woensdag 7 november 2007

Dol fijn en walvissen (1 tot en met 6 november)

Even wat meer uitleg over het dolfijncentrum: Het centrum is een bezoekerscentrum waar onderzoek wordt gedaan naar het hele hebben en houwen van dolfijnen. Er wordt bijgehouden hoeveel dolfijnen er in het gebied zitten (ongeveer 150), wanneer ze jongen, waar ze zich bevinden, maar ook hoe het met eventuele verwondingen gaat. Het wordt gerund door een fiks aantal vrijwilligers, veelal rondtrekkende backpakkers uit verschillende landen. Maar wij spreken ook een vrouw die op haar 3e met haar ouders is geëmigreerd naar Australië. Zij werkt hier 3 dagen per week. Ze vertelt ons veel terwijl wij geduldig staan te wachten tot er dolfijnen dichterbij zullen komen. Er is een interactiezone, waar je in het water kunt staan bij de dolfijnen (mits deze er zijn natuurlijk). Het is gewoon in de open baai, dus je moet net geluk hebben. De dolfijnen worden niet bewust gelokt, ze krijgen wel wat te eten als ze komen. De eerste keer 250gr. vis en daarna 100gr. (even voor de duidelijkheid: ze eten kilo’s op een dag!).

De eerste dag hebben we alleen dolfijnen in de verte gezien. De tweede dag hebben we braaf onze wekker gezet om op tijd aanwezig te kunnen zijn. Klokslag half 9 zijn wij (met 2 wakker gemaakte, dus mopperende, kinderen) paraat. Er is ’s ochtends om 7.20 een dolfijn met een jong geweest. Wij wachten, wachten en wachten. Raken ondertussen aan de praat met 2 Nederlanders waarvan de dochter naar Australië is geëmigreerd. Verbazend: hun dochter werkt hier in Perth bij de recherche, terwijl ze nog Nederlands staatsburger is…
Wij halen ondertussen maar even een kop koffie. De Nederlanders gaan een warme douche zoeken. Het koelt hier namelijk erg af ’s nachts, dus het duurt ook even voor het lekker warm is. En daarbij opgeteld de sterke wind, maakt het niet altijd aangenaam. We gaan nog even op het strand kijken en bedenken ons tot hoe laat we willen blijven wachten.


Gelukkig hoeven we niet al te lang te discussiëren (ik, Carine, wil pas weg als er een dolfijn is gespot, de mannen hebben het ondertussen wel gezien). Er komt een man aangerend dat hij heel dichtbij dolfijnen ziet. Grappig, wij hebben steeds naar rechts gekeken, bleken deze van links aan te komen… En jawel: in de interactiezone zwemt een dolfijn. Iets verderop zien we nog een paar vinnen. Snel de camera en de kinders bij elkaar geraapt, broek uit en het water in. Iedereen moet in een rij gaan staan, tot zijn middel in het water en iemand van het centrum gaat verder het water in om uitleg te geven. We hebben echt vreselijk veel mazzel: de dolfijnen volgen elkaar op en ze hebben allemaal een jong. We zien 3 volwassen dolfijnen met jong op soms nog geen meter afstand. Jesper en Sten vinden het allemaal wat eng. Het ging ook allemaal erg snel. Zo zit je lekker te spelen op het strand, zo word je het water in gesleurd. Maar Jesper krijgt de smaak snel te pakken en wijst de dolfijnen steeds weer aan. Sten heeft het moeilijker. Wij ook, want hij blijft huilen (hij wil ook in het water). Tegen de tijd dat we ons net goed ongemakkelijk beginnen te voelen, krijgt Sten een compliment van de ‘ranger’. Dolfijnen blijken erg goed te kunnen horen en geluidsgolven op te kunnen vangen. Het huilen van Sten maakt de dolfijnen dus nieuwsgierig. Daardoor blijven ze langer hangen. Ha: wij knijpen Sten nog wel een keertje extra! Inderdaad komen ze ook regelmatig op ons afgezwommen. INDRUKWEKKEND!

Na ongeveer een half uurtje houden de dolfijnen het voor gezien. Wij gaan het water uit en voelen dan pas hoe koud we zijn (het water was 16 graden). In de camper dus snel omgekleed en de kachel aan, terwijl we naar Cape Naturaliste rijden. We rijden door een mooi landschap en zijn nog vol van de dolfijnen. Jesper ook: “Eigenlijk horen dolfijnen hier niet. Ze horen in het dolfinarium”. Tja, leg dat maar eens uit! Via Busselton en Dunsborough gaan we naar de vuurtoren op Cape Naturaliste; De meest Zuidwestelijke kaap van Australië. Inderdaad zijn de Aussies erg goed in het voor elk punt wel het meest ……. Te bedenken. Bijvoorbeeld de oudste rode wijn, de grootste baai en dus de meest Zuidwestelijke kaap. Het is altijd interessant de camper ergens te parkeren. In winkelcentra is het lastig, maar bij bezienswaardigheden valt het reuze mee. Er zijn altijd bus parkeerplaatsen en daar krijgen we de camper wel in kwijt. We betalen de toegang en moeten met de tour mee naar de vuurtoren. Omdat Jesper wat langzamer loopt, mogen we wel al naar de vuurtoren toe. Daar hebben we lekker even de tijd voordat de rest van de groep komt. Terwijl we wat rondkijken, springt er vlak voor mij (Erwin) een kangoeroe uit de bossen. Dan mogen we naar binnen. Halverwege naar boven roept iemand dat ze walvissen ziet en inderdaad zie ik vinnen op zee zwaaien. Wow, dat vind ik zo gaaf!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Ik moet zo snel mogelijk naar boven en naar buiten in de hoop dat ik er meer zie. En jawel, daar zien we in de verte het spuiten van meerdere walvissen. Ik hoor niets meer van het vuurtorenverhaal en krijg later van Carine te horen dat ik de volgende keer wel even eerst mee mag kijken of de kinderen wel goed gaan (zij zat klem met Sten zijn rugdrager toen ik voorbij racete). Na 10 minuten gaan we weer naar beneden en hoop ik meer dan ook dat we tijdens de boottocht morgen echt walvissen van dichtbij zien.

Via een mooie andere baai rijden we door naar de camping in Yallinup. Volgens het reisverslag van die andere familie een fantastische camping. Met name het laatste stuk naar de camping toe is schitterend. Het lijkt alsof je zo de zee inrijdt. Wat een uitzicht! We krijgen er een leuk plaatsje en maken die avond kennis met een Amsterdams stel die voor de vijfde keer in Australië is en nu de westkant in 6 weken aan het doen zijn. De mevrouw (Anita) trakteert de jongens op kaakjes en vertelt dat ze morgen ook aan boord tijdens de walvis toch zullen zijn… Na het eten bekijken we de mooie zonsondergang aan de baai (Jesper: ‘ik vind het een beetje eng als de zon in de zee plonst’) en gaan de jongens naar bed. Op de foto wijzen de mannen ded zon aan. ;-) Dat is elke avond weer een crime. Vaak zijn ze rustig nog 1 uur aan het spoken daar voorin de camper. Op onze boot hebben we nooit een probleem, vreemd. Zij hebben de grootste lol, maar wij niet echt. Ook wordt het weer koud.

Dan wordt het 3 november. ’s Nachts steekt er een stevige wind op en ik zie de tocht al worden gecanceld. Zo is eerder een ballon tocht in Alice Springs niet doorgegaan en nu zul je zien dat deze boottocht niet doorgaat. We moeten vroeg op en Carine stelt voor dat ik alleen zal gaan als het te ruig voor de kinderen is. We overleggen met de schipper en volgens hem valt het allemaal wel mee. Hij blijft dicht onder de kust en zal sowieso het grootste deel van de tocht met de golven mee varen. Kortom we gaan aan boord! Het is heel vreemd om na 2 weken van de 3 maanden te spreken over een hoogtepunt maar deze tocht was een hoogtepunt met hoofdletters, onderstreept en heel veel uitroeptekens………..

We waren net ankerop, toen de voordekker de eerste walvis in de verte zag. Wij daarop af en gedurende de daarop volgende 2 uur hebben we bijna continu, zwaaiende, duikende, spuitende en springende bultrug walvissen gezien. Het is onduidelijk hoeveel walvissen we nu hebben gezien, maar in ieder geval wat het een moeder met haar kalf. Ongelofelijk wat indrukwekkend. De boot mag niet dichter dan 100 meter bij de walvis komen, maar wat als de walvis naar jou toe komt... Carine bleef eerst met de kinderen binnen en na een kwartier hebben we afgewisseld. Gelukkig vroeg Jesper bijna gelijk aan mij of hij ook naar buiten mag. Ze kregen beiden hun nieuwe zwemvest aan (hebben we eergisteren gekocht voor de zeiltocht op Tonga) en op naar buiten. Daar zaten we met z’n allen op het voordek en beide mannen gierden het uit wanneer we weer een golf in doken en wanneer we weer een walvis zagen. Zelfs nu ik dit 3 dagen later aan het schrijven ben, raak ik flink onder de indruk. Na 1,5 uur besloot de schipper terug te gaan. De golven waren namelijk flink hoog en er waren aardig wat mensen zeeziek. Op weg terug naar de ankerplaats, zaten wij binnen om het ergste buiswater te ontlopen. Op een gegeven moment werd het rustiger en ben ik met Jesper naar boven gegaan. Daar bleek de schipper een andere walvis aan het volgen te zijn en voordat ik Jesper goed had geïnstalleerd heeft die walvis op een paar meter afstand een gigantische sprong gemaakt. Carine heeft het allemaal wel gezien! Op de foto’s die wij later van Craig (uit Perth) kregen, zag je heel erg mooi waarom ons voordek nat was van die sprong!

Als laatste gingen we om 13:00 van boord en Jesper vond nu zelfs het kleine bootje niet meer zo heel eng. We reden bijna gelijk door naar de Bootleg brouwerij. Een bierbrouwerij in “the middle of nowhere”. Na ongeveer een half uur rijden reden we het terrein op en schrokken ons rot van de bussen en 10-tallen auto’s. Het bleek een restaurant verbonden aan een brouwerij te zijn, waar een bandje speelde, vrijgezellen feesten aan de gang waren en je boven door glas ook nog wel een blik kon werpen op de brouwerij (die natuurlijk stil stond). We hebben erg lekker gegeten, maar het was jammer dat het een zo grootschalig iets was. Ik had meer op een kleine brouwerij gehoopt.

Daarna weer een half uur door naar de Mad Fish Wine Cellar Door. Heel veel wijn bedrijven hebben een Cellar Door (verkoop ruimte op het terrein), waar je kunt proeven en kopen. Mad Fish hadden we via via gehoord en het bleek “alleen” maar het restant merk van Thompson te zijn. Stel je ongeveer dit voor: Je rijdt van de openbare weg het terrein op en ziet dan een bord dat je 1 km verder de cellar zult vinden. Vervolgens rijd je dus inderdaad 1 km lang tussen de wijnvelden door en bent dan nog niet aan het eind. Wel bij de Cellar dan ;-). Ze hebben er een speelhoek voor de kinderen en wij hebben lekker wijn geproefd. Wel jammer dat er dan 1 moet rijden, maar we hebben lekkere rosé en 2 flessen rode wijn mee genomen.

Tenslotte door naar de camping in Graceton. Weer 20 minuten rijden en we zijn er. We staan vlak naast de speeltuin. Nadat we gespeeld, gegeten en gedouched hebben, gaan de kinderen snel naar bed. Gelukkig was deze dag voor hen ook enerverend en vallen ze snel in slaap. Wij bekijken snel de walvisfoto’s en -video en zitten nog tijden na te trillen van zo’n natuurwonder. Je vraagt je echt af, hoe mensen tegenwoordig nog walvissen kunnen afschieten.

Uiteindelijk liggen we zelf ook vroeg in bed en vallen bijna direct in een heerlijke slaap. WAT EEN DAG!

Zondag 4 november
We gaan op tijd weg om bij Graceton op een uitkijkpunt de camper te parkeren en te gaan ontbijten. Heerlijk rustig eten met zicht op een winderige baai, dit keer helaas zonder walvissen. Maar ja, bij elke breker denk je natuurlijk weer een mooie vis te zien. We besluiten het inderdaad een dag rustig aan te doen. In Margaret River gaan we even naar het Tourist Information Centre omdat we nog erg graag een farmstay doen. Je kunt bij een aantal boerderijen overnachten en dar dan kijken hoe het allemaal in z’n werk gaat. Er blijken er hier alleen eigenlijk geen in de buurt te zijn en je kunt er waarschijnlijk ook niet in je camper overnachten.

We doen snel boodschappen en rijden door naar Hamlin Bay. De regio is echt alleen maar wijnvelden en grote rechte bomen. De Karri bomen beginnen hier al. Bomen die 10-tallen meters hoog zijn en kaars en kaars recht. Soms rijd je over een heuvel waardoor je pas echt een gevoel voor de grootte van het gebied krijgt. Als je dan plotseling weer uit het bos komt, zie je de volgende fantastische blauwe baai: witte stranden en blauw-groen-turkoois water. In Hamlin bay aangekomen beklimmen we het duin en komen op een bijna verlaten strand. Heerlijk een uurtje luieren en zwemmen. Nou ja, zwemmen. Ik ben er even in geweest, maar vond 15 graden toch een beetje te koud om lang te zwemmen. Op het strand brand je weg, maar het water is nog echt koud.
Uiteindelijk rijden we door naar Augusta. Hier bekijken we de vuurtoren van Kaap Leeuwin. Deze kaap is een van de 3 beroemdste kapen van de wereld. Best apart dat ze alle 3 (Kaap Hoorn, Kaap de Goede Hoop en deze Kaap Leeuwin) Nederlandse namen hebben. Deze kaap is vernoemd naar een van de eerste schepen (de Leeuwin) die de kaap beschreven heeft, na hem te hebben gerond. Weer een mooie kaap en een mooie vuurtoren. We besluiten hem niet te beklimmen.

Dan maar op weg naar de camping. Ongeveer 16 km buiten Augusta ligt Molloy Caravan Park aan de Black Water River bij het Molloy Island. We hebben al zoveel mooie strand/zee campings gehad dat we maar even doorrijden om een keer aan een rivier te staan. Op het moment dat we ons realiseren dat we echt in het buitengebied terecht komen en waarschijnlijk wel kangoeroes zullen zien, moeten we op de rem voor 2 kangoeroes die naast de weg staan. Ze steken keurig voor ons de weg over en kijken ons nog even na.

We worden ontvangen door de camping baas met z’n hele armen vol met tatoeages. Waar zijn we nu weer terecht gekomen. Hij blijkt alleen ontzettend aardig. “Zoek maar een plekje aan de rivierkant; maar hoe verder je naar rechts gaat hoe meer muggen. Vanavond hebben we zeker kangoeroes en heel veel parrots. Als je morgen vroeg aan de rivier zit is de kans groot dat je dolfijnen ziet….”. Tja, zo’n ontvangst… We staan nog niet of we zien de eerste kangoeroes, waarvan een met Joey. Zo heet z’n jong, waarvan we z’n koppie uit de buidel zien steken. Jesper begint aardig lef te krijgen en wil de ‘babykangoeroe graag aaien. Daar hebben we hem toch maar vanaf gebracht. Het hele veld ligt bezaaid met kangoeroe drollen, kortom er konden er wel eens veel zitten. Verder zitten er veel gekleurde parrots (een soort papegaaien in mooie kleuren) en andere fel gekleurde vogels en je struikelt over eenden met kuikens. Jawel: eindelijk ook een camping waar we vuur mogen stoken. Zodra we ons hebben ingekwartierd, komt de campingbaas weer langs. “Waarom we op een al gebruikte site staan?” De plekken zijn hier zo groot, dat we inderdaad niet in de gaten hadden bij een ander op het veld te staan. Geen probleem, want de baas gaat wel even overleggen of het een probleem is als we blijven staan. We besluiten toch maar naar de site ernaast te gaan, want anders kunnen we niet bij de stroom.

De camping baas blijkt een Kiwi die net 9 maanden in Australië zit. Ze konden een camping overnemen en met hun kinderen runnen ze nu deze camping. Hun jongste is 3 weken oud en de moeder loopt ondertussen al weer gewoon rond. Het was al haar 3e keizersnee en ja, ze moet mee aanpakken, dus ……!

We eten kangoeroesteak met broccoli . Om het voor Jesper en Sten even wat makkelijker te maken krijgen zij een potje, die we niet opnieuw door de douane willen brengen. Maar ja; hoe durven wij te denken dat zij geen steak eten. Beide heren eten zeer fanatiek mee van onze steak, met op de achtergrond nog steeds de 2 kangoeroes die lekker aan het grazen zijn… Na het eten
steken we het vuur aan en spuiten voor het eerst muggenspul op. Rond het kampvuur en met een heerlijke bak koffie, springt inderdaad de ene na de andere kangoeroe langs. Uiteindelijk zitten er 6 om ons heen en begint Jesper het toch weer eng te vinden. Op de achtergrond roepen diverse kookaburra’s en we wanen ons weer echt in Australië. Nadat de kinderen op bed liggen en wij een fles wijn van Mad Fish hebben open getrokken genieten we nog uren lang van de, steeds dichter bij komende, kangoeroes. We moeten ’s nachts bijna voor ze aan de kant als we naar de wc moeten.

Maandag 5 november:
We hebben voor vandaag vroeg de wekker gezet, want we hopen de dolfijnen te kunnen zien. Op ons tenen sluipen we de camper uit, zodat de jongens door kunnen slapen. Het lukt! We maken snel een bak koffie en met ons lange broek, trui en jas gaan we aan de rivier zitten. Het is schitterend: heel langzaam trekt alle dauw op. Verder is alles rustig. Ook geen dolfijnen, dat was wat jammer.

En dan opeens… heel erg in de verte zien we wat uit het water springen en wat water golven. Met camera (zoomlens) en verrekijker spotten we inderdaad een dolfijn. Terwijl we nog wat aan het mopperen zijn over het feit dat ie wel erg ver weg blijft, komt er een pelikaan aangevlogen. Die blijft vlak voor ons wat in het water rondhangen. Dan is het gedaan met onze rust. Via de babyfoon horen we Sten huilen. We halen hem er dus maar bij, wat hij natuurlijk best gezellig vindt. Dan zien we in de verte nog een dolfijn. We zijn druk bezig om hem binnen het bereik van de camera te krijgen als we ongeveer een meter van ons een plons horen en een dolfijn uit het water omhoog zien komen. Wow!!!!

We verbazen ons over het feit dat Jesper zo lang uitslaapt. Als we maar eens zachtjes de camper insneaken om wat te pakken horen we: “waar zijn jullie allemaal?” Oeps, hij was dus toch al wakker, maar lag rustig te wachten en wat te spelen. We maken een ontbijtje. Om de jongens nog wat bezig te houden geven we ze wat brood om aan de eenden te geven. Er komen ook gelijk parrots aangevlogen, die zelfs uit je hand eten. De eigenaar ziet ons bezig en brengt ons wat vogelzaad. Goede zet: Terwijl Jesper de vogels uit zijn hand laat eten (jawel, je leest het goed, en hij vindt het niet eng!) rent Sten de vogels achterna om hen eten te geven. Helaas voor hem vliegen ze dan weer weg. We doen wat zaad in zijn hand, maar zodra er een vogel komt, begint hij enthousiast te roepen en knijpt hij zijn hand dicht… Leg dan maar eens uit dat je zo de vogels afschrikt. Uiteindelijk lukt het ons om Sten een beetje tegen te houden, zodat ook hij de vogels voeren kan.

We pakken onze spullen. We hadden graag nog een dag op deze camping blijven staan, maar dan gaan we in tijdnood komen. Jammer! We rijden naar Pemberton om daar de Gloucester Tree te bekijken en te beklimmen. Eén van werelds hoogste, te beklimmen bomen van meer dan 60 meter. De hele omgeving staat vol met dit soort gigantisch hoge bomen (Karri bomen). Ik (Carine) voel me plots toch wel erg klein met onze ‘joekel van een camper’. Daarnaast zien we ook aardige gebieden met allemaal nieuwe aanplant. Waarschijnlijk is hier in het verleden flink gekapt.

We parkeren de camper, nemen wat brood mee en picknicken in het bos onder de Gloucester Tree (de parrots eten bijna het beleg van je brood). Ondertussen kijken we naar de mensen die eruit komen. 60 Meter is toch wel erg hoog! Na mijn broodje ben ik de eerste die de boom mag beklimmen. Met metalen pinnen is er rondom de boom een soort van trap gemaakt. Helemaal bovenin is een platform. Het ziet er van onderaf eenvoudig uit, maar het is toch wel stijl…smal…ver…draaierig en vooral ook: hoog! Na wat keren slikken ben ik boven. Phoe, wat een uitzicht. Daar word je wel even stil van (degene na mij juist niet, die sloeg wat Tarzankreten). Erwin gaat na mij nog naar boven. En ook Jesper klimt wel 5 treden. Hij had graag helemaal naar boven gegaan, maar ja dat vonden wij toch wat te veel van het goede!

We rijden nog 65 km door naar het Shannon National Park. Het is een natuurcamping midden in het bos. Er zijn wel beheerders aanwezig. Dit zijn vrijwilligers die een paar maanden op de camping staan. Dan moet je echt van rust houden. De vrijwilliger meldt nog specifiek dat er warm water is. Het is een camping in het bos zonder stroom of wat dan ook. De boiler (die er dus wel is) wordt dan ook met hout gestookt. Op onze campingplek hebben we een stookpot en er ligt een hele berg hout, hoogste tijd voor een vuurtje dus! We hopen gelijk dat de rook de vliegen weg zal houden. Er zitten er 100den. Hun favoriete plekken zijn Sten zijn oog en mond. Hij heeft er daar continue wel één zitten. De rook helpt een beetje, maar dan moet je er wel midden in gaan zitten. We besluiten de pannenkoeken dan maar in de camper te eten. Bij het kopen van het pannenkoekenmeel hadden we keus uit een heel schap vol. Iedere smaak was wel te krijgen, maar gewoon een meergranenpannenkoek was ver te zoeken. Ik heb uiteindelijk een pak gevonden dat leek op iets met volkoren. Maar net als alles hier was ook dit erg zoet. Niet zo vreemd dat hier zoveel dikke mensen zijn (het is schijnbaar echt een probleem hier: sport is leuk voor een klein aantal mensen, toeschouwers zijn er genoeg!).

’s Avonds begint het te regenen, dus moeten we binnen gaan zitten. Mooi wat tijd voor het verslag. Helaas blijkt de 12 volts voeding van de laptop niet te werken. Dit is een van de weinige dingen die we thuis niet hebben getest omdat het op de boot met de andere laptop altijd al werkt. Kortom na 2,5 uur is de laptop bijna leeg en kunnen we niet verder.

’s Nachts worden Erwin en Jesper nog wakker van een Kookabura die erg veel lawaai maakt. Ook de volgende ochtend worden we erdoor gewekt. We horen Jesper al tegen Sten zeggen: ‘Luister Sten, een Kookabura’. Hij begint zich al goed thuis te voelen hier! Na het ontbijt en de koffie (het zit er zo gaaf, zo lekker in het bos), rijden we in de richting het zuidoosten. We willen in ieder geval graag de ‘Valley of the Giants’ zien. Een vallei met Karri, Jarrah en Marri bomen. Zegt zo misschien niet zoveel, maar dat zijn allemaal van die hoge bomen, zoals we gisteren ook al hebben gezien. In Walpole gaan we even langs het Visitor Information Centre en we doen in een supermarkt onze beste koop van de reis (tot nu toe dan): vliegennetten voor om je hoofd! Dat scheelt wat vliegen wegslikken. Als we daar in de winkel staan begint het te regenen. We rennen nog snel naar de bakker, maar als we daar aankomen regent het niet meer, het stort-hagelt. Het komt echt met bakken uit de hemel vallen. De bakker heeft een golfplatendak, dus het is een geweld van jewelste. Terwijl het personeel foto’s maken (het komt dus niet vaak voor), begint het her en der wat binnen te stromen. Gelijk worden de borden: ‘caution: wet floor’ uit de kast gehaald. Wij wachten de bui rustig af en zitten op een gegeven moment zelfs tussen de emmers, omdat het dak op twee plaatsen begint te lekken. De mensen blijven verder zoveel mogelijk volgen van de Melbourne cup. Dit is een jaarlijkse paarden race, dat in Australie erg veel toeschouwers en gokkers trekt. Nadat het een beetje droger wordt, rijden we verder naar de Tree Top Walk. Dit is een wandeling over een hangbrug door de toppen van de bomen (40 meter hoog). Hoewel het erg toeristisch is, is het zeker de moeite waard. We zijn erg blij met onze nieuwe aankoop, hoewel we wel het gevoel hebben vreselijk voor gek te lopen. Maar we hebben geen last meer van vliegen. Daarna lopen we nog door het park, waarbij je zelfs dóór sommige bomen kunt lopen, zo groot zijn ze. In de loop van de jaren holt de onderkant uit door insecten, het weer en branden. Toch groeit de boom verder door, de hoogte in.

De tijd begint wat te dringen, want door de regen hebben we een aardige poos moeten wachten. We rijden dus snel door richting Denmark, waar we in het William Bay National Park de Elephant Rocks nog bekijken. Dit zijn grote rotsblokken op het strand die zo grijs en glad zijn, dat het wel olifanten lijken. Weer een mooie kust. Het wordt bijna saai, maar je komt hier echt van het ene uiterste in het andere en elk volgend punt is ook weer ontzettend mooi. We lopen even tussen de rotsblokken (en de vliegen!) door. Mooi! Vervolgens rijden we snel richting een camping. Erwin heeft een Observatory Resort gevonden in Denmark, waar ze wireless zouden moeten hebben. Ja, ‘zouden moeten hebben’, want helaas de eigenaren staan stom verbaasd dat dat vermeld staat in de officiële accommodatie gids. Maar hij mag morgen met de laptop langskomen om even te internetten. We hebben de laatste dagen weinig verbinding gehad en we willen toch even het verslag bijwerken. Er zijn zoveel gave dingen te melden! We rijden dus het terrein op, op zoek naar ons plekje. Alle campingplaatsen hebben een eigen ‘badhok’ met toilet en douche! En een uitzicht… Je kijkt over de weilanden en aan de andere kant zie je de zee. We hopen nog wat zakgeld over te houden. En dan vindt Erwin een folder waarin staat dat een plek 30 dollar kost, dat is €18,- We hebben al wat keren duurder gestaan met minder faciliteiten! Nou, we zijn weer aardig bij met het verslag, dus ik ga de douche maar eens uitproberen.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

We hoeven niet te vragen hoe het met jullie gaat. Dat hebben we allemaal kunnen lezen.Wat en avonturen zeg. We genieten met jullie mee.We blijven met belangstelling jullie avonturen volgen. Meisje en jongens een dikke knuffel,
Groetjes van de Uiltjes

Anoniem zei

ook via deze weg willen we Carine nog feliciteren met haar verjaardag en hopenlijk heb je een fijne dag gehad vandaag.
Maar als ik het zolees zal dat wel gelukt zijn.
We wachten vol verwachting op het vervolg.
kusss en knuffff voor jullie allemaal.

Anita, Antony en Audrey

Vluchtplan

Datum Traject Maatschappij Vluchtnummer Vertrektijd Aankomsttijd Terminal
18-okt Amsterdam - Kuala Lumpur Malaysia Airlines MH 17 12:00 06:05 (vrijdag)  
19-okt Kuala Lumpur - Tioman Berjaya Air J 8186 12:40 13:40  
22-okt Tioman - Kuala Lumpur Berjaya Air J 8187 16:00 17:00  
23-okt Kuala Lumpur - Perth Malaysia Airlines MH 25 9:40 15:00  
11-nov Perth - Auckland Air New Zealand NZ 176 19:25 5:45  
12-nov Auckland - Nuku'alofa Air New Zealand NZ 866 7:30 10:30  
12-nov Nuku'alofa - Vava' u Tonga Airlines PC 935 Y  12:30 13:30  
20-nov Vava'u - Nuku'alofa Tonga Airlines PC  938 Y   16:45 17:45  
21-nov Nuku'alofa - Auckland Air New Zealand NZ 865 11:30 14:30  
24-dec Christchurch - Auckland Air New Zealand NZ 514 9:40 11:00  
24-dec Auckland - Sydney Air New Zealand NZ 719 13:00 14:30  
17-jan Melbourne - Kuala Lumpur Malaysia Airlines MH 148 15:40 20:40  
18-jan Kuala Lumpur - Langkawi Air Asia AK 6302 10:20 11:20 LCC Terminal(MY)
20-jan Langkawi - Kuala Lumpur Air Asia AK 6307 17:35 18:35 LCC Terminal(MY)
20-jan Kuala Lumpur - Amsterdam Malaysia Airlines MH 16 23:45 05:55: (maandag)