De volgende ochtend staan we op ons gemakje op. Onder het ontbijt genieten we nog even van het uitzicht en dan rijden we de stad weer in. Normaal vraagt Jesper tijdens het rijden erg vaak hoe lang het nog rijden is. Meestal zegt het hem niets als wij een ½ uur of 2 uur zeggen, maar als het korter is dan één een uur, horen we vaak: “dat is niet zo lang”. Nu is hij erg vol van boten en als we vertellen dat we in een Sound met de boot gaan, vraagt hij natuurlijk gelijk: ‘Hoe lang nog voordat we er zijn?” Wij roepen beiden: “2 dagen”, waarop Jesper zeer serieus reageert met: “Dat is niet zo lang!” We zijn vroeg bij de camping, te vroeg zelfs en we mogen er inderdaad ook nog niet op. We rijden dus naar de andere camping, maar daar hebben we hetzelfde verhaal. Dan maar eerst koffie drinken en boodschappen doen. We slaan steeds voor een paar dagen in en tot nu toe gaat dat erg goed. We zijn nog nooit naar een winkel terug gehoeven. Dat was namelijk onze grote angst bij een camper, dat je dan voor een pakje boter je hele hebben en houwen moet inpakken.
Na de boodschappen mogen we de camping op. Daar staat al iemand op onze plek, dus we gaan even aan de babbel. Maar wat blijkt: de toch al krappe plek, delen we nog met een andere camper. Volle bak! We hebben in ieder geval wel internet, dus we kunnen even het weerbericht bekijken en plannen maken voor de volgende dagen. Met dat alles in ons hoofd gaan we richting de stad. Zo op het eerste gezicht is Queenstown een toeristische, maar wel heel gezellige stad. Er zijn veel eettentjes en natuurlijk erg veel souvenirwinkels. Zoals Erwin ook al schreef kan je hier echt je adrenalinekick krijgen. Wij laten het bungyjumpen enzo maar even voor wat het is, wij gaan eerst naar de kapper. Daar blijken we ook angstige momenten te beleven: we hebben het idee dat de kapster voor het eerst een tondeuse hanteert. Zielige kinderen! Alles wordt op 1 stand geschoren en her en der zitten nog lange plukken. Als ze klaar is informeren we nog even of ze hun nek kan uitscheren, het haar rond de oren kan bijknippen en de bakkenbaarden bij wil werken. En dan ben ik (Carine) aan de beurt… Slik, ik kan zo snel geen goede ontsnapsmoes verzinnen, dus ik laat haar maar begaan. Ze komt uit Engeland en is aan het rondreizen in Nieuw Zeeland. Dit is haar manier om geld te verdienen. En ja, ze heeft een kappersopleiding. Ach, zo gek heeft ze mij gelukkig niet geknipt en Erwin had het geluk dat hij door haar vriendin werd geknipt. Met allemaal korte koppen kunnen we weer verder. Erwin gaat nog even snel terug naar de camper om het goede fotobestand te halen en ik zie tot mijn schrik dat Sten al een aardige tijd terug een schone luier had moeten krijgen. Dan maar snel een winkel in om een nieuwe broek voor hem te zoeken. We laten wat foto’s afdrukken en gaan informeren naar de vaarmogelijkheden in de Sounds. Het lijkt er aardig uit te zien, we kunnen de volgende dag met een boot mee en hebben dan een eigen hut. Kinderen zijn gratis, want ze zijn nog onder de 5. Mooi, boeken dus maar! Maar als ze dan na gaat bellen komt ze erachter dat we toch niet in de hut passen en Sten mag niet bij ons in bed. Dat betekent dan een extra hut huren en vol voor de kinderen betalen, een aardig verschil met de eerste optie. We hebben het aardig gehad en gaan eerst maar eens verder kijken. We informeren weer bij de I-site, maar komen dan uiteindelijk toch op hetzelfde uit. Een dag later is er meer ruimte en blijkt het allemaal veel goedkoper. We gooien dus maar weer eens alle plannen om en boeken de boottrips. Het is ondertussen al aardig laat en de Lonely Planet beschrijft een aardige burgertent (alwaar je aan 2 handen niet genoeg hebt). We maken er dus maar eens een feestje van. Ik heb de BunLaden-burger (broodje met falafel) en Erwin een gigantische burger. We zitten uiteindelijk ongeveer van top tot teen onder en bomvol!
Weer terug in de camper zetten we weer een stuk op de weblog en mailen nog wat.
Vandaag slapen we weer lekker uit. We hebben het sublieme idee opgepakt om een kussen tussen de jongens in te zetten, zodat ze elkaar niet wakker kunnen maken. Gelukt: om half 9 worden ze wakker (de buren met hun kind jammer genoeg iets eerder, dus Erwin is alsnog vroeg wakker). We halen vers brood (jieho, dat is lang geleden!) en hebben zo een heerlijk ontbijt. We bekijken het weerbericht nogmaals en maken ons wat zorgen over de planning. We lijken flink wat regen te gaan krijgen in Doubtful. Na het ontbijt, het pakken van de spullen en het legen van de vuilwatertanks, gaan we dan weer naar de I-site om onze bedenkingen te overleggen. Volgens haar moeten we ons niet zo druk maken, want het weer wisselt hier ongeveer er minuut. Mmmm… We doen snel nog wat inkopen. Jesper krijgt een mooie kiwi(vogel)bodywarmer. We vertellen hem dat ie hem 1 keer aan mag en dat is met carnaval! Dit slaat hij goed op. Als ik later een regenjas koop, vraagt ie: ‘is ie ook voor carnaval?’ En ik maar denken dat ik een leuke jas heb gevonden… We zijn aardig op tijd in Te Anau, dus we rijden nog even door richting Milford. Daar zoeken we na een uurtje een DOC-camping op. We staan er helemaal alleen, met uitzicht op de kloof bij Milford en aan een beekje. Ach, ik zeg dat we alleen staan, maar er zijn natuurlijk wel de honderden zandvliegen. Bijna vergeten. De vallei hier is erg mooi. Langs de oever van het riviertje staan hele velden met paars-roze bloemen. Wij, als echte bloemkenners, gokken op orchideeën, maar we zullen nog even navraag doen. Ach, ook nu is het weer genieten van het uitzicht en de rust!
Na een rustige nacht blijkt het de volgende morgen inderdaad redelijk zonnig te zijn. We ruimen snel de camper op en rennen rond de camper om spullen op te ruimen. Er zitten zo ontzettend veel sandflies dat er zomaar 15 op je hoofd zitten als je even stil staat. Als we proberen te rijden blijkt het buitentrapje nog uit te staan. Nou is dat op zich niet zo’n probleem, maar die toeter die dan door de camper loeit is echt irritant (en geen van ons wil de sandflies trotseren). We besluiten snel door te rijden naar het Mirror Lake (spiegel meer) 5 km verderop. We hopen de bussen een beetje voor te zijn. Helaas. Op weg er naartoe staat de eerste bus met Japanners al op een uitzichtpunt en als we bij het meertje rond lopen, stopt daar de 2e bus. Je leest overal dat het ’s ochtends een stroom van bussen is naar de Milford toe en dat lijkt dus inderdaad te kloppen. Het spiegelen van de bergen in het meer is inderdaad leuk. Ik (Erwin) kan me sowieso voorstellen dat het op een echt heldere dag nog veel mooier is. We eten een broodje en rijden langzaam door naar de Sound (Fjord). Ondertussen verkennen we ook alle DOC campings omdat we vanavond op een leuke willen staan. Al vrij snel rijden we echt de bergen in. Gigantische bergruggen rijgen aanéén en overal zie je kleine waterstromen (watervallen) van de bergen af storten. Erg indrukwekkend. We stoppen om zo’n beetje alle uitkijkpunten. De meeste staan 400m van te voren aangegeven, maar soms heb je het ook pas in de gaten als je er langs rijdt. Al veel te snel komen we aan bij de Homer Tunnel. Een 1 baanstunnel van 1200 meter. Je wordt er in de boeken voor gewaarschuwd. Als je namelijk een tegenligger tegenkomt, zal er één achteruit moeten en er is nauwelijks verlichting. Maar het verkeer blijkt er overdags te worden geregeld met verkeerlichten. Omdat ons licht op rood staat en dat 15 minuten blijft, parkeren we achter alle bussen. Hier zie ik wel mijn eerste Kea. Inderdaad een zeer brutale papegaaiachtige vogel, die zelfs op onze camper gaat zitten. Al vrij snel springt ons licht op groen en razen we de tunnel in. Inderdaad heel donker, één baan en alleen maar dalend. Hier moet je inderdaad geen tegenligger krijgen. Uit de tunnel is de omgeving nog veel maanlandschap-achtiger. Ongelofelijk wat een massieve bergketens en wat veel water. Een paar kilometer verderop stoppen we bij de Chasm, een kloof waarin een rivier zich naar beneden werpt. Je kunt aan de bomen (die er in zijn blijven steken) zien dat de rivier soms echt kolken kan. Zelfs nu met weinig water moet je er niet in terecht komen.
Om 12:00 rijden we dan Milford binnen. Je ziet de steile wanden van de sound al vanaf de wal. Zodra we geparkeerd hebben bakken we lekker pannenkoeken en gaan op weg naar de terminal. Je kunt hier mooi zien hoeveel mensen ze in het hoogseizoen te verwerken krijgen. Er kunnen denk ik wel 50 bussen voor de deur parkeren en er zijn 4 cruise (rondvaart) maatschappijen. Wij zijn ruim op tijd om in the checken, we willen natuurlijk alles zien nu we maar 2 uur in de Milford Sound hebben. Het blijkt inderdaad te kloppen dat de laatste cruises, voordat de nachttochten van start gaan, altijd rustiger zijn. Wij zitten aan boord van een boot waarop denk ik 300 man of meer kunnen. We zijn alleen maar met 20 mensen. Kortom je kunt overal altijd vooraan staan. We beginnen binnen, maar de uitzichten zijn zo mooi dat we al snel allemaal buiten staan. Jesper en Sten parkeren we onder het boegschot op het voordek. Het wordt bijna herhalen, maar ook dit was zeer indrukwekkend. Bijna niet voor te stellen dat dit ooit een gletsjer was. We varen langs kliffen, watervallen en het zonnetje komt er regelmatig bij. Het feit dat we continue worden omgeven door steil oplopende (rots)wanden, maakt een grote indruk op ons. Toen we aankwamen bij de boot vonden we deze nog erg groot, maar hier in deze overweldigende natuur voelen we ons steeds kleiner worden. Toen we op de helft omdraaiden en in een school dolfijnen terecht kwamen, was ook Carine’s dag echt gemaakt. Jesper en Sten waren ondertussen achter het boegschot in slaap gevallen, maar toen we zeehonden zagen, moesten die natuurlijk worden wakker gemaakt. Al vrij snel waren we weer terug bij de haven. De Milford Sound zelf is eigenlijk best wel klein, maar de natuur is echt indrukwekkend. We hebben ondertussen besloten terug te rijden naar de DOC camping aan het Lake Gunn. Ik rijd terug. Op dit soort tochten heb je wel nadeel van de slaapcabine boven de stuurcabine. Deze ontneemt je toch aardig het zicht naar boven. Nou ja, dan zit er weinig anders op dan regelmatig te stoppen. Bij de Homer Tunnel stond het licht voor ons op groen en om 18:00 parkeerden aan de waterkant van het meer. Voor $10,- sta je dan echt heel erg gaaf aan het water. Gelukkig zijn er wat minder sandflies, waardoor Jesper en Sten naar hartenlust steentjes kunnen gooien. Vooraf vroegen we ons nog af, of we wel 5 uur moesten rijden (2,5 uur heen en terug) voor 2 uurtjes varen, maar het is het echt meer dan waard. Nu maar voorbereiden op Doubtful Sound morgen.
De ‘Milforddag’ is zo overweldigend geweest dat Erwin maar slecht in slaap komt. Ik slaap daarentegen al om 21.00 en ben de hele nacht knock-out. Het weer slaat aardig om en het regent flink als we wakker worden. Het uitzicht op het meer is plots beperkt tot alleen het water, de bergen eromheen zitten in de wolken. We ontbijten en vertrekken richting Doubtful. Dat is weer door de mooie vallei met roze en paarse bloemen. Daarbij staan er ook fel gele struiken, waardoor het allemaal een prachtig geheel is. We rijden vrij snel door, zodat we in Te Anau nog een regenjas voor Erwin kunnen kopen (na wat gemopper was ie toch wel onder de indruk van die van mij). Ondertussen heeft de regen plaats gemaakt voor wolken met her en der een stukje blauw en een waterig zonnetje. Ruim op tijd komen we in Manapouri bij de boot aan, dus we checken in en wachten tot we aan boord kunnen. Deze boot brengt ons over het meer (Lake Manapouri) om van daaruit verder te gaan richting het fjord. Ondertussen maken we kennis met Monique en Pieter, een ander Nederlands stel (er zaten aardig wat Nederlanders op deze tocht). Erwin wilde namelijk toch nog snel zijn korte broek halen en ik was even naar de wc. Erwin heeft de kinders dus maar bij Monique en Pieter gezet, waar Jesper het gelijk erg naar zijn zin had, want Monique bleek ijs te hebben. De tocht over het meer duurt ongeveer 3 kwartier en daarna gaan we nog een half uur met de bus. Dit is de eenvoudigste manier om de Milford Sound in te komen en alles zit bij de prijs inbegrepen. Leuke tocht dus. We krijgen wat uitleg onderweg en Jesper mag even aan het stuur zitten (en toeteren niet te vergeten!). De buschauffeur blijkt een zoon van Jesper zijn leeftijd te hebben: Jasper. Wat een toeval. Onderweg betrekt het aardig, maar ondanks dat hebben we schitterende uitzichten. We rijden over de berg heen en komen daardoor in de wolken terecht. Hierdoor zien we een heel stuk niets, maar verder kijken we regelmatig van bovenaf het fjord in. Uiteraard hebben we weer vele watervallen onderweg, tot grote vreugde van Sten die actief begint te wijzen als hij er één ziet.
Iedereen gaat de boot op, we krijgen uitleg over het hoe en wat op de boot, we kunnen de spullen op de kamers leggen en ondertussen varen we weg. We hebben een 4 persoonshut met stapelbedden. Allemaal niet al te ruim, maar prima voor een nachtje. Boven in de salon krijgen we koffie met een muffin. Tot Jespers en Stens grote plezier hebben ze verschillende spelletjes, dus al snel zijn zij in de weer met ‘wie is het’ en ‘vier op een rij’. Jesper heeft vandaag zijn dag niet helemaal en is af en toe vreselijk dwars. We hopen dus dat hij nog wat wilt slapen. In de loop van de middag is er een middagactiviteit. Erwin gaat kajakken en ik duik met de kinderen de hut in. Jesper gaat als snel liggen, maar Sten blijkt draken. Met een big smile rent hij heen en weer over het bed. We zwaaien nog even naar Erwin die voorbij komt en maken uiteraard de nodige foto’s. Na een uur blijkt er een mogelijkheid voor mij om met de tweede groep mee te kajakken. Ik laat de jongens dus even liggen om naar Erwin te seinen dat we kunnen wisselen. Als Erwin naderhand terugkomt zijn ze beiden over de bedden aan het rennen… Hij neemt ze dus maar mee naar boven, zodat ik onder het kajakken aangemoedigd wordt door mijn mannen. Het is een superervaring: je kajakt door het fjord met zijn steile, hoge wanden vol met watervallen, bomen en varens. Het is echt een regenwoud. Dat mag ook wel met een gemiddelde regenval van 6 tot 7 meter per jaar. Het schijnt één van de natste gebieden op aarde te zijn, en dat merken we ook. Het blijft aardig doorregenen en miezeren. Er is één voordeel als het regent: de zandvliegen zijn dan even weg(of ze houden zich schuil in de kajak en leven zich uit op je benen…). Ik had met de tweede groep het voordeel dat we maar met z’n viertjes waren. We hebben dus op ons gemak rondgekajakt en aardig wat uitleg gekregen. Het pikzwarte water is op de meeste plaatsen ongeveer 50 tot 80 meter diep. Het water uit de bergen zorgt voor een zoete laag boven het zeezout. Vandaar dat het zo donker is en dat zorgt weer voor diepzeeleven redelijk aan de oppervlakte. Op de steile hellingen staan veel ‘kerstbomen’, een boom die met kerst fel rode bloemen krijgt. We zien al verschillende bloemen komen. Dat moet een geweldig gezicht zijn als het zo rood kleurt! Ik heb ook achterhaald hoe onze orchidee heet: lupine (oeps wat zijn wij toch weer natuurbarbaren).
Terug aan boord krijgen we soep en varen we door verder het Sound in. Het is allemaal erg indrukwekkend, ondanks het feit dat veel van de omgeving in wolken is gehuld. De Doubtful Sound is vele malen groter dan de Milford (een lokale kaart heeft het over 10 malen groter). In de Milford Sound ben je met een uur varen op de Tasman Zee (hij is 15 kilometer). De Doubtful Sound is 41 kilometer met verschillende eilanden en heeft verschillende ‘armen’ waarvan we er ook een paar invaren. Vlak voordat we bij de Tasman Zee aankomen, varen we langs een zeehonden- en zeeleeuwenkolonie. Een erg actieve dit keer: verschillende zeehonden springen achter elkaar het water uit. De rest ligt wat te luieren op de rotsen. Op het volgende eiland zitten regelmatig pinguïns, ze geven vandaag alleen, helaas, niet thuis. Erg jammer! ’s Avonds gaat de boot voor anker in Bradshaw Sound en hebben we een dinerbuffet. Jesper krijgt het voor elkaar om zijn tweede bult op zijn hoofd te creëren. Dat krijg je als je na verschillende waarschuwingen door blijft rennen. De jongens zijn ondertussen helemaal af. We eten laat, dus Jesper heeft zijn medicijn al gehad. Dat is lekker: hoeven we een keer geen rekening te houden met hoe laat Jesper zijn laatste hap eet. Hij papt het nog even aan met de bemanning en regelt een toetje, ijs met chocola. We leggen de jongens op bed, duiken zelf nog even de bar in en vinden de jongens als wij naar bed gaan in precies dezelfde houding als toen we ze erin hebben gelegd. Wat waren zij af!
De volgende ochtend start de motor om 6.45 uur en zijn we vroeg wakker. Om Sten wakker te krijgen moeten we iets meer moeite doen. Pas na wat schudwerk wordt hij wakker. Normaal krijgt Jesper zijn medicijn en sap voor het eten, dus kunnen we na het opstaan pas 45 minuten later eten (het moet namelijk eerst inwerken). Nu kleden we ons snel aan en gaan gelijk ontbijten. Jesper krijgt zijn medicijn straks nog wel. Onder het ontbijt krijgen we de melding dat er dolfijnen zijn gezien voor de boot. Iedereen (er zitten ongeveer 65 man op de boot) laat zijn ontbijt voor wat het is en rent naar buiten. En jawel: echt vlak voor en onder de boot is een groep dolfijnen aan het ‘golfsurfen’, dus in de boeggolf zwemmen en dan voor de boot uitspringen. Alsof ze een heuse voorstelling aan het geven zijn springt de een na de ander hoog het water uit. Sommigen draaien zelfs nog een rondje in de lucht! Wat een spektakel. Jesper staat bij mij en roept als hardste ‘zo hé, zo hé’, als ze weer het water uitspringen. Het is ijskoud zo zonder jas in de wind, maar we horen hem niet klagen (en dat wil wat zeggen van deze koukleum!) Ook Sten geniet volop. De dolfijnen blijven lang genoeg rond de boot hangen om nog wat leuke plaatjes te schieten en te video-en. We hebben deze vakantie en eerdere vakanties al aardig wat dolfijnen gezien, maar zoals nu hebben we het nog nooit gehad!!!
Maar dit is niet het enige hoogtepunt deze morgen. We varen na het dolfijnspektakel de “Hall Arm” in, zoals de naam al doet vermoeden één van de armen van de Doubtful Sound. De wolken die rond de bergen hangen geven het geheel iets mystieks. Ach, bekijk ook gewoon de foto’s maar (of kom als we terugzijn de rest van de ongeveer 100 foto’s bekijken als we terug zijn…). Het is namelijk onbeschrijfelijk hoe mooi het daar was. Dit schouwspel is echt iets om stil van te worden, wat ook gebeurde aan het eind van de ‘arm’. Iedereen werd verzocht om 5 minuten helemaal stil te zijn. Ook alle Motoren en generatoren werden uitgezet om de ‘the sound of silence’ te ervaren. We horen alleen watervallen en vogels (en een Engelsman die de trap op en af loopt). Ach en eerlijk gezegd horen we ook af en toe Sten die ‘ssst’ zegt. Hij heeft het goed begrepen! Maar zelfs hij is het grootste deel van de tijd muisstil. Wat een hectiek en herrie hebben wij dan in ons normale leven. Ik zou hier uren kunnen hebben blijven liggen, maar al veel te snel varen we weer verder. Om 9.45 uur zijn we weer bij de bussen om terug te gaan naar Manapouri. We nemen afscheid van de bemanning, waarbij met name Jesper en Sten flink uitgezwaaid worden (tja, het zou ook kunnen dat de bemanning erg blij was van onze mannen af te zijn…). In Manapouri drinken we nog even een bak koffie met Monique en Pieter. Zij hebben Jesper aardig verwend en ons ook door de jongens af en toe bezig te houden!
Het weerbericht voor de komende dagen lijkt erg goed, dus we rijden snel door naar het noorden. We (lees ‘ik’ ->Carine) wil graag via het binnenland langs de meren en Mount Cook (Nieuw Zeelands hoogste berg (3900 m). Daar heb ik zulke goede verhalen over gehoord en op de heenweg hebben we er uiteindelijk door het slechte weer weinig van gezien. In Christchurch stoppen we nog even bij de bungyjumpers. Jesper en Sten zouden daar het liefst de hele middag hebben willen blijven, maar helaas. We moeten snel door al was het alleen maar om Erwin te laten ophouden met twijfelen. Hij vindt $160,- voor 1 jump veel te veel, maar begint wel te twijfelen als hij anderen zo ziet springen. We rijden nog even langs een ‘Lord of the Rings-spot’, vlak aan de weg. Het is de rivier waar in deel 1 de ‘fellowship of the ring’ tussen de pilaren van de koning doorvaart (‘the chasm of the anduin’ en ’The Pillars of the Kings’).
Vervolgens rijden we naar een camping in Cromwell. De camping stelt op zich niet al teveel voor, maar er is wel een supergroot springkussen! Feest voor de jongens dus. Erwin is zwaar onder de indruk van de doucheruimte. Voor de tweede keer in zijn een leven ziet hij een föhn hangen in de heren doucheruimte. De eerste keer was ook al in Nieuw Zeeland (Picton). Nou nog haar om een föhn te gebruiken…… We sluiten snel de laptop aan om de foto’s te bekijken. Wow, wat was dit indrukwekkend! We zijn er niet echt uit wat nu leuker is, de Milford of the Doubtful. Wat betreft de Sound zelf vonden wij de Doubtful absoluut veel indrukwekkender, omdat die zoveel groter is, maar de weg naar de Milford Sound was weer veel spectaculairder. Kortom: wij hebben een goede keus gemaakt door beiden te doen!
Dinsdag 18 december worden we niet al te vroeg wakker. We waren allemaal erg moe van de sounds en starten nu op ons gemak op. Na het ontbijt, e-mailen en opruimen gaan we al onze vuilwatertanks legen en gaan we op weg naar Mount Cook Village. Een 3 uur rijden. Het weer is niet zo stralend als verwacht/gehoopt. Het regent nog veel, maar het moet de komende dagen beter worden. Nadat we boodschappen hebben gedaan, rijden we Highway 8 op. De meeste tijd kunnen we ‘gewoon’ 100 rijden. Dat is in Nieuw Zeeland echt apart. In sommige bochten moet ik (Erwin) even terug naar 75 km/uur, maar het schiet erg op. Na 2 uur rijden we dan ook Omarama binnen en een half uurtje later parkeren we in Twizel. Bij de I-site vragen we even na of de DOC camping bij Mount Cook Village met een camper bereikbaar is (ja) en wat het weer gaat doen. Het heeft vandaag geregend bij Mount Cook, maar het moet later opklaren en morgen (woensdag) moet het echt mooi weer worden. Na de info gaan we lekker koffie met koek eten. In de camper hebben we alleen maar Moccona (instantkoffie) en soms snak je naar een echte bak koffie. De rit naar Mount Cook is heel afwisselend: Het is heel gek dat je het ene moment langs meren rijdt en het volgende door de meest gekke maanlandschappen. Carine rijdt verder en binnen no time komt Lake Pukaki in het zicht. Een ongelofelijk blauw meer. De blauwe kleur is ontstaan door steengruis dat ooit door een lawine in het meer terecht is gekomen en nu het licht zo mooi breekt. Na weer een half uur komen de bergen in het zicht. De toppen zijn allemaal in wolken gehuld, maar we kunnen al wel de Tasman Gletsjer herkennen. Ook zien we een klein stukje sneeuw op een bergtop.
De DOC camping is weer een parkeerplaats met wat wc’s. Er is een stuk echt parkeerplaats waarop heel veel campers en auto’s staan en een stuk kampeerplaats. Er beginnen hier heel veel wandelroutes. Op de kampeerplaats zien je alleen wat bomen en kijk je het dal in. Wij willen graag bergen zien (als de wolken wegtrekken tenminste) en gaan dus lekker op de parkeerplaats kamperen. Met zo’n camper maakt het toch allemaal niets uit. Jesper is al een paar dagen weer flink tegendraads en nu gaat hij zo tekeer dat hij uiteindelijk 45 minuten voor straf naar bed gaat. Uiteindelijk wordt hij wat rustiger. Langzamerhand trekken de wolken inderdaad wat op en de besneeuwde bergtop die wij zagen, bleek gewoon een stuk helling van een veel hogere berg te zijn. Af en toe komt nu de top van Mount Sefton in beeld. Het plan wordt om snel te eten en nog maar een wandeltocht van een uur te gaan doen. Het is jammer dat ik mijn vader moet wakker SMS’en voor ‘mosselkookadviezen’, maar we koken de Nieuw-Zeelandse mosselen op de Nederlandse manier. Het zijn flink grote mosselen in groene schelpen en het koken in de camper is behelpen door de 2 kleine pannen die we hebben meegekregen.
Uiteindelijk gaan we om 19:00 op weg om een stuk van de Hooker Valley Trail te lopen. Een wandelroute naar de Hooker valley toe die in z’n geheel 4 uur duurt, maar waarbij je op 1 uur afstand (retour) een fantastisch uitzicht op Mount Cook moet hebben. Ons tempo ligt lager omdat Jesper niet zo snel loopt en halverwege ga ik vooruit met Sten op mijn rug om nog een beetje zonlicht op de berg te zien (de zon lijkt langzamerhand weer wat door te komen). We moeten 2 keer de Hooker River oversteken. De bruggen zijn weer van die zwaaibruggen en het water stroomt erg hard. Zo hard, dat je wel héél hard moet schreeuwen om daar bovenuit te komen. En dat laten de jongens zich natuurlijk geen twee keer zeggen! Als we uiteindelijk toch met z’n 4en op een bergtop zitten, komt er af en toe een stukje van Mount Cook in zicht en binnen no time komt de totale berg uit de wolken. Het is zo een heel mooi gezicht alleen is het ondertussen al 20:30 en we willen de kinderen nog wel een beetje fatsoenlijk op bed hebben. Nadat we de eerste brug over zijn, gaat Jesper en in de rugdrager en gaat Sten bij Carine op haar schouders. We hebben ruim een uur over de heenweg gedaan en halverwege de terugweg beschijnt de zon plotseling een van de bergen waar we dan langs lopen. Hadden we nu maar even langer gewacht, want Mount Cook in de zon zien, was natuurlijk nog mooier. We lopen toch door naar de camper. Op de weg terug probeer ik nog een foto van wat varens te maken. De kleine camera alleen niet geschikt voor macro’s en als ik dat tegen Jesper zeg, zegt hij: “Is je camera dan te moe om deze foto’s te maken?” Vlak bij de camper zien we een heleboel mensen bij het Alpine monument staan en daar nog iets dichterbij blijken we daar Mt Cook ook te kunnen zien. Loop je daarvoor zo lang…….. Op het moment dat we daar aankomen begint de zon de toppen pas echt te beschijnen. Vol van dit mooie uitzicht leggen we om 22:00 de kinderen in bed en vlak daarna vallen we zelf ook om. Vol verwachting over de volgende dag want dan is het immers nog veel mooier weer.
Helaas, niets is minder waar. We worden pas om 09:00 wakker en we kunnen om ons heen bijna niets zien door de wolken. Potdicht naar boven toe. Wat zijn wij blij dat we (alweer) ’s avonds even hebben doorgepakt! We hebben vandaag geen haast en gaan dus heel rustig eten, kaarten schrijven en luieren en zien rond de middag plotseling wel weer blauwe lucht komen. We gaan toch maar weer op weg om nog een glimp van de toppen te zien. Dit keer lopen we de Kea Point Track. Opnieuw een uur (retour) naar een uitzicht punt. Jesper heeft ondertussen weer flink veel gegeten. Carine heeft het gevoel dat we hem wat vaker meer moeten laten eten als hij erom vraagt. Ik reageer ook erg fel op te weinig eten, dus misschien ligt het bij Jesper daar ook wel aan. Na een half uur komen we aan bij Kea Point en zien we een stukje Mt Cook. Het barst hier werkelijk van de Japanners, maar op dit moment hebben we het uitzichtpunt voor ons alleen. De wolken die er hangen, lijken steeds heen en terug te gaan. Dan geven ze weer een stukje vrij van de bergen, om daarna weer over de berg te zweven. We genieten van het uitzicht met een broodje. Op dat moment komt er een grijze man schuchter aan lopen. Hij kijkt naar het platform waarop wij zitten, maar komt er niet bij. Ik wenk hem erbij te komen en dat doet hij dan ook. Hij (natuurlijk) een Japanner maakt een paar foto’s en we raken aan de praat. Het is al leuk te ervaren dat hij grapjes maakt. Hij vertelt dat hij weet waarom de Nederlanders zo lang zijn, want die moeten immers hun neus boven het water houden. Na een tijdje vraagt hij of we al eens in Japan zijn geweest. Als hij weggaat overhandigt hij zijn visitekaartje en vertelt dat we zeker contact moeten opnemen en langs moeten komen als we ooit in Japan zijn. Hij is directeur van Sprint in Tokyo, maar is nu vanwege zijn leeftijd uitgerangeerd! Zoveel openheid hebben we nog nooit van een Japanner meegemaakt. Ondertussen hebben we wel steeds meer van Mt Cook kunnen zien. Niet zo mooi als gisteravond, maar nog steeds indrukwekkend. Ook het Lake Mueller voor ons is erg mooi. Het blijkt een gletsjer meer te zijn en het valt Carine op een gegeven moment op dat er gewoon nog ijsbergjes in drijven. Het gevoel wat we de avond ervoor hadden klopte dus: De wanden van het meer, die wij voor rotsen aanzagen, zijn gewoon ijswanden. Heel apart dit zo te zien.
We lopen terug naar de camper en gaan weer op weg. Langs Lake Pukaki rijden we naar Tekapo. Alweer zo’n hel blauw meer. Het is jammer dat we niet echt van de uitzichten kunnen genieten door de wolken, maar de verse zalm (sashimi) bij alweer een zalmkwekerij maakt veel goed. In Tekapo zoeken we een camping op en eten zalm en mosselen bij een alweer dicht trekkende lucht. Op het moment dat we de kinderen op bed leggen gaat het alweer regenen.
En regenen doet het de hele nacht. ’s Ochtends zit de lucht nog steeds potdicht, jammer. We ontbijten even snel tijdens het rijden, want we hebben weer een aardige reisdag voor de boeg. We hebben nog wat tijd over, dus we besluiten toch nog naar Oamaru te rijden om te kijken of we pinguïns kunnen zien. Uiteraard kijken we eerst nog even bij de Church of the Good Shepherd. Een klein kerkje aan de rand van het Tekapo-meer. Ik denk dat er ongeveer 20 banken zijn (verdeeld over 2 kanten) en dat er ongeveer 50 man in kan. En een uitzicht, wow! Aan de achterkant van het kerkje is een groot raam waar je door naar buiten kunt kijken. Ik weet niet hoeveel de mensen van de preek opvangen zo… Naast het kerkje staat een beeld van een Collie-hond. Een eerbetoon aan de schapenhonden die meegeholpen hebben om het Mackenzie-gebied op de kaart te zetten. Vlak voor de eerste bussen rijden wij weer weg. We hebben besloten om weer terug via Lake Pukaki en Twizel te rijden en dan straks via de kust naar Christchurch te rijden. Onderweg komen we langs Maori-rotstekeningen. Op zich leuk, maar jammer genoeg was er weinig meer van over. Dan gaan we op zoek naar de olifantrotsen. We rijden ergens verkeerd, maar kunnen daar wel even wat schapen-foto’s maken. Ik (Carine) zet de camper aan de kant van de weg en ben niet erg onder de indruk van de foto-actie die Erwin onderneemt (of juist niet). Ik pak dus de camera, loop de camper uit, spring over het slootje en… jaag alle schapen weg. Da’s nou weer niet zo handig!
Een stukje verderop vinden we inderdaad de olifantrotsen. Dit gebied heeft heel veel te maken (gehad) met aardbevingen. Je ziet dan ook heel veel omhoog geschoven landmassa’s. We maken daar gelijk even een boterhammetje. Kunnen we er weer even tegen. We gaan verder naar de kust. Het is grappig om de verschillen in land te zien onderweg. Erwin had het ook al geschreven, je rijdt echt van een maanlandschap, naar onontgonnen vlaktes, naar ontgonnen vlaktes met, vooral, schapen. Rond 3en zijn we bij de Moeraki-boulders: grote, ronde, limestone rotsen op het strand. De jongens slapen net, dus wij gaan om de beurt kijken. Erwin komt terug met een Nieuw-Zeelander van wie zijn ouders Nederlands zijn. Hij spreekt goed Nederlands en probeert dat zijn kinderen ook bij te brengen. Wat is er dan mooier om even onze Jip en Janneke, Sesamstraat en Liedjes uit de Oude Doos te kopiëren? Als dat is gebeurd, rijden we verder naar Oamaru. Het is ondertussen al een uur of 4 als we daar aankomen. We informeren snel bij de I-site waar en wanneer we pinguïns kunnen zien. Er blijken twee verschillende soorten: de Yellow-Eyed (hoeft verder weinig uitleg denk ik waarom ze zo heten) en de Blue Pinguïns. De eerste soort is erg op zichzelf, erg verlegen en moeilijk te zien. Er zitten er een stuk of 30 aan de kust en ’s ochtends tussen 5 en 7 zijn ze het best te spotten. De Blue Pinguïns komen iedere avond rond zonsondergang aan land. Tegen betaling kan je op een tribune naar de pinguïns kijken en je krijgt er gelijk een uitleg bij. Dat gaan we dus maar doen. Maar we gaan eerst toch maar even kijken of we de Yellow-Eyed kunnen zien. We parkeren de camper en pakken ons héél dik in. De jongens krijgen 2 broeken over elkaar en flink wat shirts. Er staat een flinke, koude wind. We lopen boven langs het strand naar de uitkijkpost als we de eerste 2 pinguïns op het strand zien staan! Wat een mazzel. We bekijken ze vanuit de uitkijkpost nog uitgebreid en als we daarna teruglopen, zien we er nog 2 aan land komen. In de camper maken we snel wat eten, want we willen toch graag nog even kijken. Wat is het toch lekker dat je alles zo bij de hand hebt in de camper. Na het eten gaan we nog snel een blik werpen. We trekken nog een extra laag kleren aan en gaan op stap. Aan de route naar de uitkijkpost toe blijkt een pinguïn heel dicht bij te zitten. Die is een flink eind de berg opgewandeld en lijkt nu wat uit te zitten waaien. Een stukje verderop zitten er nog 2. We kunnen het niet heel goed zien, maar het lijkt erop alsof een pinguïn zijn jong eten geeft. Nou, na even te hebben staan blauwbekken is het tijd om naar de Blue Pinguïns te gaan. Vanaf half 9 kunnen we daar naar binnen, maar de tribune is buiten en in de volle wind. Extra lagen kleding gaat niet meer lukken, dus we nemen nu maar een slaapzak mee om de jongens een beetje warm te houden. Ik ga alvast met Sten op de tribune zitten en Jesper en Erwin gaan koffie kopen. Sten is wat onrustig, dus ik ga even met hem naar de eenden kijken die aan komen zwemmen. Komt de ene na de andere ‘eend’ te water uit gelopen. Jieho, de eerste pinguïns! Gaaf, want iedereen op de tribune denkt dat het eenden zijn, dus blijft lekker zitten.
Dan start de uitleg. De Blue Pinguïn is de kleinste pinguin op de wereld. Hij komt ook buiten Nieuw-Zeeland voor. Ze zwemmen iedere dag zo’n 30 tot 40 km om dan ’s avonds weer op hun vaste plek terug te komen. In dit gebied zitten ruim 200 pinguins waarvan er momenteel 153 broeden. Dan komt de eerste groep pinguins naar boven. Ze moeten uit het water eerst de rotsen opklimmen om dan de weg (voor ons langs) over te steken en naar hun ‘nesten’ te gaan. De nesten zijn er allemaal aangelegd door mensen, zodat ze niet in kunnen storten en er genoeg zijn voor iedereen. Iedere pinguïn is ook geringd om ze zo in de gaten te kunnen houden. Niet echt wild. Maar al met al erg gaaf om te zien als er steeds weer een groep van zo’n 20 a 30 pinguins aan land komt en richting hun nesten waggelt. Sommige blijven nog even wat spelen aan de kustlijn: Laten zich mee glijden op een golf en duiken dan het water weer in. Jesper zit met open mond te kijken en Sten zwaait de pinguïns gedag. Beide keurig stil en dat zo laat! Iets later, als de meeste mensen weggaan, zien we nog wat pinguïns echt heel vlak langs het hek lopen. We zouden ze zo hebben kunnen aaien. En ook bij de nesten is het een drukte van belang. Ik denk dat er zo’n 200 pinguïns aan land zijn gekomen, die allemaal richting een nest gaan. Als zelfs Jesper dan naar de camper wilt, zwaaien we de pinguïns gedag en rijden naar de camping. Op de weg van het centrum weg moeten we nog diverse pinguïns ontwijken. Ze hebben ons op ons hart gedrukt geen foto’s te maken, dus dat hebben we (braaf als we zijn) niet gedaan. Op de camping valt Sten als een blok in slaap, maar Jesper is helemaal opgedraaid. Als wij gaan slapen, wordt hij dan uiteindelijk toch ook wel stil.
We slaan de pinguïns tussen 5 en 7 uur vanochtend maar even over. Rond half 9 worden we pas wakker. Lekker op ons gemakje ontbijten we en pakken een enveloppe om wat spullen naar huis te sturen. We hebben een aantal boeken niet meer nodig, dus dit scheelt ons weer 2,5 kilo bagage. We rijden richting Christchurch. Het is een weg zonder bochten, dus we kachelen aardig door. Onderweg drinken en eten we nog even wat en rond 3 uur komen we op de camping aan. Jesper heeft de speeltuin al van veraf gezien, dus die zijn we gelijk kwijt. Al was het alleen maar aan de Vlielandse opa en oma die hij hier tegen komt. Wij gooien er nog even snel een was in en genieten van het zonnetje dat is doorgebroken. Er staat nog wel veel wind, maar het is lekker. We besluiten niets meer te ondernemen vandaag. De camping heeft een bad, dus de jongens vermaken zich prima. We beginnen alvast wat spullen te pakken, want Nieuw-Zeeland zit er ook alweer bijna op. Phoe, wat gaat de tijd toch hard!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vluchtplan
Datum | Traject | Maatschappij | Vluchtnummer | Vertrektijd | Aankomsttijd | Terminal | |
18-okt | Amsterdam - Kuala Lumpur | Malaysia Airlines | MH 17 | 12:00 | 06:05 (vrijdag) | ||
19-okt | Kuala Lumpur - Tioman | Berjaya Air | J 8186 | 12:40 | 13:40 | ||
22-okt | Tioman - Kuala Lumpur | Berjaya Air | J 8187 | 16:00 | 17:00 | ||
23-okt | Kuala Lumpur - Perth | Malaysia Airlines | MH 25 | 9:40 | 15:00 | ||
11-nov | Perth - Auckland | Air New Zealand | NZ 176 | 19:25 | 5:45 | ||
12-nov | Auckland - Nuku'alofa | Air New Zealand | NZ 866 | 7:30 | 10:30 | ||
12-nov | Nuku'alofa - Vava' u | Tonga Airlines | PC 935 Y | 12:30 | 13:30 | ||
20-nov | Vava'u - Nuku'alofa | Tonga Airlines | PC 938 Y | 16:45 | 17:45 | ||
21-nov | Nuku'alofa - Auckland | Air New Zealand | NZ 865 | 11:30 | 14:30 | ||
24-dec | Christchurch - Auckland | Air New Zealand | NZ 514 | 9:40 | 11:00 | ||
24-dec | Auckland - Sydney | Air New Zealand | NZ 719 | 13:00 | 14:30 | ||
17-jan | Melbourne - Kuala Lumpur | Malaysia Airlines | MH 148 | 15:40 | 20:40 | ||
18-jan | Kuala Lumpur - Langkawi | Air Asia | AK 6302 | 10:20 | 11:20 | LCC Terminal(MY) | |
20-jan | Langkawi - Kuala Lumpur | Air Asia | AK 6307 | 17:35 | 18:35 | LCC Terminal(MY) | |
20-jan | Kuala Lumpur - Amsterdam | Malaysia Airlines | MH 16 | 23:45 | 05:55: (maandag) | ||
1 opmerking:
Ha die ECJS, Heel erg leuk om jullie verhalen te volgen vanuit een bevroren Nederland. Ik kan me voorstellen dat alles erg overweldigend is. Als jullie terug zijn willen we graag de bewegende beelden zien.
Groet en fijne feestdagen,
Harold, Jolanda & Jasper
Een reactie posten