij kan niet echt tegen vroeg opstaan), rijden we om 08:00 richting het nationale park. Het waait stevig en het dreigt te gaan regenen als we het park binnen rijden. Tegen de tijd dat we bij het Visitor Centre in Tidal River uitstappen, begint het daadwerkelijk te regenen. Hebben wij weer, zijn we in een van de mooiste parken in zuid Australië en regent het…….. Gelukkig blijken we inderdaad nog te kunnen kiezen uit campingplekken en voor negen uur rijden we alweer het park in om op een vlakte koffie te gaan drinken. In het begin van het park wordt regelmatig wild gezien, dus daar parkeren we de camper. Ik zie al snel een konijn, wat een kangoeroe blijkt te zijn bij het weghoppen. Met de jongens in bed kunnen wij daarna even lekker lezen. We zien nog een paar kangoeroes, maar de 1,5 uur dat wij lezen, lijkt er weinig te gebeuren. We rijden verder een aantal dirtroads op en zien nog een aantal kangoeroes en een mooie egel. We worden best bedreven in het spotten van dieren. Halverwege terug naar de camping gaan we lekker alvast warm eten. Dat maakt de avond wat flexibeler.

’s Avonds worden de meeste dieren wat actiever en kunnen we hopelijk meer zien (lees: kunnen we hopelijk eindelijk een wombat zien!). Langzamerhand is de zon lekker doorgebroken en beginnen we te genieten van het weer. Als we weer gaan rijden zit Sten als eerste in zijn stoel, waarop Jesper zegt: ‘kijk, Sten geeft het goede nadeel’. Ach, en goed nadeel, doet nadelig volgen, toch?! Dus als Jesper ook snel zit rijden we alvast naar de camping. We willen even de campingplaats bekijken en het inparkeren is behoorlijk zweten. Het is weer tussen en onder bomen door manoeuvreren en dat blijft met een 3,2 meter hoge camper best ingewikkeld. We wandelen even langs de Tidal River en splitsen dan op. Jesper is erg moe en eigenlijk zouden we beiden wel graag wat willen wandelen. Carine neemt Sten mee op een stuk lopen en ik ga met Jesper terug, zodat wij Carine weer kunnen oppikken aan het eind van haar wandelstuk. Op weg daar naartoe ligt er een jongen op de weg die met zijn fiets een fikse smak gemaakt heeft. Gelukkig is hij bij kennis en kan hij zeer helder aangeven waar hij pijn heeft. Hij wil alleen blijven liggen tot zijn ouders komen, maar lijkt verder weinig te mankeren.

Wij rijden weer door naar de dirtroad waar we ’s ochtends de kangoeroe en de egel hebben gezien. Ook nu zien we weer een aantal kangoeroes en het biertje met chips smaakt er erg goed. Het is grappig: we hebben ooit tegen Jesper gezegd dat we ergens niet mochten parkeren, omdat de burgemeester dat zo heeft gezegd. Nu vraagt ie steeds als we ergens willen parkeren: ‘mag dat wel van de burgemeester? Of: ’heeft de burgemeester dat gezegd.

Omdat er verder weinig gebeurt, rijden we weer terug naar de vlakte in de hoop daar meer te zien. Op ons gemakje eten we daar een boterham en genieten van alweer kangoeroes. Maar nog steeds geen wombats. Ook na het eten is er nog niets te zien. Ik ga met de jongens even wandelen, terwijl Carine de afwas doet. Als we terugkomen, wenkt ze al voor nieuwe kangoeroes en we zijn nog maar amper in de camper, of ……… we zien onze eerste wombat ooit. Hij loopt maar een klein stukje uit de bosjes, maar het is een echte. Eindelijk, nu kunnen we naar huis ;-) In de ondergaande zon, rijden we langzaam terug naar de camping. Gelukkig hebben we nu de ruime weg naar ons plekje gevonden. We hoeven alleen maar uit te wijken voor de mensen die bij ons in het pad een wombat staan te bekijken. Jawel, gewoon op de camping blijkt het te barsten van de Wombats. Nou goed, dat is onze tweede dan.

Hoe dan ook; Wilson Promontory is inderdaad een indrukwekkend park. Heel mooie natuur en veel dieren. Het overvloedige van die dieren hebben we niet echt ervaren. Wel hebben we genoten van de dieren. De camping valt alleen erg tegen. Het is een grote camping, waar veel mensen alleen maar op een goedkope camping lijken te zijn afgekomen. Overal zijn kleine huisjes gebouwd en auto staan kriskras door elkaar. Het lijkt niet echt een natuur camping.

14 jan.
Opstaan en ontbijten bij Saddle park. Dit is een parkeerterrein onder aan Mount Oberon. De weg er naartoe wordt in de loop van de ochtend afgesloten, omdat er anders teveel auto’s komen. Er rijdt dan een shuttle bus vanuit Tidal River naartoe. Wij zijn zo vroeg dat we nog gewoon zelf verder kunnen rijden. Omdat we beiden (Carine en ik) een andere wandeling willen doen, besluiten we op te splitsen. Ik ga met Sten Mount Oberon op en Carine gaat met Jesper de Lilly Pilly Gully nature walk lopen (ja, ik heb de naam ook niet verzonnen). Het is best vreemd als ik ze kort daarna zie wegrijden. Ik moet 3,4 km bergop lopen en heb na 300 meter eigenlijk al spijt. Het is gewoon een weg naar boven, maar heel erg steil. Daarnaast heb ik Sten op mijn rug en de cameratas op mijn buik. Het is te merken dat ik tegenwoordig geen conditie meer heb. Toch loop ik de berg binnen 45 minuten op en ben best een beetje trots op mijzelf. Het uitzicht is ook alles meer dan waard! Je kijkt uit over het grootste deel van het park met een paar heel mooie baaien. Sten geniet ondertussen van zijn rozijnen en korte tijd zijn we daar helemaal alleen. Helaas niet zo lang, maar dat geeft wel de mogelijkheid een leuke foto van Sten en mij te maken. Vrij snel moeten we alweer naar beneden. En gezellig pratend met een Aussie uit Melbourne die al 3 keer in Nederland is geweest, zijn we zo weer beneden. De mensen beneden zijn natuurlijk erg blij met de steentjes die Sten opraapt en uitdeelt. Hij is overal en altijd stenen aan het rapen. Wat zal dat toch zijn?

Nou, ik (Carine) dan ook even een kort stukje over mijn tocht: Het is inderdaad erg vreemd om dan weg te rijden en 2 mannen achter te laten. We zijn zo intensief samen geweest de laatste tijd. Voor Jesper geldt dat natuurlijk ook, dus als we net de bocht door zijn verzucht hij: ‘zo, wat een rust zonder Sten’.

Het rijden in mijn eentje is ook wel even vreemd. Maar alles gaat goed, Jesper en ik parkeren de camper en gaan aan de wandel. Nou ja: Jesper gaat in de buggy mee. Het is een makkelijke wandeling en Jesper is erg moe. Het eerste stukje valt wat tegen, want dat is wat muller zand, maar verder rijdt het makkelijk. Ik hoop onderweg veel gekleurde vogels te zien, zoals de Lonely Planet beschrijft, maar helaas, we zien we maar 1. Verder is de wandeling wel aardig. We lopen door het bos en komen we uiteindelijk bij het meest zuidelijke stukje tropisch regenwoud. Daar is met planken een wandelroute doorheen gemaakt. Je loopt er opeens tussen de varens door, terwijl je kort ervoor nog door eucalyptusbos liep. Jesper en ik trakteren onszelf op wat appelsap en krentjes en we maken even een foto van elkaar. Jesper moet hard drukken om een foto te maken, waardoor hij iedere keer de camera te laag heeft om mij erop te krijgen. Dan maar wat bukken en uiteindelijk lukt het! Het pauzeren niet al te lang, want bij tropisch regenwoud horen natuurlijk ook muggen. We slaan dus maar weer op de vlucht. Tijdens de hele wandeling komen we maar 1 ander stel tegen. Op de terugweg stoot ik mijn teen nog heel erg (ik krijg een takje tussen mijn tenen wat heel erg zeer doet). Ik heb geen pleisters of ehbo-zet bij me. Suf, helemaal als je alleen aan de wandel gaat. Ik kan gelukkig nog wel doorlopen. Bij de camper puffen Jesper en ik even uit en rijden dan snel weer terug naar de camping om Erwin en Sten op te pikken. Die zijn er nog niet en wij vinden dat we echt een ijsje hebben verdient. Die gaan we dus lekker halen!

Als wij (Sten en Erwin) met de shuttle terug komen in Tidal River worden we al opgewacht door Carine en Jesper. Hun wandeltocht was wat korter en ze waren al even. We besluiten daar maar even snel wat te eten, voordat we de 3 uur naar Phillip Island gaan rijden. We bestellen de ‘Prom’Burger en dat is echt een gigantische burger. Met volle maag en weer een volle dieseltank gaan we op pad. Als we 30 km verder het park uitkomen, is het een vreemde gewaarwording om weer gewone huizen en wegen te zien. Dit park was de stop meer dan waard!

Via binnendoorwegen rijden we op ons gemakje naar het Westen en bij Inverlog gaan we nog een stuk kustroute rijden. Wat hebben ze toch mooie stranden, baaien en blauwe zee in Australië. Je zou eraan gewend kunnen raken. Door alle variatie langs de weg, rijden we al snel de brug naar Phillip Island over. Bij de Visitor Information besluiten we toch ook hier maar naar de blauwe pinguïns te gaan. Gelukkig is het ons nog gelukt een kampeerplek te vinden. Het is hier echt hoogseizoen en de meeste campings hebben geen plaats meer als je niet hebt geboekt. Nadat we even hebben ontspannen op onze kampeerplek in Cowes (en langs een drukke weg), gaan we weer op weg. De weg naar de zeehonden (de grootste groep in Australië) voert al langs de pinguïns. Jammer genoeg kun je vanaf het land de zeehonden niet zien. Het centrum heeft wel wat webcam’s hangen, zodat we toch nog wat kunnen zien. Je kunt ook een boottocht maken, maar dan zijn we het grootste deel van morgen alweer kwijt (en daarbij een hoop geld). We besluiten dus wel genoeg zeehonden te hebben gezien. Om 20:00 rijden we de parkeerplaats bij het pinguïncentrum op. En daar zijn we niet alleen. Met ons hebben nog 1000 mensen het plan om de beestjes te bekijken. Wat een drukte en wat een commercie. Op advies van een ranger gaan we zo ver mogelijk vooraan zitten (verder kan, maar dan hadden we een ‘pinguïn plus’ kaartje moeten kopen. Een kaartje voor de skybox had natuurlijk ook gekund. Dan zit je tenminste warm! Op weg naar de tribunes loopt je al langs alle hollen en daarin zie je diverse beesten broeden. De mannetjes en vrouwtjes lossen elkaar af. De vrije partner gaat dan een dag naar zee om eten te vergaren. Hier komen wel erg veel beesten aan land. We horen later dat er 1400 aan land zijn gekomen. De meeste ervan hebben wij wel gezien. Jesper had het daarentegen veel te druk met de 2 Nederlandse meisjes voor ons op de tribune. Nadat hij zijn schroom had overwonnen, hing hij heel nonchalant over hun schouder en was flink aan het ouwehoeren. De dames waarschuwden ons al voor het moment waarop Jesper 15 wordt! Nadat de meeste pinguïns uit zee waren (en natuurlijk al de meeste mensen weg waren), zijn we rustig aan langs de nesten terug gelopen. Erg leuk. Jesper vroeg zich nog wel af waar nou die echte pinguïns was, degen die kon praten en kon zwaaien??? (bij de ingang liep er namelijk een in een pinguinpak rond en dat vond hij wel erg leuk).

In het donker terug, moest ik nog vol in de remmen voor een overstekende kangoeroe, maar we kwamen erg moe en veilig op de camping weer aan. Natuurlijk was Jesper weer helemaal hyper.

Het voordeel van zo laat naar bed is dat we er laat uitkomen. We worden om 09:00 wakker en gaan al vrij snel op weg voor onze laatste rijdag. Het doel is Melbourne. Het eerste stuk is knap saai, maar zodra we af zijn geslagen naar de Dandenongs wordt het erg mooi. Het is eigenlijke een bergachtige en zeer bosrijke buitenwijk van Melbourne. We eten lekker op Grants Picknick plek. Hier kun je lokale vogels voeren. Je wordt wel gewaarschuwd voor de brutaalheid van de kaketoes. De jongens vinden het erg leuk, en natuurlijk “wel een beetje eng”. Sten snapt nog steeds niet dat hij zijn handen open moet houden en rustig moet blijven staan. Er komt een dag dat hij dat ook door heeft. Onderweg stoppen we in een Rododendrons park. Ook dit is weer een nationaal park, maar het is echt ook een park. Op sommige plekken heb je een mooi uitzicht over The Dividing Range (een bergketen die het zeegebied scheidt van het achterland. Aan een meer heb je kans op Lyre Birds. Een mooie pauw-achtige vogels die alleen in Australië voorkomen. Ik denk er een te hebben zien wegvliegen, maar ja voor het zelfde geld is dat een dwerggeit geweest………. Verder rijdend hebben we nog een paar mooie uitzichten en uiteindelijk hebben we op Mount Dandenong een mooi uitzicht over de laagvlakte en over Melbourne. Het is niet helemaal helder, anders was het echt een fantastisch uitzicht. We zijn amper de berg af, of we rijden echt de stad binnen. Het kost ons ongeveer 1 uur om van het oosten naar het noorden van de stad te rijden. Wat groot.

Ook hier zaten natuurlijk alle campings vol. Niet alleen is het zomervakantie, de Australian Open is ook aan de gang. Gelukkig konden we nog wel een plekje (zonder stroom) krijgen. Bij de camping aangekomen, blijken we alleen niet te passen. Ondanks dat ik onze grootte genoemd had, zijn we ingepland op een klein plekje. Er is dan alleen nog plek in het depot. Een achteraf grasveld dat normaal dienst doet als opslagplaats. Maar, we staan er heerlijk rustig, hebben stroom en betalen aanzienlijk minder dan de andere plaatsen. Wat wil je nog meer als kaaskop. Na het eten nemen we nog een lekkere duik in het zwembad. Het is zo gaaf dat de jongens nu zelf de zwembaden vinden en er echt in willen. Waar zo’n vakantie al niet goed voor is.

Jesper moest natuurlijk oma nog even feliciteren met haar verjaardag. Als de jongens in bed liggen, beginnen wij maar met pakken. Nog maar 2 nachten in Australië. Erg jammer.

Op 16 januari worden we wakker voor ons laatste hele dag in Australië. Na het ontbijt lopen we naar de tram en gaan de stad in. Een dag sightseeing en natuurlijk shoppen. Waarom willen vrouwen dat toch altijd. En dan alleen maar omdat ik een nieuwe hoed wil hebben…..
Melbourne is druk! Onze eerste stop is de hoedenspeciaalzaak. Die heeft alleen mijn hoed niet en verwijst ons door naar een van de vele souvenir zaken. Hij zegt er nog wel even bij, welke hoed ik het beste kopen kan. Daarna gaan we maar snel het weblog een beetje bijwerken en koffie drinken. We hebben tussen Sydney en Melbourne geen enkele keer Wireless Internet gehad. Nu hebben we wat stukken op een memoriestick gezet. Gelukkig is de verbinding heel erg goed en in precies 30 minuten is de weblog weer een beetje meer up-to-date. Via diverse souvenirshops en kledingzaken (we willen ook extra zonwerende zwemkleding voor de jongens hebben) werken we de stad door. We hebben heel wat tramritjes gedaan, waarmee Jesper helemaal blij is. De toeristische cirkeltram vond hij alleen niet leuk!!!!
Het enige dat we niet hebben kunnen vinden is voor onszelf een regenpijp. Jawel Regenpijp. Dat is een aboriginal muziekinstrument die regengeluiden nabootst. Helaas kunnen we geen mooie vinden. Ook niet op de bekende nightmarket. Elke woensdagavond wordt die gehouden en je kunt er heel veel souvenirs kopen. Het is er erg gezellig. Heel veel mensen eten en drinken er wat. De handelswaar is alleen erg alternatief en dat is net wat we nu niet zoeken. We lopen weer terug, eten wat en pakken een erg volle tram terug naar de camping. Carine raakt gezellig aan de praat met een Grieks echtpaar, waarmee we het laatste stuk ook samen teruglopen. Met de jongens heb je zo aardig wat aanspraak.

Terwijl de jongens onze nieuwe Wiggles DVD kijken, pakken wij verder in. We drinken nog even een borreltje op onze laatste avond. Het is wel even slikken dat ‘ons project’ van ruim 1,5 jaar voorbereiding er opeens op zit. Erg moe vallen we later om van de slaap.

En dan loopt de wekker af op onze laatste dag in Australië. Dit valt echt erg tegen. Je zou denken dat je na 3 maanden graag terug naar huis gaat, maar niets is minder waar. Eigenlijk wel chagrijnig pakken we alle laatste spullen in, eten de laatste restjes op en gaan onze vuilwatertanks legen. Een jong Engels stel maken we blij met al onze leftovers. Onze pan, deurmat, reisboek en restjes belanden daar in heel goede aarde. Om 11:30 rijden we van de laatste camping weg. We tanken de dieseltank een laatste keer af en maken nog even gebruik van onze kortingsbon. Als je bij een supermarkt boodschappen doet, krijg je een 4cent/liter brandstofkortingbon voor de bij de supermarkt horende tankstation. In ons geval Caltex, die bij Woolworth hoort. Bij Apollo is het erg druk, maar we worden snel uitgechecked en binnen 45 min zijn we onderweg naar het vliegveld.

Maar, helaas is daar het geluk op. We moeten achteraan sluiten in een zeer lange en zeer trage rij. Ik geloof dat we ongeveer 2 uur erover hebben gedaan om te kunnen inchecken. Gelukkig hebben we niet te veel gewicht bij ons, iets waar we erg bang voor waren. Er was wel een ander probleem: ze konden ons niet helpen met onze Kuala Lumpur-vraag. We gaan vannacht weer achter de douane slapen en kunnen onze bagage dus niet zelf van de band halen. Dat lukt morgen ochtend pas. Of ons Engels is zo slecht, of ze wilden het gewoon niet snappen, maar we kregen het niet uitgelegd. Dat wordt vannacht in Kuala Lumpur zien te regelen dat de bagage wordt opgeslagen voor een nacht. Wel werden er een aantal dingen opgesomd die uit de tassen moesten worden gehaald. Bijvoorbeeld lucifers. Die mogen we wel in onze zakken meenemen, maar niet in de bagage die het ruim ingaat.

Door het lange inchecken hebben we nauwelijks meer tijd over. De douane mensen waren een keer niet vriendelijk en alle tassen met medicijn moesten uitgepakt. De lucifers werden er weer uitgehaald. Dat mag namelijk niet in de handbagage. Binnen 20 minuten moeten we boarden. Dus dat is alsnog haasten. Gelukkig mogen we wel als eerste het vliegtuig in en zitten we als de meute binnenkomt. Maar ja, ook hier pakken we gelijk weer een vertraging! Er worden mensen extra gecontroleerd en we vertrekken weer met een uur vertraging. Hebben wij weer.

Om 16:30 stijgen we op van het vliegveld. Bye Bye Australië, wat vinden wij het jammer dat we weg gaan.

Van Sydney naar de Victoriaanse kust (4 januari tm 11 januari)

Vrijdag 04 januari 2008

Weer op weg!

We rijden eerst naar de Woolworths om boodschappen te gaan doen. De jongens zijn (tegen alle verwachting in) gezellig en we kunnen op ons gemak alles bij elkaar sprokkelen. Vervolgens rijden we richting Apollo omdat ik (Carine) het contract nog moet ondertekenen. We moeten daarvoor aan de andere kant van Sydney zijn; het zuiden, dat gelukkig op de route ligt. In het centrum staan we voor een keuze: tol contant betalen of via een chip. Die hebben we niet, maar het is wel de weg (tunnel) die we willen nemen. In alle snelheid besluiten we dan maar voor de ‘contant betalen-weg’ te gaan en dat blijkt de Harbour Bridge te zijn. Voor $3,- hebben we een schitterend ritje over de beroemde Harbour Bridge, met uitzicht op het Opera House. Sydney is een erg grote stad, en het duurt dan ook erg lang voor we de bewoonde wereld uit zijn. Bij Apollo worden we dit keer vriendelijk en snel geholpen. Ik hoef uiteindelijk niet te tekenen, ze noteren alleen het nummer van mijn rijbewijs. Een raadsel waarom ik dan perse mee moest komen…

We rijden via Wollongoon naar Kiama. Achteraf zien we dat we een mooie kustroute hadden kunnen nemen, maar wij hebben gewoon de snelweg gehad. Wel met een mooi uitzichtpunt vlak voor Wollongoon, waarbij je over de stad en de kust heen kijkt. Sten is nog steeds erg moe en slaapt bijna de hele weg. Hij eet wel wat er drinkt veel. In Kiama rijden we direct naar de blowhole, een gat in een kustrots, waar het water omhoog spuit bij een goede golf. Het is er goed druk, dus het is even speuren naar een goede parkeerplaats. Je mag nergens langer zijn dan 6 meter, komen wij aan met ons 8 meter-gevaarte. We parkeren de camper dus uiteindelijk maar op een busparkeervak. Jesper slaapt, dus we gaan om beurten bij de blowhole kijken. Inderdaad, als er een goede golf komt, hoor je het water beneden in de rots eerst kolken en dan spuit het aardig hoog. Erwin krijgt een voltreffer als hij in de ‘nat-word-zone’ aan het videoën is. Terug in de camper begint Sten wat te huilen en jawel: in een keurige boog komt al het drinken er weer uit. Erg sneu voor ons allemaal… (ik zit onder en de camper stinkt goed). Het vinden van een camping valt niet mee. Erwin vraagt wat na bij het informatiekantoor, maar alles blijkt vol te zitten. Er is wel een noodcamping op een veldje waar normaal vrachtwagens voor een circus of kermis kunnen staan. Ach, gaan we daar maar kijken, we zijn al lang blij dat we niet al te ver meer hoeven te rijden met een zieke Sten. Het veldje blijkt een flink veld aan zee te zijn. We parkeren de camper zo ongeveer met de achterkant op (hoge) rots, zodat we de golven op de rotsen uiteen zien slaan. Een erg mooi gezicht. Ik voel me ook nog steeds niet lekker en Sten is nog erg moe, dus we eten snel een boterham, pakken de spullen uit en leggen de jongens op bed. Erwin gaat ’s avonds nog even in het donker bij de blowhole kijken. Het zou verlicht zijn, maar er staat nauwelijks licht. De vuurtoren is wel erg mooi verlicht en de sterrenhemel in Australie blijft fantastisch.

Za 05
De eerste ochtend weer wakker worden in de camper. De jongens zijn er gelukkig niet al te vroeg bij. Sten lijkt weer aardig boven Jan. Hij is vrolijk en wil wel eten. Ook ik voel me een stuk fitter dan gisteren. Alleen voelt Erwin zich vandaag niet zo lekker. We gaan nog even snel langs de boekhandel voor een Lonely Planet. Die blijken ze alleen niet te hebben. Wel kopen we een boek met alle campings in nationale parken.

Ondertussen is het zwaar bewolkt en regent het. We besluiten toch naar Kangaroo Valley te rijden, dan zien we daar wel wat voor weer het daar is. We nemen de snelste weg: via een pas waar geen voertuigen langer dan 10 meter op mogen rijden, geen bussen en geen vrachtauto’s. Ach, als het zo uitkomt voelen we ons geen bus (wel als we een parkeerplek zoeken), dus we rijden de weg op. Het is een aardige kronkelweg, dus met die oude bak van ons is dat aardig wat schakelwerk. Maar we komen er, op het gemakje. Jammer genoeg zien we niets onderweg omdat het zo regent. We rijden naar Fitzroy Falls, een waterval van 81 meter. We kunnen de hele waterval zien, maar verder zien we door de mist niets van de vallei. Jammer. Het is qua drukte ook een aardig verschil met de afgelopen periode. De parkeerplaats staat vol en alle picknicktafels zijn bezet. Het regent, dus wij eten lekker een broodje in de camper. De mevrouw van het Visitor Information Centre weet ons te vertellen dat de kans dat we een camping kunnen vinden in het nationale park van Jervis Bay 0 (nul met een hoofdletter!) is. Balen, want daar wilden we graag heen. Dat in combinatie met de regen die ook komende dagen zal aanhouden, doet ons besluiten het plan om te gooien. We rijden gewoon door naar Canberra, de hoofdstad van Australië. Daar zijn genoeg dingen binnen te doen en we horen van iedereen dat het daar uitgestorven is. Al met al merken we duidelijk dat het hier hoogseizoen is. Veel campings zitten vol en ze lachen je nog net niet uit als je op het laatst aankomt met een kampeervraag.

Zodra we de heuvels over zijn breekt de lucht al wat open. We rijden door vlakke velden, eigenlijk zelfs saai in vergelijking met wat we allemaal al hebben gezien. Ondertussen raakt de tankt aardig leeg, dus we slaan even van de snelweg af bij het laatste dorpje (50 km) voor Canberra. Dat blijkt ook uitgestorven: we vinden een Shell die, even een gok, al 50 jaar gesloten is. Verder nog een ander tankstation, mar daar is ook niet veel leven te bekennen. Dan maar door en kijken hoever we kunnen komen. Mogen ze je ook wel eens voor waarschuwen… Maar we halen Canberra, we tanken en zoeken een camping. Er blijkt een speeltuin op de camping, dus de jongens leven zich nog even uit. Ondertussen horen we dat Patries ook ziek is, dus we hebben de boel aardig aangestoken daar (mochten jullie het lezen: nogmaals sorry!!!).

Zondag 06
Het is zondag en het voelt ook echt als een echte zondag: het is zonnig en heerlijk buiten, dus we ontbijten op ons gemakje. Daarna rijden we richting de stad. We willen eerst naar een grote markt die elke zondag wordt gehouden. Vandaag blijkt hij helaas dicht. Volgende week hebben we meer kans, maar de kans dat wij er dan nog zijn… Dan maar door naar het Questacon, een techniekmuseum, waar je zelf allerlei dingen kunt doen. We halen eerst maar even kaarten voor de speelhal voor kinderen van 0-6 jaar. Erwin duikt ondertussen een voorstelling in over tsunami’s, orkanen en vulkanen. De kinderen kunnen zich even helemaal uitleven: een Bob de Bouwer speelhoek, waar ze grote legostenen kunnen transporteren via een rolband, een garage waar je de auto (met lichten!) vol kunt tanken en een band kan verwisselen (maar goed dat Jesper laatst zo goed heeft opgelet!), een snoezelruimte, een klimruimte, een waterbaan met ballen, enzovoort. Eigenlijk teveel om op te noemen en ook teveel om in 45 minuten mee klaar te zijn. We halen dus nog een kaart (zijn gratis, maar op deze manier houden ze het aantal mensen in de hand), zodat we er om half 3 nog een keer in kunnen. Terwijl de kinderen zich nog even vermaken met het hengelen van eenden, kan Erwin zich niet inhouden en gaat voor de vrije val. Hij steekt mij aan, dus ik hijs me even later ook in een fraaie overall en laat me naar beneden vallen. Je maag eindigt ergens in je keel, maar het is wel gaaf. Gelukkig heeft Erwin alles vastgelegd op fotocamera, zodat we het nog eens na kunnen kijken…

We bekijken nog even wat andere zalen. Het feit dat je overal aan mag komen is helemaal iets voor Jesper en Sten. Ze zijn overal mee in de weer en genieten volop. We eten nog even wat en duiken dan de speelhoek nog een keer in. Nadat alle blokken van boven naar beneden en weer naar boven en weer naar beneden zijn gegaan, gaan de heren ook nog bij de waterbaan kijken. Je gooit er een bal in, die stroomt dan door wat poortjes naar een opslagsysteem, dat ze omhoog takelt en weer terug spuugt in de bak. Ook dit kan je honderdduizend keer doen en het blijft leuk! Jesper is, ondanks zijn schort, tot op zijn onderbroek nat. Een mooie reden om terug te gaan naar de loeihete camper. Het is hier erg droog en erg warm. We rijden nog even langs het oude parlementsgebouw en naar het nieuwe. Daar parkeren we de camper en gaat Erwin een kijkje binnen nemen. De jongens slapen, maar het is zo warm, dat ik ze toch maar uit hun autostoel haal en probeer ze op de bank te laten slapen. Stomme actie, want nu zijn ze wakker en nog erg moe. Meer hoef ik niet te vertellen denk ik?! Als Erwin terug is, lopen we nog even met z’n allen terug. Kan ik ook nog even een blik werpen. Helaas is de 2ekamer-zaal al gesloten, maar ik krijg nog wel een idee van het gebouw en de eerste kamer. Het ziet er allemaal mooi en ruim uit. We bekijken ook nog even de klok die ze van Nederland hebben gekregen ter ere van het 200 jarig bestaan van Australië. We weten wel wat we weggeven… Een vreselijk kitscherige klok met een soort van engeltjes erop. Er staan 2 andere bezoekers te bekijken en zien dat ie uit Nederland komt. Wij maken maar snel dat we wegkomen!


Door mijn navigeerkunsten duurt het even voordat we op de camping komen. Daar nemen we even een duik in het zwembad. Kunnen we even afkoelen. Het is namelijk een erg warme dag. Aan de kust blijkt het te regenen, dus we hebben weer een goede keuze gemaakt. Zowel Jesper als Sten duiken het badje in. Sten vindt het helemaal leuk om lekker op zijn buik te drijven. Nou ja, drijven, zijn handen wel op de grond. Jesper gaat met Erwin nog even naar het diepe. Onze vent wordt nog een keer stoer!

We eten snel een boterham. De jongens vallen ondertussen om van de slaap. We doen de airco aan in de camper, maar het blijft erg warm. De jongens willen / kunnen dan ook niet echt slapen en zijn nog een aardige poos aan het feesten. Dat wordt uitslapen morgen!

Mmmm, dat valt toch een beetje tegen. De jongens worden gewoon weer rond 8en wakker. Het is weer strak blauw, dus we ontbijten eerst op ons gemak buiten en dan beginnen we aan de rit richting de Snowy Mountains. Eerst rijden we nog even naar Telstra-tower om een blik over de stad te werpen. Deze toren staat ongeveer 900 meter boven zeeniveau en we hebben een schitterend uitzicht over de omgeving. We zien de belangrijke gebouwen van Canberra en ook de camping is goed te zien. Onder het genot van een kopje koffie genieten we nog even verder van het uitzicht. Jesper vindt $0,05 en denkt even wat hij daarvoor zal kopen… Ja: ‘een koekje voor Sten’. Erg lief. Als we Canberra uitrijden valt er een groot bord op. Hierop staat vermeld hoeveel water er de vorige dag in de stad is verbruikt, hoe zich dat verhoudt tot een gemiddelde dag en hoeveel watervoorraad er nog is. Het hele land heeft te maken met een water te kort. Sydney heeft een goed jaar, want de waterreservoirs zijn dit jaar voller geraakt. Zij hebben nu 60% (3 jaar) watervoorraad. Canberra heeft 38% voorraad. Erg vreemd voor ons Nederlanders.

De tocht naar de Snowy Mountains is niet echt spectaculair. Het landschap is vooral heuvelachtig. In Cooma gaan we nog wat info halen over het gebied. Zonder Lonely Planet zijn we toch wat onthand. Vervolgens rijden we het nationale park in en zoeken direct een kampeerplaats. Er zijn er 2 in het begin van het park. De eerste blijkt aardig druk en de tweede heeft bijna geen schaduw. Dan maar de drukte is. We vinden een perfect plekje, drinken even wat en nemen dan een duik in de rivier die vlak bij ligt. Heerlijk! Het is ondiep, dus ook de kinderen kunnen er makkelijk in. Je moet even doorbijten vanwege het koude water, maar dan is het goed uit te houden. Alleen de grote steekvliegen (soort horzels) zijn erg irritant. Jesper wil zelfs het diepe water wel in en Sten poedelt heerlijk op zijn buik (natuurlijk weer met zijn handen op de grond). Na het zwemmen, spuiten we ons flink in met Deet om de vliegen tegen te gaan. Op mijn aanraden krijgen de jongens een natuur product tegen vliegen opgesmeerd. Erwin is er al nooit een voorstander van en als Sten hele zwermen vliegen blijft aantrekken, is Erwin helemaal klaar met dat spul. Hij spuit ze snel met Deet in en ……. De vliegen blijven komen bij Sten. Het verschonen van een flinke poepluier blijkt wonderen te doen. Na het eten gaat Sten direct zijn bed in. Hij is helemaal af. Jesper en Erwin gaan nog even bij de jongens kijken die cricket spelen. Uiteraard mogen zij ook even een balletje slaan. Jesper is er helemaal vol van en gaat hyper zijn bed in. Wij plannen nog even wat we gaan doen de komende dagen en genieten nog even van de zwoele avond. Eindelijk lekker met een wijntje buiten, wat wil je nog meer???

Ondertussen zitten we alweer anderhalve week in Australië en we hebben nog geen kangoeroe gezien. Er schijnen hier wel wombats te zitten (voor degene die een wombat niet kennen: we hopen nog een foto te kunnen plaatsen, maar dan moeten we er wel eerst nog één spotten….), maar die komen pas ’s nachts tevoorschijn. Als om 1.30 uur dan ook de wekker afloopt, besluiten we de wombat toch maar te laten voor wat het is en draaien we ons nog even lekker om.

De volgende ochtend ontbijten we weer buiten. Dit keer niet echt een succes, want het stikt van de vliegen. Ach, zijn we lekker snel klaar en kunnen we verder rijden. Het plan is om naar Thredbo te gaan, een skioord in de Snowy Mountains. In de zomer is daar 1 skilift open. Die pakken we dan ook en lopen dan naar een uitzichtpunt om de hoogste berg van Australië, Mount Kosciuszko, te bekijken. De stoeltjeslift bevalt de jongens goed, het is zelfs erg rustgevend. De wandeling is 4 km, de heenweg aardig omhoog, dus de terugweg is aardig eenvoudig. Jesper heeft uiteraard zijn schoenen met lampjes aangetrokken, dus die loopt goed. We moeten hem soms wat afleiden, maar het grootste stuk gaat perfect. Het uitzichtpunt is leuk, maar bomvol steekvliegen. Lang uitrusten is er dus niet bij. Mount Kosciuszko is ook lang niet zo imposant als Mount Cook. Maar het is een leuke wandeling met een mooi zicht over het dal en de weg ernaartoe staat vol met wilde bloemen. Weer terug bij de stoeltjeslift (liftstoelen volgens Jesper) trakteren we ons op wat te eten bij het restaurant. Een pannenkoek met ijs heeft Jesper wel weer verdiend. Ondertussen is het 3 uur en de jongens hebben nog steeds niet geslapen. We verwachten eigenlijk dat ze in de stoeltjeslift in slaap zullen vallen, maar ze houden het gelukkig wakker tot de camper. We rijden nog verder tot Geehi, ook een natuurcamping in het nationale park. Onderweg stoppen we nog even om wat gekleurde vogels te bekijken (Crimson Rosella’s) en voor: emu’s! Voor degene die geen emu kennen: we hebben een foto! Ze lopen vlak langs de berm. De camping is heel rustig. We vinden dus makkelijk een plaatsje met een vuurplaats. Actie 1 is dus hout sprokkelen. Vervolgens duiken we ook hier de rivier even in. Er zijn met stenen terrassen gemaakt, waardoor je allemaal kleine baden hebt. Perfect om te poedelen en de spelen voor de kinders.

Als Erwin dan gaat koken kijk ik nog even goed naar de schimmen die ik achter een auto zie lopen. Het blijken geen mensen, maar kangoeroes. We gaan die dus even wat dichterbij bekijken. Blijft gaaf. Na het eten lopen we nog even een rondje. Als we weer bij het veld uitkomen zien we weer een kangoeroe, en nog één, en nog één en nog één… Het stikt er van, zelfs een paar aardig dichtbij. Dan komen er ook nog wat witte Kaketoes en Rosella’s en de Kookaburra’s op de achtergrond maken het Australië-tafereel compleet. We genieten er nog even van en sprokkelen ondertussen nog wat hout voor het vuur. Jesper heeft zijn handen vol, dus wij helpen hem dragen en lopen dus met allemaal kleine rottakjes rond. Erwin probeert nog even zijn foto te maken. Hij heeft bedacht dat hij een kaketoe wil fotograferen die recht over hem heen vliegt. Daar is hij dus wel even zoet mee. Wij maken ondertussen alles voor het kampvuurtje gereed. Jesper en Sten ontpoppen zich als ware pyromanen. Ze willen steeds weer nieuwe takken op het vuur gooien. Erwin geeft Jesper een laatste tak, als hij die heeft gegooid moeten ze naar bed. Dat laat Jesper zich natuurlijk geen 2 keer zeggen en legt de tak voor zich neer en gaat op zijn dooie gemak in de stoel zitten wachten tot alle takken opgebrand zijn! Slim, maar daarmee lagen ze wel erg laat op bed.

En dan hebben we de volgende dag geweten! Het is vandaag erg warm en zelfs met de airco aan blijft het zweten in de camper. Het is een aardige rit vandaag. We rijden naar Mount Buffalo, weer een nationaal park. Sommige stukken van de weg zijn aardig kronkelig, dus dat schiet niet echt op. Maar de meeste stukken zijn recht en lang. Het landschap verandert drastisch zodra we de bergen uitrijden. Van dik bebost, rijden we opeens in erg vlak en heuvelachtig land. In de Snowy Mountains rijden we langs een krachtcentrale die aan de rand van het park staat. Plots sta je oog in oog met 3 grote pijpleidingen dwars door het bos. Geen gezicht. We verbazen ons ook dat het zo mag in een nationaal park.

Een stuk verderop komen we bij het plaatsje Tallangatta, een stadje dat in de jaren ’50 is verplaatst omdat de plek waar het dorpje lag een waterreservoir werd. Het ziet er spookachtig uit, helemaal als er in de bedding allemaal zwart geblakerde dode bomen staan.

We komen pas eind van de middag, met 2 heel chagrijnige jongens (en een chagrijnige vader) bij Mount Buffalo aan. We rijden gelijk door naar de camping. Onderweg hebben we ze al gebeld en we hebben mazzel: er heeft iemand geannuleerd, dus wij kunnen kamperen. Verder zat de camping tot eind januari vol. De weg is érg kronkelig en de camping blijkt niet echt ingesteld op campers. Het is aardig puzzelen om hem tussen alle bomen door te krijgen. Maar het lukt en we hebben een mooie plaats. Na het eten lopen we naar het meer dat bij de camping ligt. Jesper twijfelt geen moment en duikt het water is. Na 15 minuten spetteren weet hij nog wel even te vragen of zijn onderbroek wel nat mag worden… Ook Sten is met shirt en luier het water in. De terugweg naar de camper is hij niet zo blij, hij wijst steeds naar zijn natte shirt. Hij vindt het maar niets. Nou, hopelijk maken ze even een goede nacht en hebben we morgen een iets betere dag!

Nadat de jongens in bed liggen gaan wij (Carine en ik) nog even bij het meer kijken. Het is hier in Australië echt donker en je ziet zo ontzettend veel sterren. Het Zuiderkruis is erg mooi te zien. Vlak bij het meer is een Wombat hol, maar die komen er normaal alleen ’s nachts uit. Wij zien er dus geen. Meestal is het om 10 uur ’s avonds al uitgestorven op de campings en deze boscamping is daar geen uitzondering op. Vlak daarna gaan wij dan ook maar naar bed.

Donderdag 10 januari. We hebben nog een hele week te gaan in Australië. Wat gaat dat hard. Het systeem van slapen en wakker worden gaat steeds beter. De jongens worden meestal om 08:00 wakker en na Jespers medicijn kunnen we op ons gemakje ontbijten. Vaak zijn we dan om een uur of 10 klaar om op weg te gaan. Hier op de camping is het erg lekker wakker worden. Het is er best druk, maar iedereen staat tussen de bossen waardoor je niet veel van anderen merkt. Om 10:30 manoeuvreren we heel rustig aan de camper door het bos de camping af. Weer een lange dag voor de boeg. We willen naar Lake Entrance / Paynesville rijden. Dit is een meren gebied aan de zuidkust. Het plan is daarna rustig aan via nationale parken naar Melbourne te rijden. Jammer genoeg zal het niet lukken om in Wilson Promontory te kamperen. Daar hadden we ons zinnen op gezet omdat het een mooi natuurpark is en er ook wombats zitten, maar voor deze periode moet je echt 4 maanden van tevoren al boeken. De meeste mensen doen dat zelfs een jaar van te voren.

Langzaam rijden we van de camping weer naar beneden. Waarom lijkt de terugweg van iets toch altijd zoveel korter. Ik (Erwin) heb met echt verheugd op de weg naar beneden. Maar voordat we het weten staan we alweer beneden. We zijn weer langs hele mooie ravijnen en dalen gereden en hadden hier erg graag meer tijd gehad.

De Tomtom geeft 3 uur naar Paynesville, dus dat valt op zich nog wel mee. Buiten het Mt. Buffalo National park kunnen we ook al snel weer 80-90 km/uur rijden, en dat schiet echt op. Net nadat we besloten hadden om in Omeo (106 km verder) boodschappen te gaan doen, verschijnt er een waarschuwingsbord voor scherpe bochten. Dit blijkt 50 km te gaan duren. We gaan de Alpen over. Op de stukken waar het niet zo scherp stijgt, kan ik in z’n 2 naar boven. Op de rest moet ik echt in z’n 1, in slakkengang naar boven. Dat is echt bergen rijden. Ik denk dat het echt een uur heeft geduurd voordat ik boven op de berg, het stuur aan Carine over geef. Zij kan het laatste stukje wel in z’n 3 rijden en langs hele mooie vergezichten dalen we weer verder af. Erg leuk zijn alle rode palen langs de weg met borden: “keep right of these poles”. Alsof je er links van in de diepte zou willen vallen. Op sommige stukken is het echt ontzettend steil.

In Omeo kopen we alleen wat brood en tanken de camper weer eens vol. Het is buiten erg warm (37 graden) en we zijn blij dat we in onze lekkere warme camper verder kunnen. Hoewel we niet meer steile bergen hebben, is het heel erg bochtig en schiet het niet zo heel hard op. Uiteindelijke rijden we om 16:00 Bairnsdale binnen en moeten we afslaan naar Paynesville. Als een werkauto ons de weg verspert, staan we even na te denken. Een andere auto stopt en de chauffeur vertelt ons dat we die kant niet op kunnen omdat we te hoog zijn. We moeten maar achter hem aanrijden, dan komt het goed. Inderdaad blijkt later dat er een te lage brug in de weg gezeten zou hebben. Voor vijven stappen we de hete camping op. Er zijn zelfs meerdere plekken vrij en we kiezen een doorrij plek. Een plek waarbij je niet hoeft te keren en te inparkeren. Soms is lui zijn best lekker.

Na een lekker drankje gaan we nog snel even een duik in het zwembad nemen. De mannen hebben zo langzamerhand echt de smaak te pakken. Beiden willen vanaf de rand in onze armen springen. Het springen mag hier in het zwembad niet, maar half erin springen lukt dan wel. Omdat ik (Erwin) de ‘kookbeurt’ heb, lopen we na het zwemmen lekker het dorpje in en kopen pizza’s. Aan het strand heb je natuurlijk weer picknick tafels en bbq’s. Alles in goede staat en werkend. Wat blijft dat toch lekker. We zitten aan een binnenmeer en de hele tijd zeilen er kleine bootjes langs. Ik wil oooooooooookkkk….Als wij klaar zijn met onze pizza’s (en nadat we de zwarte zwaan die blijft schooien, hebben geprobeerd te verjagen), loopt het langzaam vol met families die lekker gaan bbq’en en eten. Terug op de camping gaan de jongens naar bed en genieten wij van heel veel kakatoes, rosella’s en andere vogels die elkaar continu proberen te verjagen. Het is heel gezellig in die bomen. Natuurlijk horen we op de achtergrond de (bijna standaard) Kookaburra’s. Wat een leven toch. Morgen willen we de ferry pakken naar Raymond Island. Dit eiland blijkt heel veel koala’s te hebben rondlopen en omdat we die alleen nog in dierentuinen hebben gezien, gaan we weer op “jacht”.

Jesper heeft zijn nacht niet (hij klaagt over buikpijn) en we halen hem uiteindelijk bij ons in bed. Dat werkt voor hem erg goed, hij ligt op een gegeven moment zelfs met zijn benen languit over mij (Carine) heen. Je begrijpt dat wij een iets minder goede nacht hebben. ’s Ochtends zijn we dan ook nog wat kort en hebben even een goede aanvaring met Jesper. Maar gelukkig trekt het allemaal weer snel bij en gaan we inderdaad op koala-jacht. Het is zo vroeg al erg warm, dus dat belooft wat. De ferry is er al snel en in een paar minuten zijn we aan de overkant, op Raymond Island. We rijden een stukje het eiland op en stuiten al snel op een onverharde weg. Het hele eiland blijkt uit onverharde wegen te bestaan. Oeps… We rijden toch maar door met de camper. Ondertussen turen we naar boven om de eerste koala’s te spotten, maar helaas. We zien van alles, maar geen koala’s. Na een uurtje besluiten we, chagrijnig en wel, om even een kop koffie te drinken. Erwin kijkt nog even snel in het huurcontract of dit eiland genoemd staat als plek waar we niet mogen komen. Dat is gelukkig niet het geval, maar… we blijken op geen enkel eiland te mogen komen met de camper. Ach, bereikbaar met een ferryrit van een minuut of 3, mag niet echt een eiland heten, dus we kachelen maar snel door. We krijgen een stijve nek van het omhoog kijken en we zweten ondertussen de auto uit, maar we houden vol. Na nog een uurtje rondgereden te hebben ziet Erwin hem: Grijs-wit en pluizig, keurig in de hoek tussen 2 takken van de eucalyptusboom. De jongens zijn net in slaap, dus die moeten even wakker gemaakt. Maar voor een koala is dat geen probleem. We nemen de nodige foto’s en zien ondertussen ook een tweede koala in dezelfde boom zitten. Het is grappig om te zien dat de koala je echt helemaal volgt. Als we achter de boom staan, kijkt ie achterom en als we rond de boom lopen, kijkt ie helemaal mee. Het lijken nog wat jonge koala’s. Helemaal gelukkig rijden we weer verder. Dan zien we plots nog een koala. Ik schrijf nu ‘we’, maar ik bedoel ‘ik’! Ik heb natuurlijk nog het een en ander goed te maken nu Erwin de eerste koala heeft gezien. Ik ben aardig gedreven om nu ‘de meeste’ koala’s te vinden. En het lijkt aardig te lukken, want een stukje verderop zie ik er nog één. We zijn aardig tevreden met deze score en rijden terug naar de ferry, via de weg waar we ook begonnen zijn. Daar staan wat mensen te kijken, dus wij sluiten ons aan. Jawel: op een stukje van 20 meter, zitten ook nog eens 5 koala’s. Allemaal de camper uit en camera’s in de aanslag. Wat gaaf om deze beesten echt in het wild te spotten. Na wat rondgelopen te hebben, gaan we wat verkoeling zoeken in de camper. Als we de camper ingaan, blijkt er boven ons in de boom ook nog een koala te zitten. Nou, dan smaakt de overgebleven pizza van gisteren nog lekkerder!

We gaan weer terug naar de ferry en rijden richting ninty-mile-beach, een strand van 90 mijl (ongeveer 144 km). We stoppen onderweg nog even in Sale, een klein stadje, maar met een zeer uitgebreid visitor centre. De meneer daar weet ons zelfs te vertellen dat we wellicht toch nog het Wilson Promontory-park in kunnen. Voor internationale toeristen blijken ze een paar extra plaatsten te hebben. Dat biedt weer wat mogelijkheden. We doen wat boodschappen en tanken en rijden dan snel door. Pas rond 6 uur komen we bij een geschikte kampeerplaats bij het strand. Er zijn hier verschillende kampeerplaatsen aan de weg waar je mag gaan staan als er plek is. We hebben een hele plek voor onszelf, dus dat is luxe. We kijken eerst nog even snel bij zee. Het waait jammer genoeg erg hard en er zitten heel veel (steek)vliegen en muggen, dus we zijn weer snel terug bij de camper.. Onderweg hebben we al wat slecht weer gehad, waarmee de warmte ook gelijk weg was. Gelukkig! Het is wel erg jammer om te zien wat de mensen hier met die gratis kampeerplekken doen. Het barst er van het vuilnis, lege flesjes, legen zakken etc. Dat zijn we hier helemaal niet gewend. Als er al ergens vuilnis ligt, wordt dat door Rotary’s en Lion’s verenigingen opgeruimd.

We gebruiken voor het eerst de douche in de camper en helemaal schoon kunnen we ons bed in! En weer zit er een week op. Ondertussen hebben we 12 weken genoten en kunnen we nog 1 week door.

woensdag 16 januari 2008

Kerst en Nieuwjaar met Roland en Patries

Maandag 24 december 15:30 plaatselijke tijd.

Weer in Sydney
Binnen 30 minuten zijn we door de douane. Omdat we al het eten hebben gemeld moeten we de quarantaine rij in. Het eten vinden ze toch niet zo spannend, maar de waaier die we in Tonga hebben gekocht moet uit de tas worden gehaald. Uiteraard zit deze helemaal onderin. Na wat schud- en klopwerk blijken er geen beestjes in te zitten en mogen we door. Alles gebeurt weer erg vriendelijk. We nemen snel een taxi naar het huis van Roland en Patries om daar hun Subbie (Subaru Forester) op te halen. Na 45 min met de taxi kom je er weer achter hoe groot Sydney is. Je rijdt echt aan een stuk door door de stad met heel veel baaien en heel veel groen. Wat een heerlijke stad toch.

Bij Roland en Patries staat inderdaad de auto klaar en nadat we twee tassen in de garage hebben gezet, gaan we een luxe 3-gangen diner bij de Mac eten. Altijd lekker op kerstavond, maar je moet toch wat. Het is ondertussen 18:00 en we weten niet hoe laat hier vandaag alles sluit. Om 19:00 rijden we richting Newcastle en Hawks Nest. Na 45 minuten zijn we weer de stad uit en gaan we de snelweg op. Het rijdt allemaal erg goed door en de uitzichten zijn erg mooi. We waren bang dat we erg moe zouden zijn, na zo’n reisdag. Dat valt gelukkig erg mee en in het donker krijgen we ook geen kangoeroes te zien. Uiteindelijk zijn we wel blij als we om 22:00 in Hawks Nest aankomen bij R&P. We hebben daar een schitterend appartement, lekker dicht bij het strand. De jongens worden weer erg wakker en we genieten dus van een lekker biertje/wijntje en wat chips.

Kerst
Door het tijdsverschil zijn we erg vroeg wakker. Het is hier 2 uur vroeger dan in Nieuw Zeeland en we worden om 07:15 plaatselijke tijd (09:15 in NZ) wakker. Jesper ontdekt een kadootje in zijn kerstsok en ook Sten blijkt te zijn verwend. Het dribbelboekje en het krasblok vallen in goede aarde. Pas later zien ze dat er ook onder de kerstboom nog een hoop kadootjes liggen, maar die pakken we later pas uit.
We hebben hier in Hawks Nest lekker een paar dagen rust en ontbijten heerlijk rustig en gezellig met R&P. Doordat we zo vroeg op zijn, zijn we ook al om 10:00 klaar met ontbijten. Normaal duurt dat door Jesper’s medicijn veel langer. We gaan na het eten lekker langs het oceaanstrand en het strand aan de baai wandelen. Af en toe regent het een beetje, maar het is al lekker warm. Onderweg zien we hordes sprinkhanen en pelikanen. Jesper ziet zelfs babypelikanen, wij noemen het gewoon meeuwen! Erwin fotografeert nog een skelet van een cicade, een soort grote tor. Op de foto’s van Roland is mooi te zien hoe Sten bijna wordt gelanceerd tijdens deze actie.

Terug in het appartement vinden R&P een spin die ze ‘verdacht’ vinden. We googleën en zien dat het inderdaad een Redback is, een spin waarvan een beet zelf dodelijk kan zijn. Niet dat ze snel bijten, want ze blijken hoofdzakelijk in hun web te blijven. Maar toch maakt Roland dit exemplaar maar even onschadelijk.

Nadat de kinderen hebben geslapen, kunnen we, eindelijk, de kadootjes die onder de kerstboom liggen gaan uitpakken. Jesper en Sten rennen af en aan met de pakjes en gunnen zich weinig tijd om hun kadootjes uit te pakken. Jesper krijgt een paar leuke kadootjes, maar de vlieger die er bij zit is wel erg interessant.

Patries heeft ondertussen een heerlijk rundvleesroast (een gigantische lap vlees) in de oven gedaan. De kinderen vallen tijdens het eten al bijna in slaap en na het eten volgen wij ook niet veel later. Het is heel apart dat we voor het eerst in 2 maanden weer eens apart van de kinderen slapen.

Tweede kerstdag is ook weer een lekkere dag. Het is ondertussen helemaal open getrokken en de zomer is begonnen. Op onze veranda hangt een groot zonnescherm. Deze laat wel licht door, maar houdt de zon goed tegen. We ontbijten weer op ons gemakje en gaan dan met de 2 auto’s naar het Oakvale Wildlife Park. Dat is ongeveer een uur rijden richting Nelson Bay. We krijgen nu pas een beetje een beeld hoe mooi Port Stephens is. We rijden over grote bruggen en langs mooie baaien. Oakvale zelf is erg druk. De parkeerplaats is vol met auto’s. Als een van de eerste keren moeten we ook voor Jesper toegang betalen. Binnen valt de drukte wel mee en de jongens kunnen op hun gemakje kangoeroes en geiten eten geven. We maken ook nog een ritje achter een tractor met een chauffeur die dat ritje al heel vaak gedaan heeft. Hij heeft een heel langgereeeeeekktteeeee manier van praten. Jesper en Sten vinden het allemaal erg leuk en dan hebben wij het natuurlijk ook naar ons zin.

We zijn lekker op tijd weer thuis, dus we kunnen nog even naar het strand om de vlieger te proberen. Helaas waait het te hard voor Jesper zijn vlieger, maar die van R&P gaan wel goed. Jesper zijn leed is dan ook gauw geleden als hij samen met Patries mag vliegeren. We gaan ook nog even lekker zwemmen. De jongens vinden de branding erg leuk, maar krijgen het wel erg koud door de wind. Wij gaan met z’n vieren dan ook even vroeger dan R&P terug. Hierdoor missen wij nog net een helikopter die een reddingsactie komt uitvoeren.

Thuisgekomen mag Jesper samen met Roland barbecueën en vindt dat erg leuk. De tafel is mooi gedekt, met christmas crackers. Om de beurt trekken we hem open en worden we verrast met een knal, een kadootje en een muts. Een vrolijk tafereel! We hebben grote garnalen spiesen en lekker gemarineerde kip op de BBQ. Het eten is weer heerlijk. Als start hebben we Sydney Rock Oysters. Lekkere oesters die blijkbaar jaren moeten groeien voordat ze op tafel kunnen. Jesper eet er natuurlijk van mee. De eerste is geen groot succes en hij kijkt er heel erg vies bij. Met flinke tegenzin lijkt hij wel een tweede te pakken. Maar dan gebeurt het de derde en de vierde verdwijnen gigantisch snel van het bord waarop ze allemaal liggen en we moeten hem tegenhouden, willen we zelf ook wat over houden. Hoewel Carine en ik gewend zijn aan het feit dat hij vis eet, maar hiervan zijn wij zeer verbaasd. Dit geldt natuurlijk helemaal voor Roland en Patries. Hun ogen vallen werkelijk op tafel van verbazing. Ook nu liggen de kinderen veel te laat op bed en liggen wij er weer flink vroeg in.

Het blijft heel vreemd om Kerst in de zon te vieren. Helemaal als het in Nederland koud blijkt te zijn. We waren even bang dat we voor het eerst in eeuwen een witte kerst in Nederland hadden en dat wij er dan niet zijn. “Gelukkig” viel dat allemaal wel mee

Op donderdag gaan R&P op de fiets naar Nelson Bay. Wij zijn wat luier en willen niet ook 90 km gaan fietsen. In Tea Gardens kunnen we gewoon een veerboot pakken. Die hebben we om 11:00 en we zijn amper weggevaren of we zien de eerste dolfijnen. De jongens vallen redelijk snel in slaap en hebben daardoor niet in de gaten dat we halverwege alweer dolfijnen zien. Verder zien we gewoon heel veel pelikanen. Dit is zo indrukwekkend dat je “gewoon” met een reguliere veerboot vaart en zoveel dieren ziet, die je bij ons alleen in de dierentuin ziet. In het huisje in Hawks Nest horen we Cookaburra’s en andere vogels en hier vaar je gewoon tussen dolfijnen.

In Nelson Bay zitten R&P al lekker aan een smoothy en kunnen wij snel aanschuiven. Nadat R&P zich hebben omgekleed, lopen wij al zwetend naar de vuurtoren. Het is ondertussen flink warm. Bij de vuurtoren zit een klein theehuis. Gelukkig vinden we nog net een tafeltje waar wij aan passen. De pannenkoeken voor de jongens en de vis wraps voor ons gaan er erg goed in. Zo mooi uitzicht en zulk lekker eten, wat wil je nog meer. Al veel te snel moeten we weer naar de marina terug. We moeten de laatste veerboot terug pakken en die gaat om half vier.
De kinderen eten dit keer voor ons, waardoor ze een keer vroeg naar bed kunnen en wij daarna rustig kunnen eten. Heel voldaan liggen we allemaal wat vroeg in bed.

Vrij 28 dec
Het is zo lekker weer, dat we besluiten op het strand te ontbijten. We flansen snel wat te eten in elkaar en nemen de strandspullen mee. Het ontbijt smaakt ons prima en we nemen ook nog even een goede duik in de golven. Heerlijk toch. Als Roland en Patries later komen, heeft Roland gelukkig Jesper’s vlieger meegenomen. Gisterenochtend is Jesper al op het balkon gaan voelen hoe de wind waait: “Het waait niet hard, nu kan mijn vlieger op”. Het vliegeren gaat perfect met iets minder wind en Jesper leeft zich helemaal uit. De zon schijnt erg sterk, dus we blijven niet al te lang zitten. Op de terugweg horen we een helikopter rondcirkelen. Van R&P horen we dat er een haai-alarm is. Er zijn 12 haaien gesignaleerd en iedereen moet het water uit. Oeps, daar hebben wij ook net liggen dobberen… ’s Avonds is het zelfs op het journaal en de volgende dag staat het uitgebreid in de krant. De krant heeft op hun site zelfs foto’s, waaronder een aantal Jaws-foto’s. Hoezo ‘je wordt genept?’ ’s Middags gaan we nog op koala-jacht. Het levert helaas niets op, maar er schijnen veel koala’s in de buurt te zitten. Jesper en Roland regelen de bbq en wij laten ons het avondeten goed smaken en wij pakken alvast wat spullen in.

Helaas, het verblijf in het vakantiehuisje zit er alweer op. We pakken alles in en vetrekken richting Sydney. We hebben een four-wheel-drive, dus we nemen een toeristische route, via Cessnock en over een onverharde weg naar St. Alban unsealed. Erg gaaf! We hebben schitterende uitzichten en komen nauwelijks iemand tegen. Onderweg staat her en der een huisje in de middle of nowhere. Wat doen die mensen daar???? We zien een aantal brievenbussen keurig bij elkaar, dus we concluderen dat er meer huizen zijn dan wij zien. St.Alban blijkt wel wat drukker. Als volleerde Australiërs laden wij de koelbox uit de auto en stallen we onze picknicktas uit. We hebben een overheerlijke lunch met een schitterend uitzicht. De jongens proberen de speeltuin nog even uit, maar de toestellen blijken te heet door de zon. Jammer.

Als we wegrijden, blijkt de auto van R&P (Bruce voor de kenners) wat kuren te hebben. Er lijkt een steentje in de rem te zitten. De ‘anwb’ geeft aan dat ze er over 3 uur kunnen zijn, dus Patries en ik rijden met de kinderen in de Subbie naar huis en de mannen gaan kijken of ze zelf wat kunnen vogelen. Vlak voor wij op de veerboot rijden, bellen ze om te melden dat het is gefikst en dat ze met de hulpploeg even een biertje gaan drinken. Dat is mooi, want dat zijn we nog een beetje fatsoenlijke tijd thuis, denken we dan nog… Want op de boot meldt de schipper dat het dichtstbijzijnde tankstation iets verderop is, dus dat we daar iets met onze lekke band kunnen doen. Oeps! We krijgen voldoende hulp aangeboden, maar wachten toch maar even op onze mannen om de band te verwisselen. Uiteindelijk zijn we pas tegen een uur of 8 thuis. We maken snel de bedden op en leggen de jongens op bed.

Zo 30 dec. 07
Na een heerlijk nacht zijn de kinderen jammer genoeg vroeg wakker. R&P zijn natuurlijk alweer lang wakker en Patries heeft al hard gelopen. Het uitzicht hier in Dee Why is werkelijk fantastisch. Vanuit de keuken kijken we uit over de oceaan. Het is wel jammer dat Roland de fantastische zeilboten die langs varen, bestempeld als smetjes. Het is duidelijk te merken dat hij tegenwoordig geen Nederlander meer is. Windsurfen noemt hij zeilen en hij heeft meer van die foute trekjes.

Na het ontbijt en wat wassen gaan we naar het strand voor een lekkere bak koffie. De kinderen kunnen zich daarna uitleven in de zoveelste openbare speeltuin. Het is wel jammer dat de zon hier nu zó brandt, dat de vloer en de glijbanen erg heet worden. We gaan met de Subbie naar Manly om daar de ferry naar Sydney te pakken. In Manly is het duidelijk te merken dat het vakantie is en dat Manly helemaal in is. Het ziet er zwart van de mensen en we kunnen alleen maar stapvoets rijden. Het plan is om onder de Ferry Warf (veerbootterminal) te parkeren, maar ook daar staat een gigantische rij voor. Als wij nog maar 1 auto voor ons hebben, krijgen wij te horen dat de garage vol is en wij terug moeten. We zien dat niet zitten en besluiten te wachten. En inderdaad na 10 minuten gaan er 3 auto’s uit en kunnen we alsnog naar binnen. We kopen snel een broodje en in korte tijd staan we op de boot naar Sydney. Best vreemd dat we na 6 jaar weer op het Opera House en de Harbour bridge uitkijken. Morgen avond hebben we het plan om op Bradley Head het vuurwerk te gaan bekijken. Dit is een kleine uitzichtpunt waarop ”maar” 5000 zullen worden toegelaten. Op weg naar Sydney maken we maar even wat foto’s om een goede plek voor morgen te verkennen.

Sydney is bijna net zo druk als Manly en het ferry gebouw is echt helemaal vol. Wij willen nog met een boot naar Darling Harbour. Carine heeft daar 6 jaar geleden een horloge gekocht en hoopt nu hetzelfde horloge te kunnen kopen. Het is een erg leuke met een koala op de wijzerplaat en de oude doet het sinds de vakantie helemaal niet meer. Helaas is de winkel er niet meer en gaat het feest dus niet door. Gelukkig doet mijn horloge het nog wel en hebben we nog een half uur voordat het didgeredoo optreden in de Tourist Information van de Northern Territory (noordelijkste staat van Australië) begint. Jesper en Sten kunnen daardoor nog lekker even in een draaimolen. Om 16:50 staan we binnen bij de Tourist Information in zien een mooi bord dat alleen vandaag geen optredens zullen zijn. Kortom teleurstelling 2. Nou zijn we hier ook om voor mij een nieuwe opvouwbare hoed te kopen. Maar ja, de zaak gaat verhuizen en hebben geen voorraad in mijn maat meer. Het zit allemaal niet mee, maar dan zien de winkel ernaast. “Dutch Treat”. Gruwelijk fout kopen we een broodje frikadel speciaal, dropjes en voor de jongens poffertjes! Wat een feest!!!!!!!!!!!

Terug naar de ferry komen we weer langs een grote speeltuin en natuurlijk ontkomen we er niet aan om de jongens zich daar te laten uitleven. Met dezelfde ferry’s varen we terug naar Manly en willen daar “fish en chips” op het strand eten. We zouden 1 familieschotel met een extra friet voor ons vieren kopen. Nadat we het eten hebben gekocht lopen we terug naar het strand en pakken daar al het eten uit. Niet helemaal fit meer heeft Carine alleen 2 familiemaaltijden besteld en kunnen we zo’n beetje iedereen op het strand laten mee-eten.

Net op het moment dat we weg willen gaan, krijgen we in de gaten dat er steeds meer mensen gaan staan kijken bij de steiger. Sinds kort nestelen er een paar pinguïns onder de steiger en deze zouden net na zonsondergang het strand op moeten komen. Helaas zijn ze er om 21:00 nog steeds niet en moeten we voor Jesper’s medicijn terug naar huis.

Dan is het oudjaars dag. We worden om 09:00 wakker en pakken snel alle spullen in om naar Bradleys Head te rijden. Omdat er zoveel mensen worden verwacht en we goed zicht op de Harbour Bridge willen hebben, willen we om 12:00 op ons plekje zitten. Maar ja, dat idee hebben natuurlijk veel meer mensen. Roland en ik laden alle spullen uit en zoeken een parkeerplaats. Tegelijkertijd zoekt Patries dan al naar een mooi uitzichtpunt en wacht Carine met de jongens bij alle spullen. Tegen de tijd dat Roland en ik terug zijn, lopen we midden in een grote stroom koelboxen, bierdozen en picknickmanden naar het uitzichtpunt. We hebben een heerlijk plek onder de bomen met zicht op de brug. In de loop van de middag loopt het almaar voller en tegen de avond zit iedereen echt bijna op elkaar. Ondanks de vele flessen die her en der opgaan, is het een heel rustige, gezellige en ontspannen sfeer. Je hoort soms wat muziek, maar hebt geen overlast van anderen. De jongens gedragen zich keurig. We hebben een bal bij ons, dus we trappen soms een balletje en verder vermaken ze zich prima met Roland en Patries, wat eten en wat rondkijken.

Het vuurwerk bestaat altijd uit 2 delen. Om 21:00 het kindervuurwerk en om 24:00 het grote vuurwerk. Het wordt van diverse plekken afgestoken en om toch alle afsteekplekken te kunnen zien, staan we toch wat lager op het terrein klaar voor het kindervuurwerk. Jesper is sinds Tioman nog steeds bang voor vuurwerk, maar wij denken hem aardig te hebben voorbereid en gelukkig hebben we nu zijn MP3-speler. Die je moet je dan natuurlijk niet boven laten liggen en na de tweede knal is hij helemaal over zijn toeren. Sten laat zich natuurlijk lekker opjagen. Ze worden wel stil, maar hierdoor is het, ondanks het gave vuurwerk, niet het feest zoals we het hadden voorgesteld. Denk niet dat het kindervuurwerk maar weinig voorstelt, het is een vuurwerk waar wij ‘U’ tegen zeggen! Dat belooft wat voor het 0.00 uur vuurwerk!

De twee buggy’s komen erg van pas. Beide heren vallen heel snel in een heel diepe slaap en wij bereiden ons rustig voor op het grote vuurwerk Nu heeft Carine Jesper en ik Sten. Na het aftellen lijkt het even fout te gaan, maar de combinatie van een MP3-speler met de moeder werkt goed. Sten vind het allemaal erg mooi. Van sommige klappen schrikt hij wel, maar blijft kijken. Wat een spektakel die vuurwerk. We zien alle zes de afsteekplaatsen en het is gigantisch! De afsteekplaatsen zijn pontons in het water. Van alle 6 de pontons steken ze hetzelfde voorwerk af, dus het loopt mooi synchroon. Ook van de hoge gebouwen spuit vuurwerk omhoog en uiteraard ook van de Harbour Bridge. Het zelf vuurwerk afsteken in Australië is strafbaar, maar dat maken ze meer dan goed met het officiële vuurwerk!

Om 00:30 lopen we, met een gigantische mensenmassa, terug naar de auto. Ook hier valt geen onvertogen woord. Sten op de schouders en een buggy vol met spullen. Uiteindelijk zijn we om 02:00 thuis en drinken gezellig nog 1 biertje thuis. Wat een feest.

Dinsdag 1 januari 2008
Een nieuw jaar beginnen we met uitslapen. Om 09:30 worden we wakker en de pannenkoeken die Patries bakt, gaan er erg goed in. R&P hebben natuurlijk alweer gezwommen voordat wij wakker werden. Normaal ben ik niet jaloers als zij weer zo vroeg bezig zijn, maar dit keer had ik wel mee gewild. We krijgen in Nederland en Spanje bijna niemand te pakken, maar kunnen Ward en de Uilenburgers even rustig gelukkig Nieuwjaar wensen.

Na het eten gaan de jongens gelijk weer naar bed en Sten slaapt zo’n beetje 3 uur! Nadat
ze weer wakker zijn geworden, gaan wij ook lekker naar het strand. Het is echt fantastisch hoe R&P hier in Dee Why wonen. Op 10 minuten lopen van een erg gaaf strand. Zij waren er al eerder naartoe gegaan, maar we ontmoeten elkaar daar aan het strand. Ik ga even zwemmen en merk voor het eerst wat er voor een gigantische stroming staat. Op het ene moment staat hij dwars op het strand en het volgende moment word je zo naar zee gesleurd. Als je dan ook je evenwicht verliest, ben je inderdaad zo weg. Je hoort die verhalen wel altijd, maar als je het zelf ervaart is het toch indrukwekkender. Nu snap ik eindelijk ook waarom die foute badmeesters in Australië bestaan. Hier in Dee Why hebben geen badmutsen op, maar ze moeten echt diverse keren per dag de zee op, om mensen terug te halen. Er is een stuk van het strand afgezet, waarbij je tussen de vlaggen het water in mag. Daar word je in de gaten gehouden. De rest van de zee is vandaag dicht omdat het te ruig is.

We lopen naar de rockpools terug. Dit zijn stukken zwembad op de rosten. Ze worden gevuld met zeewater en hier kun je meestal veilig zwemmen. (Patries laat ons later foto’s zien van flinke golven die er in juli overheen zijn geslagen). Na het eten liggen de kinderen vroeg op bed en kijken wij nog even de video beelden van het vuurwerk. Nog steeds wow. We gaan helemaal voldaan naar bed; totdat ……………….. Sten begint te spugen!

Na een drukke nacht is Sten nog steeds ziek. We besluiten de dierentuin maar te skippen. Helaas, maar met een ziek kind is het voor niemand een plezier. Roland is een dag gaan werken. Na een paar uur is Sten wel redelijk opgeknapt en gaan we maar even shoppen in de dichtbij gelegen Warringmahmall. Op weg daar naartoe breek ik weer eens m’n vulling af. Dit is de vulling van mijn voortand die ondertussen al tig keer is vernieuwd en maar blijft afbreken. In een boekhandel komen we de Australische versie van “A Kiwi Jingle Bells” tegen en omdat R&P helemaal gek dreigen te worden van Jesper’s vragen of Jingle bells nog een keer op mag, kopen we er een voor hun. Natuurlijk nemen we er ook een voor ons onszelf mee. Helaas komen we er bij R&P thuis achter dat we ze ergens in de mall hebben laten liggen. Ik rij terug om te zoeken, maar kan ze jammer genoeg nergens vinden. Dus koop ik ze maar opnieuw. Bij de auto aangekomen, blijk ik mijn parkeerkaart in de boekhandel te hebben laten liggen en die is natuurlijk ondertussen dicht. !@!#@%$!#@$%#!$%@#!. Gelukkig kan ik leuk overweg met de dame aan het loket en hoef ik maar de helft van het standaard bedrag voor een verloren kaart te betalen ($12 i.p.v. $24)! Wat een verspilling!

’s Avonds gaan we met Roland en Patries uit eten. We komen op de boulevard uit op een Italiaanse eettentje en eten daar echt ontzettend lekker. We hebben onze eigen fles wijn bij ons. Ook hier is het BYO (Bring Your Own) principe. Je mag zelf drank meebrengen en betaalt dan alleen een service bedrag (kurkkosten). Morgen gaan we de camper weer ophalen en hiermee hebben we een fantastisch afscheidsetentje!

De volgende ochtend bel ik vroeg de tandarts en kan om 13:00 terecht. Hoewel ze natuurlijk geen echte reden nodig hebben, gaan Carine en Patries dan maar even shoppen om de tijd te doden. Carine komt alleen ziek terug. Ze heeft ondertussen ook overgegeven en gaat gelijk naar bed om even wat te slapen. Patries heeft tijdens het shoppen een Wiggles DVD voor de jongens gekocht. The Wiggles is hier in Australie erg groot. Het zijn 4 lieve jongens met een piraten kapitein, die heel veel “meemaken”. Het is erg zoetsappig, maar de kinderen vinden het fantastisch. Er is ook van alles te koop van de Wiggels. In Perth hebben we voor Sten al Wiggle schoenen gekocht en je hebt bijvoorbeeld ook Wiggle toetjes. Mijn ingreep bij de tandarts is zo gepiept en in no time zijn we weer $260,- armer! Carine komt om 15:00 pas weer uit bed en is echt belabberd. We besluiten dan maar dat ik de camper ga halen en nog een nacht bij Roland en Patries te blijven (alsof dat een straf is). Roland brengt me naar Apollo en we zijn van plan achter elkaar aan terug te rijden. Jammer, de camper staat niet klaar en de service gerichtheid bij de dames van Apollo is erg slecht. Ons verzoek om een Ford auto met Winnebago opbouw, staat nergens in het systeem. We hebben dat maar op 3 plaatsen laten vastleggen en ik heb het ’s ochtends ook nog eens telefonisch gevraagd. Roland gaat terug en ik wacht “rustig” 2 uur tot de camper klaar is. Het Winnebago deel klopt, maar het is een zware Volkswagen 5-versnellings auto. En alles is oud.

Om 18:30 ben ik terug en eten we lekker pasta. Al met al hebben we weer een heel gezellige en rustige laatste avond bij Roland en Patries.

En dan is het vrijdag 04 januari
Als we wakker worden is Roland ondertussen ook ziek geworden. Sten is ook weer niet lekker en gaat eigenlijk gelijk weer naar bed. We laden de laatste spullen in de camper en nemen afscheid van Roland en Patries. Het valt erg tegen weer weg te moeten gaan. We hebben een heerlijk relaxte en lekkere tijd gehad. Het weer op pad gaan is erg lekker, maar afscheid nemen van goede vrienden die je een hele tijd niet meer gaat zien is nooit makkelijk.

Om 10:15 rijden we weg. Ondertussen heeft Jesper wel onderhandeld dat Roland en Patries nog naar Alphen komen; “ alleen weten ze het nog niet”.

Vluchtplan

Datum Traject Maatschappij Vluchtnummer Vertrektijd Aankomsttijd Terminal
18-okt Amsterdam - Kuala Lumpur Malaysia Airlines MH 17 12:00 06:05 (vrijdag)  
19-okt Kuala Lumpur - Tioman Berjaya Air J 8186 12:40 13:40  
22-okt Tioman - Kuala Lumpur Berjaya Air J 8187 16:00 17:00  
23-okt Kuala Lumpur - Perth Malaysia Airlines MH 25 9:40 15:00  
11-nov Perth - Auckland Air New Zealand NZ 176 19:25 5:45  
12-nov Auckland - Nuku'alofa Air New Zealand NZ 866 7:30 10:30  
12-nov Nuku'alofa - Vava' u Tonga Airlines PC 935 Y  12:30 13:30  
20-nov Vava'u - Nuku'alofa Tonga Airlines PC  938 Y   16:45 17:45  
21-nov Nuku'alofa - Auckland Air New Zealand NZ 865 11:30 14:30  
24-dec Christchurch - Auckland Air New Zealand NZ 514 9:40 11:00  
24-dec Auckland - Sydney Air New Zealand NZ 719 13:00 14:30  
17-jan Melbourne - Kuala Lumpur Malaysia Airlines MH 148 15:40 20:40  
18-jan Kuala Lumpur - Langkawi Air Asia AK 6302 10:20 11:20 LCC Terminal(MY)
20-jan Langkawi - Kuala Lumpur Air Asia AK 6307 17:35 18:35 LCC Terminal(MY)
20-jan Kuala Lumpur - Amsterdam Malaysia Airlines MH 16 23:45 05:55: (maandag)