Nadat we met de boot in Picton zijn aangekomen, zoeken we snel een camping. We hebben nog tijd om even wat te drinken en de nieuwe stapel folders te bekijken. Verder horen we veel Nederlands om ons heen. Tegenover ons parkeren de Nederlanders van de boot, dat betekent dat de kinderen even van elkaars speelgoed kunnen genieten (het speelgoed van een ander is altijd leuker dan wat wij ondertussen bij elkaar gesprokkeld hebben). Echt honger hebben we niet meer na onze uitgebreide lunch en we houden het dus maar bij een cup-a-soup. Na het eten gaan de jongens nog even op de trampoline springen. Bijna iedere camping heeft wel een springkussen of een trampoline. Als de kinderen slapen komen Monique en Arjan nog even borrelen. Zij hebben 3 maanden voor Nieuw-Zeeland. Ook een handige keus, want het blijkt dat wij toch best aardig moeten doorrijden. Van de andere kant zouden we niet weten wat we zouden willen skippen uit onze reis. Sten lijkt eindelijk wat meer woordjes te gaan brabbelen. Gelukkig staan we er beiden bij als hij appelsap en soep lijkt te brabbelen. Hoewel het zo nog lekker rustig is (alleen Jesper praat ons de oren van het hoofd), zou het toch fijn zijn als hij echt gaat praten. Na een gezellige avond met Monique en Arjan, duiken we aardig laat ons bed in. Nu maar duimen dat de jongens uitslapen morgen!
Nou, uitslapen doen ze, alleen worden wij vroeg wakker van iemand die om 07:00 uur graag het journaal vroeg wilde horen. Het blijkt fantastisch weer en dat komt goed uit, want we willen vandaag de Marlborough Sound verder gaan verkennen. Het ontbijt is wat karig, want we zijn hard aan nieuwe boodschappen toe. We rijden dus snel naar een supermarkt en slaan weer even goed in. We bekijken de bandenspanning en Erwin weet het ventiel te breken. We moeten dus eerst een bandencentrum hebben, maar dat duurt gelukkig allemaal niet al te lang. Dan gaan we nog even een deurmat kopen, jawel! Alweer een erg goede investering, het scheelt namelijk veel veegwerk binnen. En we rijden nog even naar de I-site (een landelijke keten van informatie bureaus) om nog wat extra folders te halen en na te gaan of we met de camper op de camping kunnen komen die we op het oog hebben. Zij weten daar te vertellen dat de weg in ieder geval geasfalteerd is, maar ze weten niet of je er met de camper op mag. Ach, gaan we het gewoon proberen.
We rijden de Queen Charlotte drive, een toeristische weg door de Marlborough Sound, langs het water (de Queens Charlotte Sound die onderdeel is van de Marlborough Sound). Je gaat van de ene mooie baai naar de andere. Volop genieten dus. Uiteindelijk komen we bij de camping in Mistletoe Bay. De camping blijkt toch iets moeilijker bereikbaar dan we dachten. Bovenaan staat nog een ‘hoopvol’ bord dat grote campers op eigen risico het terrein oprijden en dat wegslepen $100,- kost. Na wat flink stuurwerk en wat zweetdruppeltjes komen we beneden aan en daar treffen we de Apollo-camper van Monique en Arjan. Geert komt gelijk aangerend om te vertellen dat zij ook naar de ‘apparatuur camping’ zijn gegaan (wij hebben hem ’s ochtends verteld dat wij naar de natuurcamping zouden rijden). We vinden een mooi plekje naast de lama’s en pakken dan de spullen voor een wandeling. Er is een route die 1 uur duurt en die gaan we gewoon eens proberen te lopen met Jesper. We doen er uiteindelijk ruim 1,5 uur, maar Jesper heeft alles zelf gelopen! Halverwege hebben we een pepernootpauze ingelast en er zijn natuurlijk volop takken gesjouwd onderweg. We lopen boven langs een baai. Jammer genoeg begint het wat te bewolken, waardoor de kleuren allemaal wat minder uitkomen, maar het is een leuke en mooie wandeling. Weer terug hebben we een borrel verdiend. ’s Avonds maken we globale plannen voor de komende dagen.
De volgende ochtend rijden we weer vroeg verder. Erwin heeft dit keer het geluk om het, veel te smalle, pad de camping af te rijden. Alles gaat goed. We willen vandaag naar het Abel Tasman National Park, dus dat is een aardige rit. Ook hier weer opvallend veel houtkap. Je ziet echt hele heuvels of hellingen kaalgekapt, een spookachtig gezicht. Her en der zie je wel wat nieuwe aanplant, maar dat staat niet in verhouding met het gekapte. Een ander opvallend iets zijn de brievenbussen: we zien een paar erg originele vormen. Onder andere één in de vorm van een kiwi, een kleine huis en zelfs één van een wijnvat. Wat een creativiteit.
In Nelson struinen we even naar een vertielverlenger om de gebroken verlenger van de dag ervoor te vervangen. Als we hard aan een kop koffie en wat te eten toe zijn, komen we langs Jester House. Een tip die we kregen van een Nieuw-Zeelander. We hebben daar heerlijk in de tuin gezeten aan de koffie met een lekkere lunch erbij. Jesper kon zijn hart ophalen: wc’s zijn één van de indrukwekkendste dingen voor hem deze vakantie en dan natuurlijk vooral de ‘doortrek’ van de wc. En hier hebben ze wel een heel speciale: het is een composterende wc, je gooit er dus houtsnippers in. Dat is een goede reden om een tweede keer te moeten!
We vinden in Kaiteriteri een camping met uitzicht op het strand. Iets verderop is een grote speeltuin, dus de jongens kunnen zich even helemaal uitleven. We horen Sten op een gegeven moment heel hard huilen in de dichte glijbaan. Erwin er vanonder ingespurt en ik van boven, zit ie daar met dikke tranen en maar één schoen… ‘ Die, die’, was ie de andere verloren.
We proberen ’s avonds nog even het weblog bij te werken, maar de computer op de camping kan geen usb aan. Het valt hier niet mee om goed internet te hebben, misschien toch maar een internetcafé induiken.
6 December wordt dan ofwel een erg gave of een rotdag. We gaan een groot risico nemen. Met de watertaxi varen we het Abel Tasman National park in. Het plan is om ons ergens te laten afzetten, zo’n beetje 3 uur te gaan lopen en dan weer het laatste stuk met de watertaxi terug te varen. Vraag is natuurlijk of Jesper zijn 1,5 uur loop avontuur nog eens over wil doen en hoe dat gaat. We verwachten ergens Jesper te moeten gaan dragen, maar we zien wel waar. Het is stralend zonnig weer en een flinke wind als we met de boot richting Abel Tasman gaan. De hele boot zit vol met Canadese bejaarden en een paar andere toeristen. Later blijken er ook wat Nederlanders in te zitten. Hoe kan het ook anders! Na een korte stop bij de Split Apple Rock (een ronde rots blok die als door een mes doorsneden, is door gescheurd), varen we even om Tonga Island heen. Jesper is de koning te rijk als hij zijn eerste zeehonden ziet. Ook daar had hij zich al lang verheugd en we zien er een paar met jongen op het eiland en achter de boot. Ook Sten is enthousiast. Op Awaroa (een van de baaien van het park) kunnen we even uit de boot en halen we snel koffie. Daarna stappen we in Bark Bay uit. Het plan is om binnen 4 uur en 45 minuten, de normale 2,5 uur te lopen. We gaan op pad. Sten in de rugdrager en Jesper zelf lopend. Omdat we nog steeds erg ontevreden zijn over de kleuren van de foto’s van de Canon camera, hebben we ook de (veel goedkopere) Hewlett Packard camera bij ons.
Alle lovende verhalen over het Abel Tasman park blijken wel te kloppen. Zeer weelderig groen wisselt af met heel erg mooie baaien en riviermondingen. We komen al wel aardig wat mensen tegen. Ik (Erwin) kan me wel voorstellen dat het flink druk kan zijn in het hoogseizoen. Op een uitkijkpunt raken we aan de praat met een Israëlisch echtpaar. Zijn hebben net een aantal dagen de Marlborough Track gelopen en rusten nu wat uit in Abel Tasman. Na ongeveer 2 uur rusten we even uit met overheerlijke boterhammen met gebakken ei. Jesper is trots als een pauw als hij speciaal ‘benen en voeten limonade’ krijgt. Speciale limonade voor kinderen die lange stukken lopen. Sten is ondertussen in de rugdrager in slaap gevallen. Om 15:00 besluiten we Jesper toch maar in de rugdrager te zetten. Hij loopt al 3 (!) uur zelf, maar we moeten wel onze taxiboot zien te halen. Een half uurtje later lopen we Rottnest Bay binnen. Het laatste stuk is toch sneller gegaan dan we hadden ingeschat. In deze baai zullen we tot ons middel het water in moeten om aan boord van de watertaxi te komen. Omdat het laag water is, kunnen we in een half uur over het strand naar de volgende baai lopen. In die baai (Anchorage bay) zullen we dan met droge voeten aan boord van de taxi. We besluiten dat maar te doen en komen er dan achter dat er nog wel een paar stroompjes water over het strand lopen en we alsnog met natte voeten aankomen! We komen uiteindelijk om 16:10 in Anchorage Bay op het strand aan en hebben er een hele mooie tocht opzitten. Met ons zijn er op dat moment nog 25 andere wandelaars en de kleine watertaxi die aankomt, roept snel een grotere boot op.
Uiteindelijk zijn we om 17:45 moe en voldaan, maar vooral ook ontzettend trots op Jesper, weer terug bij de camper. Beide heren slapen ’s avonds om 19:40 en wij weinig later. We zijn in ieder geval erg blij dat we de kleine camera hebben meegenomen, want de natuurfoto’s van die camera zijn wel erg mooi geworden. Erg balen is het dat die Canon geen mooie foto’s lijkt te maken. Misschien doen we wel gewoon wat fout, maar toch. We maken ’s avonds weer nieuwe plannen voor de komende dagen. Carine is erg onder de indruk van dolfijnen (dat wist natuurlijk nog niemand) en in de monding van de Grey rivier schijnen heel veel Hector dolfijnen te zitten. Moe als ze is, zoekt ze toch de halve kaart af op zoek naar de Grey. Ze kan hem natuurlijk niet vinden. En hoewel ik ook erg moe ben, ga ik helpen. Nou kan ik erg goed kaart lezen en na 5 minuten zoeken heb ik de Grey gevonden. De monding vinden we niet, want de kaart is daar erg vol. Morgen maar eens rustig verder zoeken.
De volgende dag is weer een echte reisdag. Gelukkig is Sten al om 06:45 aan het spoken en is iedereen daardoor veel te vroeg wakker. We hebben een flinke dag voor de boeg en zijn nu allemaal (en vooral Jesper en ik) zeer kort aangebonden. In 2 uur tijd rijden we naar Murchinson. Het is nog steeds fantastisch weer. Wel hebben we kort geleden een weerbericht gezien, dat er minder weer aan komt. Al kaartlezend realiseert Carine zich ondertussen dat het misschien wel eens zo zou kunnen zijn dat de monding van de Grey wel eens bij GreyMouth zou kunnen liggen. Hoe duf kun je soms zijn!!?!?!?!?!?!?!?!
We hebben een korte stop in Buller Gorge (Buller kloof). Daar hebben ze de langste hangbrug van Nieuw Zeeland (110 meter lang). Verder is het een soort natuurpretpark. Je kunt er tokkelen, zogenaamd goud vinden en met een powerboot varen. Ooit hebben ze hier echt goud gevonden en de korte wandelroutes zijn wel leuk. Bij een ervan loop je langs een 4,5 meter hoge rotswand. Dit blijkt een gevolg te zijn van een aardbeving in 1929. Tijdens die aardbeving is die wand 4,5 meter omhoog gekomen. Je zult daar een huisje op hebben gehad. Als we door het bos lopen, voelt Erwin opeens een ruk aan de rugdrager. Sten lijkt niets te hebben gemerkt, maar toen we achterom keken..............................
We rijden snel door naar Westport en Cape Foulwind. Maar niet nadat Carine eerst over een stukje eenbaansweg gereden is. Uit de rotsen is een stukje weg gehakt, waarop je geen tegenliggers moet krijgen. Bij Cape Foulwind is een zeehonden kolonie. Na snel wat boodschappen in Westport gedaan te hebben, komen we om 15:00 aan bij Cape Foulwind. Een korte wandeling langs gigantische vogelbekbloemen, brengt ons bij een kaap. Eerst zijn we wat teleurgesteld. Je ziet een hoop grijze rotsen, maar geen zeehonden. Uiteindelijk zien we er 1. Hoera een zeehond. Als we dan gewend zijn aan die ene blijken er veel te zitten. Ze zijn alleen moeilijk te onderscheiden van de rotsen. We zien er veel spelen, duiken vallen, opstaan en weer doorgaan. Ook zijn er heel veel kleintjes. Omdat het nog mooi weer is en het nog vroeg is (16:30) besluiten we door te rijden naar Punakaiki (de pannenkoek-rotsen). De weg er naartoe is zeker geen straf. Langs een zeer mooie kust met heel veel rotsen (lokale “great ocean road” ??) rijden we Punakaiki binnen. Een camping is snel gevonden. En omdat het nog vroeg is (19:00, ?!?!?!?!), gaan we toch nog maar even naar de rotsen toe. Het is vloed en we hopen mooie kleuren van de ondergaande zon te kunnen zien. Helaas zijn we te vroeg voor de blowholes. Met hoogwater spuit het water door gaten in de rotsen omhoog. Dit moet een erg mooi gezicht zijn. Het is alleen pas om half 11 hoogwater. De mooie kleuren maken alleen alles goed. Het is zo mooi dat we 2 keer het rondje lopen en uiteindelijk om 21:00 voldaan op de camping te komen. Jesper wil nog een foto van zichzelf bij een stukje pannenkoek-rots. Hij ziet ons vaak praten bij het video’en en is dan ook heel komisch als je realiseert wat je hem hoort zeggen op het moment dat zijn foto wordt genomen. “Hier zie je Jesper bij de pannenkoek-rotsen”!. Ondertussen brengt Sten het thuisfront op de hoogte van ons "wel en wee". Toch erg fijn dat hij op zijn leeftijd al gebruik maakt van de moderne techniek. Wat een dag weer. Ik vergeet nog bijna te vertellen dat we eindelijk ons eerste Weka’s hebben gezien. Vogels waarvan er ladingen bestaan in Nieuw Zeeland, maar die wij nog niet hadden gezien.
Zondag ochtend 9 december is het nog steeds erg zonnig weer, maar de voorspellingen zijn dat er nu echt regen aankomt. De boeren vinden dat erg fijn, maar wij vakantiegangers natuurlijk niet. We besluiten niet te wachten op hoogwater en direct te gaan rijden. Bij The Warehouse in Greymouth kopen we nieuwe schoenen voor Jesper en Sten en een nieuw weekendtas voor onszelf. 3 Tassen is toch veel te weinig en veel te zwaar. Jesper kiest de schoenen die het lekkerst zitten: Bob de Bouwer-gympen met lichtjes (of zal er een andere reden zijn dat hij deze koos?). Op het strand bij Greymouth zien we helaas geen dolfijnen. De lekkere koffie en uitzichten maken het goed. Op de achtergrond zien we de besneeuwde toppen van de Alpen al. Ook liggen er heel veel stenen op het strand en het verhaal gaat dat je daar wel eens Jade zou kunnen vinden. We nemen een paar groene stenen mee naar onze volgende stop. We rijden naar Hokitika, het Jade centrum van Nieuw Zeeland. Onderweg komen we verschillende bruggen tegen. Dat is hier allemaal 1baans, uitkijken dus. We hebben zelfs 2 bruggen waar zowel auto’s als de trein overheen moeten. Gelukkig komen wij ‘treinvrij’ aan de overkant. Als we om 11:45 in Hokitika aankomen, zien we de eerste wolken in het Noorden opdoemen. Een van de wensen voor deze vakantie is het vliegen over de gletsjer en het wandelen op een van de gletsjers. We gaan bij de I-site maar eens navragen. Hun advies is simpel. We kunnen hier binnen een kwartier met een klein vliegtuig, dan vlieg je in 1,5 uur over alle gletsjers en Mount Cook (de hoogste berg van Nieuw Zeeland). De volgende optie is eerst 2 uur verder rijden naar Frans Josef en daar een helikopter of vliegtuig vlucht boeken. Het is alleen de vraag of het over 2 uur nog droog en helder is. Ook is het weerbericht voor de komende week slecht! We besluiten het zekere voor het onzekere te nemen en boeken snel de vlucht. Was ook wel handig dat de kinderen weer gratis mee mochten. Dit tripje is zo’n beetje het duurste onderdeel van de hele vakantie.
We rijden snel door naar Westport en Cape Foulwind. Maar niet nadat Carine eerst over een stukje eenbaansweg gereden is. Uit de rotsen is een stukje weg gehakt, waarop je geen tegenliggers moet krijgen. Bij Cape Foulwind is een zeehonden kolonie. Na snel wat boodschappen in Westport gedaan te hebben, komen we om 15:00 aan bij Cape Foulwind. Een korte wandeling langs gigantische vogelbekbloemen, brengt ons bij een kaap. Eerst zijn we wat teleurgesteld. Je ziet een hoop grijze rotsen, maar geen zeehonden. Uiteindelijk zien we er 1. Hoera een zeehond. Als we dan gewend zijn aan die ene blijken er veel te zitten. Ze zijn alleen moeilijk te onderscheiden van de rotsen. We zien er veel spelen, duiken vallen, opstaan en weer doorgaan. Ook zijn er heel veel kleintjes. Omdat het nog mooi weer is en het nog vroeg is (16:30) besluiten we door te rijden naar Punakaiki (de pannenkoek-rotsen). De weg er naartoe is zeker geen straf. Langs een zeer mooie kust met heel veel rotsen (lokale “great ocean road” ??) rijden we Punakaiki binnen. Een camping is snel gevonden. En omdat het nog vroeg is (19:00, ?!?!?!?!), gaan we toch nog maar even naar de rotsen toe. Het is vloed en we hopen mooie kleuren van de ondergaande zon te kunnen zien. Helaas zijn we te vroeg voor de blowholes. Met hoogwater spuit het water door gaten in de rotsen omhoog. Dit moet een erg mooi gezicht zijn. Het is alleen pas om half 11 hoogwater. De mooie kleuren maken alleen alles goed. Het is zo mooi dat we 2 keer het rondje lopen en uiteindelijk om 21:00 voldaan op de camping te komen. Jesper wil nog een foto van zichzelf bij een stukje pannenkoek-rots. Hij ziet ons vaak praten bij het video’en en is dan ook heel komisch als je realiseert wat je hem hoort zeggen op het moment dat zijn foto wordt genomen. “Hier zie je Jesper bij de pannenkoek-rotsen”!. Ondertussen brengt Sten het thuisfront op de hoogte van ons "wel en wee". Toch erg fijn dat hij op zijn leeftijd al gebruik maakt van de moderne techniek. Wat een dag weer. Ik vergeet nog bijna te vertellen dat we eindelijk ons eerste Weka’s hebben gezien. Vogels waarvan er ladingen bestaan in Nieuw Zeeland, maar die wij nog niet hadden gezien.
Zondag ochtend 9 december is het nog steeds erg zonnig weer, maar de voorspellingen zijn dat er nu echt regen aankomt. De boeren vinden dat erg fijn, maar wij vakantiegangers natuurlijk niet. We besluiten niet te wachten op hoogwater en direct te gaan rijden. Bij The Warehouse in Greymouth kopen we nieuwe schoenen voor Jesper en Sten en een nieuw weekendtas voor onszelf. 3 Tassen is toch veel te weinig en veel te zwaar. Jesper kiest de schoenen die het lekkerst zitten: Bob de Bouwer-gympen met lichtjes (of zal er een andere reden zijn dat hij deze koos?). Op het strand bij Greymouth zien we helaas geen dolfijnen. De lekkere koffie en uitzichten maken het goed. Op de achtergrond zien we de besneeuwde toppen van de Alpen al. Ook liggen er heel veel stenen op het strand en het verhaal gaat dat je daar wel eens Jade zou kunnen vinden. We nemen een paar groene stenen mee naar onze volgende stop. We rijden naar Hokitika, het Jade centrum van Nieuw Zeeland. Onderweg komen we verschillende bruggen tegen. Dat is hier allemaal 1baans, uitkijken dus. We hebben zelfs 2 bruggen waar zowel auto’s als de trein overheen moeten. Gelukkig komen wij ‘treinvrij’ aan de overkant. Als we om 11:45 in Hokitika aankomen, zien we de eerste wolken in het Noorden opdoemen. Een van de wensen voor deze vakantie is het vliegen over de gletsjer en het wandelen op een van de gletsjers. We gaan bij de I-site maar eens navragen. Hun advies is simpel. We kunnen hier binnen een kwartier met een klein vliegtuig, dan vlieg je in 1,5 uur over alle gletsjers en Mount Cook (de hoogste berg van Nieuw Zeeland). De volgende optie is eerst 2 uur verder rijden naar Frans Josef en daar een helikopter of vliegtuig vlucht boeken. Het is alleen de vraag of het over 2 uur nog droog en helder is. Ook is het weerbericht voor de komende week slecht! We besluiten het zekere voor het onzekere te nemen en boeken snel de vlucht. Was ook wel handig dat de kinderen weer gratis mee mochten. Dit tripje is zo’n beetje het duurste onderdeel van de hele vakantie.
Op het vliegveld aangekomen staat de piloot ons al op te wachten. Hij adviseert ons de kinderstoelen mee te nemen. In een mooie kleine chessna passen we allemaal en in no time stijgen we op. Jesper informeert nog even of hij eten krijgt onderweg… Helaas, geen vliegtuigservice op deze vlucht met ons viertjes. Wat een ervaring! Het ene mooie stuk naar het andere. Het blijft jammer dat we niet kunnen landen, maar wat is dat mooi. Jesper en Sten krijgen er weinig van mee, want die slapen binnen 5 minuten. Buiten de bergen en gletsjers, vliegen we over een oude en nieuwe goudmijn heen. Vanuit de lucht zie je pas wat ze toch met het land doen om grondstoffen te delven. Het laat gigantische meren en gaten achter. Veel te snel landen we alweer op het vliegveld van Hokitika. In die 1,5 uur hebben we de wolken flink zien toenemen. Als Jesper wakker wordt vraagt ie direct wanneer we nu naar de bergen gaan vliegen. Helaas… We eten snel nog een broodje bij Café Paris en lopen een paar Jade winkels af. Onze stenen blijken geen jade te zijn. Weer geen schat gevonden. Een van de winkeliers vertelt ons nog, dat alle jade in het binnenland toebehoort aan de Maori’s . Alleen als je wat aan het strand vind, mag je het meenemen. Carine’s dag is verder gemaakt al ze daar haar, verlaat, verjaardagscadeautje mag uitzoeken.
Opnieuw besluiten we het slechte weer voor te proberen te blijven. We gaan op weg voor de 2 uur durende rit naar Okarito, een klein gehucht vlak bij Franz Josef. Er wonen maar 30 mensen en het ligt aan een mooie lagune. Ook woont Keri Hulme er. De schrijfster van “The Bone People”, een boek dat grote indruk op mij heeft gemaakt. Op weg ernaartoe ontstaat het volgende plan: Als het nu nog mooi is, moeten we eigenlijk vanavond nog naar de Franz Josef Gletsjer lopen. Dan wordt het wel weer laat voor de kinderen, maar als het morgen regent, baal je als een stekker. Kortom, je raadt het al. Om 18:00 parkeren we bij de Gletsjer en maken we ons op voor een flinke wandeling. We smeren snel broodjes en gaan op weg. Sten gaat in de rugdrager en Jesper loopt natuurlijk zelf. Hoewel lopen… hij stopt om de paar minuten om te kijken of de lampjes in zijn schoenen het nog wel doen. Na 15 minuten komen we uit het bos en zien de gletsjer. Ook al heb je hem al vaak op foto’s gezien, het blijft indrukwekkend. Ook de borden erbij van hoe de gletsjer er ooit heeft uigezien (hoever hij is gekomen), maken indruk. Uit het bos kun je via de droge rivierbodem naar een punt vlakbij de gletsjer lopen. Wat een natuurverschijnsel toch weer. Gelukkig zijn we er erg laat en zijn er nauwelijks mensen, want je ziet wel aan het plaatsje Franz Josef, dat het hier een toeristisch fenomeen is. Helaas horen we van een gids dat je met kleine kinderen de gletsjer niet op mag. Dat is wel een teleurstelling. Af en toe laat de zon zich nog even op de toppen van de bergen zien. Jammer genoeg schijnt hij niet meer op de gletsjer. We lopen op ons gemakje terug naar de camper, pakken de boel in en besluiten toch maar een camping in Franz Josef te zoeken. We zijn nog niet weggereden of de eerste druppels vallen en de top van de gletsjer is al niet meer te zien. Alweer een goede keuze gemaakt!
Het lukt niet om een leuke wild-campeerplek te vinden. Ik (we) wil(len) al een tijdje gewoon buiten kamperen, maar nu lijkt niet de juiste tijd. Helemaal niet omdat we nog een update op de weblog willen zetten. Kortom toch maar een Top-10 Caravan park (waar ze uiteindelijk geen wireless blijken te hebben). Uiteindelijk staan we om 20:45 en de jongens gaan direct naar bed. Ons nieuw slaapsysteem werkt op zich erg goed. Als ze in bed liggen, zetten we de wekker op 10 minuten. Die tijd mogen ze nog spelen en daarna gaan de gordijnen dicht. Vooral Sten wordt dan nog wel even giftig, maar vaak slaapt alles binnen 15 minuten daarna. Dat is heel wat beter dan de eerste weken in de camper toen ze nog tot laat spookten. Nou zou je verwachten dat ze na zo’n lange dag gelijk slapen, maar natuurlijk is niets minder waar. Tot bijna 22:00 zijn ze ondanks onze nieuwe tactiek nog gezellig aan het spoken. Het is ook ondertussen flink gaan regenen!
Als we de volgende ochtend wakker worden, heeft het de hele nacht flink gehoosd. We besluiten alleen het halve uurtje naar Fox (alweer een Gletsjer) te rijden en daar een camping met internet te zoeken. Daar kunnen we dan de camper eens echt schoonmaken, het weblog bijwerken, wassen en goede weerberichten opzoeken. De wegwerkzaamheden in Nieuw Zeeland en Australie blijven een aparte ervaring. Overal staan aan beide kante van de werkzaamheden mannen en vrouwen het verkeer te regelen. Ze hebben van die “Stop” en “Go” borden. In Nederland zie je daarvoor tegenwoordig vaak alleen nog verkeerlichten. Maar hier zie je echt bij elke activiteit 2 man die zo werken.
Het is nu 17:00 en het regent nog steeds pijpenstelen. Aan deze kant van de bergen is het weerbericht voor 10 dagen regen. Ten zuiden van de bergen lijkt het zaterdag (over 5 dagen) en maandag (over 7 dagen) wel mooi te worden. Kortom we gaan de plannen bijstellen om op die dagen in de Milford Sound te zijn. We weten nog niet zeker of we Milford Sound of Doubtful Sound gaan doen, maar we gaan ons wel op een van die 2 dagen (zaterdag of maandag) richten. We zijn ondertussen zo afgekoeld dat we de kachel maar eens aan hebben gezet.
De volgende ochtend blijken we een privé zwembadje in de camper te hebben. Het heeft de hele nacht doorgeregend en ook vanochtend komt het water nog met bakken uit de hemel. Ergens blijkt het water naar binnen te komen, waarschijnlijk bij één van de luiken aan de zijkant. Na wat dweilwerk, kunnen we met droge voeten ontbijten. Jesper heeft ondertussen zijn onderhandelingstechnieken verder verbetert. Hij heeft soms een handje van iets vragen en als je dan doet te weigeren. Bijvoorbeeld: “wil je me sokken aandoen, nee geen sokken aandoen.” Ook vanochtend gebeurt weer hetzelfde. Maar vandaag met een leuke toevoeging. “mama, wil jij mij 5 keer mijn sokken aandoen, dan doe ik ze 5 keer uit? Zullen we dat afspreken?”
We bekijken nog even wat weerberichten, we internetten nog even en skypen wat. Als we weer helemaal bij zijn, vertrekken we richting het zuiden. In de plaatselijke supermarkt koopt Erwin maar een ansichtkaart van de Fox Gletsjer. Dan weten we tenminste wat we niet hebben gezien. Het regent nog steeds goed en de omgeving om ons heen is nog steeds grijs. Jammer, want het zou hier erg mooi moeten zijn… Ook onderweg blijven we regen houden. We stoppen even bij een zalmkwekerij om te lunchen. Jesper voert de zalmen en dan rijden we naar Haast. Een stadje van niets, maar de start richting een erg mooie weg richting de Haastpas en over de alpen. Niet alleen het stadje is niets, ook de camping ziet er niet echt aantrekkelijk uit. We besluiten toch nog maar een 45 km. door te rijden, naar een DOC-camping. Tussen we laaghangende bewolking door zien we soms erg mooie uitzichten op bergen, de Haastrivier en watervallen. Ook langs de weg stroomt her en der een goede waterval naar beneden. Dat kan natuurlijk ook niet anders na zoveel regen. De camping is langs de weg, maar het is gelukkig erg rustig. We trakteren Jesper en Sten op een cadeautje uit de voorraad die we nog bij ons hebben voor noodgevallen. Niet dat het een noodgeval is, maar anders komen we nooit door alle cadeautjes heen. Onze lunch heeft ons goed gevuld, dus we eten vanavond alleen wat brood en een ei. We bekijken de planning nog eens voor komende dagen. Het plan is nu om zowel Milford als Doubtful te doen. Dat krijg je als je geen keus kunt maken! We hebben genoeg tijd en ze schijnen allebei schitterend te zijn. We stappen wel met veel kunst en vliegwerk uit en in de camper. Erwin en ik zijn ondertussen aardig gestoken door de sandflies. Hier buiten de camper krioelt het echt van deze kleine stekende vliegjes. We proberen er zoveel mogelijk buiten te houden en zijn vaak op vliegenjacht in de camper. Sten heeft ons bezig gezien en duwt ook steeds een vaatdoek tegen het raam. De vliegen moeten alleen wel moeite doen om onder zijn doek te komen. Ondertussen is het droog geworden! Hopelijk is het uitzicht morgen beter.
Na een hele nacht regen worden we op woensdag 12 december wakker met droog weer. Maar helaas is het zicht niet beter geworden. We hebben ons eigenlijk nooit gerealiseerd dat slecht weer hoger in de bergen ook betekent dat je geen zicht hebt. We kijken het weer een tijdje aan. Als het weer dan niet echt lijkt te verbeteren en we onze derde kop koffie op hebben, gaan we dan maar met slecht zicht de Haast pas door. Erg jammer, want dit was een van de “geplande” hoogtepunten. Je kunt natuurlijk weinig plannen, maar het moet hier erg mooi zijn. Vlak voor de pas zelf ligt nog een waterval en als we daar even stoppen, stoppen daar ook de eerste bussen. Al gauw staan er 3 bussen met veel toeristen. Wat een drukte, kunnen die toeristen niet gewoon wegblijven????? We genieten van het uitzicht. Wat zal het mooi zijn bij helder weer. Even verderop kom je dan bij de “Gate van Haast”. Een indrukwekkende woest stromende rivier ingesloten door bergketens. Zelfs met weinig zicht is het mooi. Voordat we goed en wel weer op weg zijn (zo lijkt het tenminste), zijn we al door de pas heen. We zien er natuurlijk weinig van, maar plotseling zijn de bossen weg, zijn de wolken een stuk hoger en wordt het zelfs redelijk weer. Je leest vaker dat het weer aan beide zijden van een bergketen echt afwijkend zijn. Via het Wanaka meer en het Hawea meer rijden we het binnenland binnen. Twee gigantische meren met mooie uitzichten. Het is wel jammer dat op elke Scenic View een bus vakantieganger uitlaadt. Vakantiegangers die levensgevaarlijk over de weg lijken te lopen. Wij hebben veel toeristische trekpleisters bezocht, maar eigenlijk nog geen bussen tegengekomen. Tot vandaag dus.
We eten een lekker broodje aan de zuidkant van het Hawea meer en besluiten door te rijden tot Queenstown. Daar willen we morgen naar de kapper en boodschappen doen. Vrijdag willen we dan door naar Te Anou. Via Wanaka en de Scenic Route rijden we een mooie bergpas in. Een van de vele boeken (Lanoo’s uit 2000) geeft aan dat je daar niet met huurwagens op mag, maar wij kunnen zowel op de kaarten als in onze contracten niets van vinden. Het lijkt gewoon een nieuwe bergweg. Erin rijdende zien we nog dat aanhangwagens wordt afgeraden. Slik……… Maar niets is minder waar. We rijden door een licht bochtige pas en voor we het in de gaten hebben staan we al boven Queenstown op een heuvel. Maar dan komt het…… We worden diverse keren gevraagd onze remmen te testen voor de volgende bocht. Die bocht dan uitkomend, kom je op een stuk waar je eigenlijk geen auto passeren kunt en heel steil naar beneden gaat. Dat stukje naar beneden was even serieus stuurwerk.
Queenstown rijden we snel door, want we willen naar een DOC camping voorbij de stad. Morgen gaan we er sowieso in. Dit is het echte activiteiten centrum van het land. Hier is Bungy jumpen uitgevonden. Nou ja; ze deden het al eeuwen in Vanuatu, maar voor de Westerse wereld dan. Je wordt hier echt doodgegooid met bungy, rafting, skydiving etc etc. We parkeren op een rotsig parkeerterrein aan het Wakatipu meer. De DOC’s aan deze kant zijn minder camping dan die we in het noorden hebben gehad, maar we staan wel erg leuk aan het meer. Morgen gaan we ook maar eens lokale insecten spray kopen. De Australische spray die op Tonga nog prima werkte, schrikt de sandflies hier niet echt af. Ik heb een zwart t-shirt aan en er zweven hele zwermen flies om mij heen. En even voor de duidelijkheid; ze steken door broeken en sokken heen! Na het eten zetten we nog even een stuk dvd van onze reis voor de jongens op. Wat is dat al leuk om zelf terug te zien.
Opnieuw besluiten we het slechte weer voor te proberen te blijven. We gaan op weg voor de 2 uur durende rit naar Okarito, een klein gehucht vlak bij Franz Josef. Er wonen maar 30 mensen en het ligt aan een mooie lagune. Ook woont Keri Hulme er. De schrijfster van “The Bone People”, een boek dat grote indruk op mij heeft gemaakt. Op weg ernaartoe ontstaat het volgende plan: Als het nu nog mooi is, moeten we eigenlijk vanavond nog naar de Franz Josef Gletsjer lopen. Dan wordt het wel weer laat voor de kinderen, maar als het morgen regent, baal je als een stekker. Kortom, je raadt het al. Om 18:00 parkeren we bij de Gletsjer en maken we ons op voor een flinke wandeling. We smeren snel broodjes en gaan op weg. Sten gaat in de rugdrager en Jesper loopt natuurlijk zelf. Hoewel lopen… hij stopt om de paar minuten om te kijken of de lampjes in zijn schoenen het nog wel doen. Na 15 minuten komen we uit het bos en zien de gletsjer. Ook al heb je hem al vaak op foto’s gezien, het blijft indrukwekkend. Ook de borden erbij van hoe de gletsjer er ooit heeft uigezien (hoever hij is gekomen), maken indruk. Uit het bos kun je via de droge rivierbodem naar een punt vlakbij de gletsjer lopen. Wat een natuurverschijnsel toch weer. Gelukkig zijn we er erg laat en zijn er nauwelijks mensen, want je ziet wel aan het plaatsje Franz Josef, dat het hier een toeristisch fenomeen is. Helaas horen we van een gids dat je met kleine kinderen de gletsjer niet op mag. Dat is wel een teleurstelling. Af en toe laat de zon zich nog even op de toppen van de bergen zien. Jammer genoeg schijnt hij niet meer op de gletsjer. We lopen op ons gemakje terug naar de camper, pakken de boel in en besluiten toch maar een camping in Franz Josef te zoeken. We zijn nog niet weggereden of de eerste druppels vallen en de top van de gletsjer is al niet meer te zien. Alweer een goede keuze gemaakt!
Het lukt niet om een leuke wild-campeerplek te vinden. Ik (we) wil(len) al een tijdje gewoon buiten kamperen, maar nu lijkt niet de juiste tijd. Helemaal niet omdat we nog een update op de weblog willen zetten. Kortom toch maar een Top-10 Caravan park (waar ze uiteindelijk geen wireless blijken te hebben). Uiteindelijk staan we om 20:45 en de jongens gaan direct naar bed. Ons nieuw slaapsysteem werkt op zich erg goed. Als ze in bed liggen, zetten we de wekker op 10 minuten. Die tijd mogen ze nog spelen en daarna gaan de gordijnen dicht. Vooral Sten wordt dan nog wel even giftig, maar vaak slaapt alles binnen 15 minuten daarna. Dat is heel wat beter dan de eerste weken in de camper toen ze nog tot laat spookten. Nou zou je verwachten dat ze na zo’n lange dag gelijk slapen, maar natuurlijk is niets minder waar. Tot bijna 22:00 zijn ze ondanks onze nieuwe tactiek nog gezellig aan het spoken. Het is ook ondertussen flink gaan regenen!
Als we de volgende ochtend wakker worden, heeft het de hele nacht flink gehoosd. We besluiten alleen het halve uurtje naar Fox (alweer een Gletsjer) te rijden en daar een camping met internet te zoeken. Daar kunnen we dan de camper eens echt schoonmaken, het weblog bijwerken, wassen en goede weerberichten opzoeken. De wegwerkzaamheden in Nieuw Zeeland en Australie blijven een aparte ervaring. Overal staan aan beide kante van de werkzaamheden mannen en vrouwen het verkeer te regelen. Ze hebben van die “Stop” en “Go” borden. In Nederland zie je daarvoor tegenwoordig vaak alleen nog verkeerlichten. Maar hier zie je echt bij elke activiteit 2 man die zo werken.
Het is nu 17:00 en het regent nog steeds pijpenstelen. Aan deze kant van de bergen is het weerbericht voor 10 dagen regen. Ten zuiden van de bergen lijkt het zaterdag (over 5 dagen) en maandag (over 7 dagen) wel mooi te worden. Kortom we gaan de plannen bijstellen om op die dagen in de Milford Sound te zijn. We weten nog niet zeker of we Milford Sound of Doubtful Sound gaan doen, maar we gaan ons wel op een van die 2 dagen (zaterdag of maandag) richten. We zijn ondertussen zo afgekoeld dat we de kachel maar eens aan hebben gezet.
De volgende ochtend blijken we een privé zwembadje in de camper te hebben. Het heeft de hele nacht doorgeregend en ook vanochtend komt het water nog met bakken uit de hemel. Ergens blijkt het water naar binnen te komen, waarschijnlijk bij één van de luiken aan de zijkant. Na wat dweilwerk, kunnen we met droge voeten ontbijten. Jesper heeft ondertussen zijn onderhandelingstechnieken verder verbetert. Hij heeft soms een handje van iets vragen en als je dan doet te weigeren. Bijvoorbeeld: “wil je me sokken aandoen, nee geen sokken aandoen.” Ook vanochtend gebeurt weer hetzelfde. Maar vandaag met een leuke toevoeging. “mama, wil jij mij 5 keer mijn sokken aandoen, dan doe ik ze 5 keer uit? Zullen we dat afspreken?”
We bekijken nog even wat weerberichten, we internetten nog even en skypen wat. Als we weer helemaal bij zijn, vertrekken we richting het zuiden. In de plaatselijke supermarkt koopt Erwin maar een ansichtkaart van de Fox Gletsjer. Dan weten we tenminste wat we niet hebben gezien. Het regent nog steeds goed en de omgeving om ons heen is nog steeds grijs. Jammer, want het zou hier erg mooi moeten zijn… Ook onderweg blijven we regen houden. We stoppen even bij een zalmkwekerij om te lunchen. Jesper voert de zalmen en dan rijden we naar Haast. Een stadje van niets, maar de start richting een erg mooie weg richting de Haastpas en over de alpen. Niet alleen het stadje is niets, ook de camping ziet er niet echt aantrekkelijk uit. We besluiten toch nog maar een 45 km. door te rijden, naar een DOC-camping. Tussen we laaghangende bewolking door zien we soms erg mooie uitzichten op bergen, de Haastrivier en watervallen. Ook langs de weg stroomt her en der een goede waterval naar beneden. Dat kan natuurlijk ook niet anders na zoveel regen. De camping is langs de weg, maar het is gelukkig erg rustig. We trakteren Jesper en Sten op een cadeautje uit de voorraad die we nog bij ons hebben voor noodgevallen. Niet dat het een noodgeval is, maar anders komen we nooit door alle cadeautjes heen. Onze lunch heeft ons goed gevuld, dus we eten vanavond alleen wat brood en een ei. We bekijken de planning nog eens voor komende dagen. Het plan is nu om zowel Milford als Doubtful te doen. Dat krijg je als je geen keus kunt maken! We hebben genoeg tijd en ze schijnen allebei schitterend te zijn. We stappen wel met veel kunst en vliegwerk uit en in de camper. Erwin en ik zijn ondertussen aardig gestoken door de sandflies. Hier buiten de camper krioelt het echt van deze kleine stekende vliegjes. We proberen er zoveel mogelijk buiten te houden en zijn vaak op vliegenjacht in de camper. Sten heeft ons bezig gezien en duwt ook steeds een vaatdoek tegen het raam. De vliegen moeten alleen wel moeite doen om onder zijn doek te komen. Ondertussen is het droog geworden! Hopelijk is het uitzicht morgen beter.
Na een hele nacht regen worden we op woensdag 12 december wakker met droog weer. Maar helaas is het zicht niet beter geworden. We hebben ons eigenlijk nooit gerealiseerd dat slecht weer hoger in de bergen ook betekent dat je geen zicht hebt. We kijken het weer een tijdje aan. Als het weer dan niet echt lijkt te verbeteren en we onze derde kop koffie op hebben, gaan we dan maar met slecht zicht de Haast pas door. Erg jammer, want dit was een van de “geplande” hoogtepunten. Je kunt natuurlijk weinig plannen, maar het moet hier erg mooi zijn. Vlak voor de pas zelf ligt nog een waterval en als we daar even stoppen, stoppen daar ook de eerste bussen. Al gauw staan er 3 bussen met veel toeristen. Wat een drukte, kunnen die toeristen niet gewoon wegblijven????? We genieten van het uitzicht. Wat zal het mooi zijn bij helder weer. Even verderop kom je dan bij de “Gate van Haast”. Een indrukwekkende woest stromende rivier ingesloten door bergketens. Zelfs met weinig zicht is het mooi. Voordat we goed en wel weer op weg zijn (zo lijkt het tenminste), zijn we al door de pas heen. We zien er natuurlijk weinig van, maar plotseling zijn de bossen weg, zijn de wolken een stuk hoger en wordt het zelfs redelijk weer. Je leest vaker dat het weer aan beide zijden van een bergketen echt afwijkend zijn. Via het Wanaka meer en het Hawea meer rijden we het binnenland binnen. Twee gigantische meren met mooie uitzichten. Het is wel jammer dat op elke Scenic View een bus vakantieganger uitlaadt. Vakantiegangers die levensgevaarlijk over de weg lijken te lopen. Wij hebben veel toeristische trekpleisters bezocht, maar eigenlijk nog geen bussen tegengekomen. Tot vandaag dus.
We eten een lekker broodje aan de zuidkant van het Hawea meer en besluiten door te rijden tot Queenstown. Daar willen we morgen naar de kapper en boodschappen doen. Vrijdag willen we dan door naar Te Anou. Via Wanaka en de Scenic Route rijden we een mooie bergpas in. Een van de vele boeken (Lanoo’s uit 2000) geeft aan dat je daar niet met huurwagens op mag, maar wij kunnen zowel op de kaarten als in onze contracten niets van vinden. Het lijkt gewoon een nieuwe bergweg. Erin rijdende zien we nog dat aanhangwagens wordt afgeraden. Slik……… Maar niets is minder waar. We rijden door een licht bochtige pas en voor we het in de gaten hebben staan we al boven Queenstown op een heuvel. Maar dan komt het…… We worden diverse keren gevraagd onze remmen te testen voor de volgende bocht. Die bocht dan uitkomend, kom je op een stuk waar je eigenlijk geen auto passeren kunt en heel steil naar beneden gaat. Dat stukje naar beneden was even serieus stuurwerk.
Queenstown rijden we snel door, want we willen naar een DOC camping voorbij de stad. Morgen gaan we er sowieso in. Dit is het echte activiteiten centrum van het land. Hier is Bungy jumpen uitgevonden. Nou ja; ze deden het al eeuwen in Vanuatu, maar voor de Westerse wereld dan. Je wordt hier echt doodgegooid met bungy, rafting, skydiving etc etc. We parkeren op een rotsig parkeerterrein aan het Wakatipu meer. De DOC’s aan deze kant zijn minder camping dan die we in het noorden hebben gehad, maar we staan wel erg leuk aan het meer. Morgen gaan we ook maar eens lokale insecten spray kopen. De Australische spray die op Tonga nog prima werkte, schrikt de sandflies hier niet echt af. Ik heb een zwart t-shirt aan en er zweven hele zwermen flies om mij heen. En even voor de duidelijkheid; ze steken door broeken en sokken heen! Na het eten zetten we nog even een stuk dvd van onze reis voor de jongens op. Wat is dat al leuk om zelf terug te zien.
2 opmerkingen:
hoi allemaal,
Geniet van jullie verhalen en hoe de kids hier invulling aan geven. Veel plezier alvast met de kerstvoorbereidingen en fijne dagen. De kerstman weet jullie na sinterklaas, daar zeker te vinden.
Geniet ervan. Groetjes Nicole
Hai Carine,
Eindelijk eens een berichtje van mij (duurde even voor ik het adres van je site te pakken kreeg). Het klinkt alsof jullie je prima vermaken! Ik zou best even terug willen als ik alles zo hoor... Vergeet niet met dolfijnen en zeehonden te zwemmen in Kaikoura he? (als het even kan natuurlijk)
Heeeeeel veel plezier nog en alvast fijne feestdagen toegewenst met je gezin.
Groetjes,
Anne-Marie
Een reactie posten