zondag 25 november 2007

Luieren op Tonga (17 november t/m 21 november)

Zaterdag 17 november
Zodra we de boot voor de steiger hebben afgemeerd, slaat de warmte neer. We moeten de boot leegmaken en nog snel pinnen, voordat we door Blue Lagoon worden gehaald. Jazeker wij gaan naar Blue Lagoon resort. Niet de Blue Lagoon op Jamaica (daar zijn we immers al een keer geweest), maar op het eiland Foeata. De afgelopen dagen hebben Jesper en Sten gigantisch lang en vaak gespeeld met lokaal en zeer duur speelgoed. We besluiten dus op nog maar snel zo’n zakje wasknijpers in het lokale warenhuis te halen. Dan is het extra leuk wanneer de wasknijpers in geen velde of wegen te bekennen zijn. Ik (Erwin) denk een redelijke Engelse woordenschat te hebben, maar wat is het Engelse woord voor Wasknijper??? Met handen en voeten komen we er snel uit.

De boot wordt niet gecontroleerd door Moorings en we dragen de boot snel over. We bestellen bij het restaurant ernaast nog even verse vruchtensappen en zien Engels voetbal op TV. Het blijft best gek dat grote tijdsverschil. Eerst denk ik dat het avond voetbal in Engeland moet zijn, maar er wordt natuurlijk niet om middernacht gevoetbald. Om 12:30 komt er een oud houten bootje aan en dat blijkt inderdaad onze lift. We laden snel de spullen in en Jesper kruipt weer in me van de angst. Dit keer duurt dat maar 50 meter, want binnen de kortste keren zit hij half buitenboord. Sten giert het uit bij het zien van het opspattende water (en valt daarna als een blok in slaap). Na een uur varen manoeuvreert onze schipper onze tussen allerlei koraalriffen door, rent hij, tot grote verbazing van Sten, over het dak naar het voordek om het anker uit te gooien en draait de boot om het anker met de spiegel naar het strand. Daar worden we door Abu opgevangen. Zij is een jonge vrouw en wijst ons heel snel de weg naar ons huisje aan het strand. Wow; een rondavel. Een rond huisje met een grote veranda, 2 grote tweepersoonsbedden met klamboes en een badkamer met warm water. Warm water op 2 manieren. Uit de geiser of van regenwater. De badkamer is namelijk half open van boven. Heel apart! Het medicijn moet in de koelkast in het restaurant, want er is natuurlijk geen koelkast in onze huisje.

Alles is hier gemaakt van lokale producten. In de Lonely Planet wordt het ecologisch genoemd. Er staan windmolens en zonnecellen en ’s avonds heeft elk huisje stroom. Op zich erg lekker, maar het zou juist ook wat hebben gehad als we ’s avonds “gewoon” met kaarsen of olielampjes hadden moeten werken. Na een half uur komt Feliti zich voorstellen. Hij is een grote forse Duitser die hier al 25 jaar zit. Hij heeft een aparte reputatie. Hij kookt als de beste (oud chef kok), maar kan zeer eigenaardig zijn. Hij heeft als eens klanten die klaagden over de boot die ze te laat kwam halen, resoluut geannuleerd. Die stonden dus op de kade in Neiafu en moesten op zoek naar een andere plek. Hij heeft ze toen wel hun geld terug overgemaakt. Iedereen die je spreekt heeft het over hem als vreemde vogel met erg lekker eten. Er blijkt nog een Duitse familie met 2 kleine kinderen te zijn. Zij zijn al voor de 5e keer in Blue Lagoon en blijven dit keer 54!!!!!!! dagen. De overige gasten zijn ofwel Duits of Zwitsers. Maar allemaal spreken ze Engels tegen ons.

We krijgen snel een sandwich en voor de jongens worden overheerlijke pannenkoeken gemaakt. Alles gaat er erg goed in! De rest van de middag zitten we lekker bij ons huisje (Carine in de hangmat) en genieten van de hoosbuien die overkomen. Het wordt al snel duidelijk waarom er overal zoveel van die anti-muggen branders hangen. Het barst van de muggen. Het regent ondertussen zo hard dat het flink donker is geworden en het dak op veel plaatsen toch wat blijkt te lekken.

Dan het avondeten. Feleti heeft per tafel een Snapper gebakken. Dat is net zo’n vis als die wij van de week ophadden, maar nu gebakken. EN LEKKER!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Jesper en Sten kregen een pasta en waar we normaal 5 happen met hangen en wurgen erin krijgen, ging het nu als een trein. We nemen het medicijn mee uit de koelkast en gaan terug naar het huisje door de stromende regen. Heel vroeg vallen we allemaal om van de slaap. In sommige buien waait het snoeihard, maar over het algemeen is het erg lekker.

Zondag
06:00 wakker. Ja je leest het goed. Dit is natuur en de hanen kraaien ons inderdaad wakker. Het dak is overal open, dus het is gelijk licht. Op zich slapen wij zo weer in, maar leg dat maar eens uit aan de heren. Thuis is het altijd tussen 08:00-08:30, maar hier was het om 06:30 feest. Maar goed, de omgeving maakt heel veel goed. Om 08:00 medicijn gehaald en om 09:00 lekker ontbijten. Het restaurant zit boven op de heuvel en tussen de bomen. Je kijkt er fantastisch uit over de baaien. Tot eind 2001 hadden ze hier een van ’s werelds mooiste stranden, maar toen kwam er een orkaan. Kortom een storm en het strand was weggespoeld! Nou hebben ze nog genoeg strand over, maar ik kan me voorstellen dat je wereld instort…

Het ontbijt is groots. Feleti heeft de grootste moeite om aan ingrediënten te komen. Maar wat hij doet met het weinige dat hij krijgen kan…….. We krijgen brood, gebakken eieren, tofuprutje en groente. Gelukkig blijft hij er ook gewoon pannenkoeken bij leveren. We mogen van alles wat over is sandwiches voor tussen de middag maken, zodat we die niet apart hoeven te bestellen.

De rest van de dag doen we weinig. Beetje kanoën naar het andere eiland, veel luieren, schuilen voor de regen en de weblog bijwerken. Jesper heeft de smaak van het kanoën goed te pakken hij wil graag zelf peddelen. Dus ’s middags, toen het weer een beetje op was geklaard, gaan we nog even samen een rondje maken. Tijdens het eten (dit keer een overheerlijke steak) leren we Christiaan und Petra en Peter und Gerda beter kennen. Feleti blijkt getrouwd te zijn met een Tongaase vrouw en samen hebben ze 5 kinderen. Abu is hun oudste dochter.

Maandag
Eenzelfde dag. Je zou bijna denken dat het saai is. We snorkelen er ook nog een beetje bij en Jesper heeft Carine uit de hangmat kunnen verdrijven. Hij slaapt er bijna 2 uur in. We eten ons weer tonnetje rond en komen goed bij. Vandaag is het zonnig en wat veranderen die kleuren dan. Echt heel veel verschillende kleuren blauw in het water en kraak en kraak helder water. Je kunt heel diep kijken. Indrukwekkend. We lenen een kinder snorkelset van Christiaan. Maar snorkelen is voor Jesper toch nog even een brug te ver. Mee het water in wil hij wel en hij doet ook wel zijn best om onder water te kijken, maar hij blijft steeds steken op 20 cm boven het water en ziet dan ‘hele mooie vissen’ (wij hebben geen idee waar!). Als we toch 2 weken langer hier hadden, zou hij helemaal van z’n watervrees af zijn. Carine en ik krijgen zo langzamerhand spierpijn van het krabben aan de vele muggenbulten. Heel vreemd, maar Jesper en Sten hebben er geen! ’s Avonds eten we nogmaals Snapper, nu weer anders klaargemaakt. Mmm! Ook de jongens eten zich aardig rond.

De veranda van ons huisje is echt een uitkomst. Elke keer dat wij daar aan het luiere zijn, spelen de kinderen heerlijk in het zand. Ze spelen met de bakjes en de wasknijpers. Wat een simpele dingen toch. Elke avond rond het donker worden breekt er een kakofonie los van krekels. Ongeveer een half uur is het een flink lawaai, om daarna door te gaan als een gezellig achtergrond geluid. Ook is de schemering altijd het startpunt voor de vliegende vossen. Dit zijn erg grote vleermuizen die overdags in de bomen slapen en ’s nachts actief zijn.

Dinsdag 20 november

De laatste dag op Tonga alweer. Na alweer de 3e slechte nacht worden de heren alweer om 06:30 wakker. Maar ja het is licht bij ons in het huisje en die hanen blijven om 06:00 wakker kraaien. Na een paar keer tot de orde roepen, halen we om 07:30 Sten maar uit het bed en kunnen we nog even blijven liggen. Ik zal blij zijn als we straks in de camper de gordijnen weer gewoon dicht kunnen doen.

Ik haal weer medicijn in het restaurant. Tijdens het aankleden pakken we de meeste spullen maar alvast in. De lagoon is weer ontzettend blauw op deze weer stralend zonnige dag. Het is zo’n verschil in kleur bewolkt of niet bewolkt. We gaan de laatste keer ontbijten in het restaurant. Nu de kinderen van Feleti er weer zijn, is het gezellig druk in het restaurant. We krijgen de “gewone” verse vruchten en ei en voor de kinderen nog steeds de fantastische pannenkoeken. Die zullen ze echt gaan missen. Ook Christian, Petra en hun kinderen zijn er nog, maar verder zijn er geen gasten meer. Morgen zal het hier echt leeg worden. Het blijft vreemd om te realiseren dat Christian en Petra hier nog bijna 50 dagen zullen blijven. We hebben nog aardig wat honing over en zullen die zeker Nieuw Zeeland niet in mogen nemen. Als we het aan Feleti geven, reageert hij erg blij. Hij had hem al zien staan bij ons in het huisje en hoopte al dat wij het achter zouden laten. Op Tonga is dat niet te krijgen.

Onze vlucht is gewoon om 16:45 blijven staan en omdat Martha, de vrouw van Feleti, nog boodschappen moet doen, zullen we om 12:00 naar Neiafu varen. Dit betekent wel dat we nog een 3 uur in Neiafu moeten volmaken. Ik ga snel nog even mail checken terwijl Carine de spullen verder inpakt. Tegelijkertijd overleg ik even met Martha om er nog een eerdere vlucht te krijgen. Ze gaat gelijk bellen en geeft me de rekening, waar ik om gevraagd had. Inderdaad staat er op de rekening niets voor de kinderen. Treasure Island (waar we eerst zouden zitten) rekende in eerste instantie het volle bedrag voor een kind en wilde na aandringen zakken naar 50%. Maar goed het is nog steeds veel geld wat we cash betalen. En dat met maximaal $20,- per briefje. Je staat gek te kijken als je ziet wat je voor een stapel Tonga Dollars voor €250,- krijgt. Feliti heeft ondertussen met Martha overlegd en ze hebben besloten dat we toch om 14:30 met de boot gaan. Dat is heerlijk want dan kunnen we nog lekker even zwemmen en snorkelen. Het is echt leuk om zo van het strand koraal te zien en daar vissen, zeekomkommers en zeesterren te zien. We kunnen ons zo nog goed bezig houden.

Ook een voordeel is dat Jesper en Sten nog even kunnen slapen. Sten valt bijna om van de slaap en Jesper maakt met Carine ruzie over wie er in de hangmat mag. Jesper wint en is snel in diepe slaap. Ondertussen kunnen wij nog lekker even lezen, ons lunch pakket soldaat maken, de ananas slachten en de tassen inpakken. Heerlijk lui afsluiten zo. Feleti is een eigenheimer, maar we bieden toch aan als referentie in Nederland op te treden. Wij hebben het namelijk heerlijk gehad! Tot onze verbazing reageert hij erg blij.

Om 14:30 is het dan zo ver en stappen we op de boot. We nemen hartelijk afscheid van iedereen en Feleti loopt mee naar de boot. Jesper heeft het helemaal gemaakt bij hem. Leuk! Amper weggevaren, blijkt de motor niet goed te lopen. Één van de cilinders lijkt niet te werken en onze bootsman maakt zich al gauw zorgen of wij onze boot wel halen. Omdat het zo langzaam gaat, sluiten wij ons al gauw bij zijn ongerustheid aan. Maar uiteindelijk komen we om 16:00 aan in Neiafu en daar staat Abu met de taxi al klaar. Tassen erin en we staan als nog om 16:10 op het vliegveld. De rit er naartoe is apart. Oude huizen, varkens, autowrakken wisselen af met zeer goed uitziende mormoonse kerken, meisjesscholen en ge financierde projecten. Omdat alles hier zo duur is vanwege het importeren, vraag ik maar eens aan de taxichauffeur wat een liter benzine kost. Ik schrik want het kost maar $2,50 (€1,00). De taxi chauffeur schrikt van onze €2,50, maar roept dan: “Tja een rijk land met hoge prijzen en een arm land met lage prijzen”. Ik vraag hem ook nog naar de lekker muziek uit zijn radio: “Is het Tonga muziek?, Nee. Is het dan van Jamaica? Nee, het is gewoon UB40……..”. Daar sta je dan weer met je blond voorkomen.

We checken in (natuurlijk weer zelf op de weegschaal) en kunnen nog even buiten rondhangen, voordat het vliegtuig aankomt en we op tijd kunnen boarden. Jesper en Sten worden zo langzamerhand echt ervaren reizigers en kijken nergens meer van op. 10 Minuten te laat stijgen we op en laten we Vava’u snel achter ons. Tegen de zon in schiet ik nog foto’s van al onze ankerplekken. Best leuk dat je nu de hele regio kunt plaatsen.

Om 18:00 landen we in Nuku’alofa en worden we in de aankomst hal opgewacht door een dame met een bordje: Groenheide 4 persons. Soms is het lekker gewoon toerist te zijn. We schuiven alle spullen in het gereedstaande busje en maken ons klaar voor het kort ritje naar ons hotel voor 1 nacht. Het korte ritje is alleen een indrukwekkende rit van 45 minuten. We zijn moe en hebben honger, maar krijgen zo een goed beeld van het straatbeeld van deze stad. De huizen zien er over het algemeen goed uit, maar je ziet ook veel bouwvallen. Ook zijn er best een hoop akkers waarop groente verbouwd wordt. Overal zie je varkens en honden. Om niet te spreken over alle palmbomen die je tegenkomt. Als ze de kokosnoten niet alleen aan varkens voerden, hadden ze echt eten in overvloed. Nu importeren ze zo’n beetje alles uit Nieuw Zeeland, Indonesië en Australië. Daar vandaan komt zeer vet vlees en er is op Tonga een groot overgewicht probleem. Dan zie je het eerste graf langs de weg. Een normale grafmaat als in Nederland, maar met een bult zand erop, zeer fleurige bloemen en soms ook grote matten. Je ziet zeer regelmatig een klein aantal graven zo bij elkaar, maar je ziet ook mensen die “gewoon” een graf in de voortuin hebben. Helemaal groot is de graftombe van het koningshuis. Deze staat midden op een groot plein en is zeer indrukwekkend. Ook zie je heel veel auto’s die helemaal gestript zijn en gewoon langs de weg of op de oprit blijven staan. Een tuin die er toch al interessant uitziet. Er is erg weinig opslag ruimte, dus gebruiken heel veel mensen oude zeecontainers als opslag. Deze zie je dus staan als je langs de huizen rijdt. Ook nog steeds de zeer netjes ogende kerken en scholen van de mormomen en andere (veelal Amerikaanse) kerken. Onze chauffeur toetert regelmatig voor mensen die op de weg staan, bijvoorbeeld voor hele kleine winkels: een soort container met gaas tussen de verkoper en de koper. Daar verkopen ze dan ketchup, koffie, snoep etc.

Als je dan spandoeken langs de weg ziet waarop om meer democratie wordt gevraagd, merk je voor het eerst iets van de onvrede die er heerst sinds het overlijden van de koning vorig jaar November. 1/3 van de parlementszetels in Tonga wordt ingevuld door de koning. 1/3 wordt gevuld door de adelstand, die volledig met de koning meedoet. Hierdoor is er dus blijkbaar geen enkele sprake van democratie. Als dan ook nog alle luchtrechten, visrechten, etc. door de koning of zijn familie aan het buitenland worden verkocht, kun je de onvrede wel voorstellen. Tussen de schamele mensen zie je ook veel mensen lopen, die zeer netjes zijn gekleed in de typische matten. Zowel mannen als vrouwen dragen matten om hun middel. Dat is een indrukwekkend gezicht.

Na 45 minuten rijden we door een hek het terrein van ons hotel op. Het blijkt een appartementen complex te zijn en wij hebben 3 kamers tot onze beschikking. Het ligt aan een mooie lagune. Nadat we de spullen hebben afgegooid, gaan we snel naar het Italiaanse restaurant op het compound. Ja, het gaat ’s avond echt op slot. Daar eten we voor zeer veel geld voor Tonga begrippen. Iedereen eet gulzig van de uiensoep. Wij hebben daarna een heerlijk kreeft! Wow, dan is het leven weer mooi. Er zit een groep blanken met een aantal zeer forse en beschaafde Tonga-nezen? Mannen die echt ontzettend groot zijn en inderdaad matten om hun middel dragen.

Om 21:00 liggen de heren op bed en ruimen wij nog even op. Morgen worden we om 08:45 alweer gehaald om naar het vliegveld te worden gebracht.

Woensdag 21 november.
We ontbijten snel in ons 3 kamer appartement en worden om 08:45 opgehaald. Gelukkig rijden we weer lang door de stad heen. Wat is het toch jammer dat we niet langer op Tonga kunnen blijven en dat we door onze programma te weinig met lokale mensen hebben kunnen optrekken. Op het vliegveld komen we Peter en Gerda weer tegen.
Ons lokale geld is bijna op. Nog maar $40, dus dat komt mooi uit! Hmmmmm; even de departure tax vergeten. We moeten de man (kinderen niet) nog $25,- betalen en hebben dus net te weinig. Snel pinnen we nog een klein bedrag bij (we komen immers $10 = €4,- te kort) en kunnen dan ook nog even wat kleine souvenirs en een paar ansichtkaarten kopen. Als we die op het vliegveld willen posten, moeten we wel $0,10 bovenop de postzegel extra betalen, vanwege de extra bezorgservice (de winkel heeft er namelijk zelf een bus weggezet).

Op tijd mogen we (natuurlijk weer als eerste) boarden en vertrekken we om 11:30 van Tonga. Zoals gezegd erg jammer en we komen zeker een keer terug.

donderdag 22 november 2007

Hebben we jullie al eens verteld over Tonga? (12 november t/m 17 november)

De vlucht verliep prima. De kinders vielen, in tegenstelling tot verschillende andere kinderen om ons heen, snel in een diepe slaap. Sten werd nog even gewekt door een val van zijn stoel (waarom maken ze die stoelen toch allemaal zo klein???) en Jesper moest nog even wakker worden gemaakt voor zijn medicijn. Wij zelf slapen weinig, maar ach, dat wisten we vooraf.
In Auckland (na 7 uur vliegen en met 4 uur tijdsverschil) is het even slikken: 12 graden is toch iets anders dan de 25 tot 30 die we gewend waren. We drinken even een lekker kopje koffie. Daar zijn we na alle instantkoffie in Australië wel aan toe (hoewel de koffie in winkels wel erg lekker is hoor).

We kunnen al snel het vliegtuig naar Tonga in en hebben een plekje helemaal vooraan. De 1,5 uur overstap tijd is lekker kort. Weer aardig wat huilende kinderen om ons heen, maar die van ons weten zich keurig te gedragen. Zelfs als er iemand onwel wordt en we 2 uur later pas kunnen vertrekken (eerst moet er zuurstof worden toegediend en uiteindelijk moet de hele familie en bagage eruit). Wij zitten hem flink te knijpen, want we hebben op Tonga maar 2 uur overstaptijd en we moeten ook de bagage nog via een taxichauffeur bij het hotel (waar we de laatste nacht op Tonga zullen overnachten) zien te krijgen. We mogen in het vliegtuig van Nuku’alofa naar Neiafu (Vava’u) namelijk maar 10 kilo bagage per persoon mee. Dat is niet echt veel met luiers enzo erbij. Als we dan in het vliegtuig van iemand horen dat we ook nog naar een ander vliegveld zullen moeten, breekt ons het zweet helemaal uit!

Achteraf hebben we hard kunnen lachen om het feit dat we ons druk hebben zitten maken. Regel 1 op Tonga is: ‘geen stress, alles rustig aan en het komt wel goed!’. De taxichauffeur staat inderdaad keurig klaar (hij heeft 2 uur gewacht!) en brengt ons op zijn gemakje naar het andere vliegveld. Erwin pint nog even snel (ahum) wat geld. De automaat was zo traag dat het leek alsof iedere biljet ter plekke nog moest worden gedrukt. En met het opnamelimiet moeten we van 3 verschillende rekeningen geld halen. Op het binnenlandse vluchten vliegveld (Domestic) is het lekker rommelig: er is 1 grote hal waar verschillende mensen staan te wachten. We zien de eerste mannen met ‘matten’ die ze als een rok dragen. Er is iets wat voor een balie door gaat en er is een café. Eerst maar eens een fles water halen, want het is echt vreselijk warm en benauwd.

Het inchecken was ook een ervaring op zich. Toen we uiteindelijk werden geholpen (er was niet zoiets als een rij), moesten we zelfs om beurten met de handbagage op een weegschaal gaan staan. Later hoorden we dat ze dat doen om het gewicht in het vliegtuig goed te kunnen verdelen… Dit zegt al iets over het vliegtuig: We kunnen er met 17 personen in. De bagage is verdeeld over de neus en de staart. In het vliegtuig is absoluut geen ruimte om je ook maar iets te verroeren. Voor mij (Carine) al helemaal niet, want ik heb het geluk om naast een Tongaase te mogen zitten en nog iets nieuws over de mensen op Tonga: ze zijn erg fors!!!! Via de dichte deur kan ik nog steeds naar buiten kijken… Oh, waar zijn we nu in beland???? Het vliegtuigje taxiet over de startbaan, zo het gras op. Iedereen blijft er rustig onder, er is alleen 1 ander europees stel dat ook even hun wenkbrauwen fronst. Het eerste stuk snelheid maken voor het opstijgen gaat inderdaad opnieuw hobbel de bobbel over het grasveld. De vlucht is ook nogal hobbelig en vreselijk warm, maar na een uurtje komen de eilanden van Vava’u in zicht.

Yes, na een geslaagde landing (nu zonder grasveld), pikken we alle bagage op en zoeken een taxi die ons naar Moorings (de boot verhuur maatschappij) in Neiafu kan brengen. Daar aangekomen blijkt de 33ft die we hebben gereserveerd problemen met de koelkast te hebben, dus we krijgen een 37ft mee. Wij klagen uiteraard niet! Wow, wat een boot. We krijgen een hele uitleg over het gebied. Onze concentratie is niet optimaal met 2 jengelende kinderen en we beginnen zelf ook wat uitgeput te raken. Het was toch weer een hele trip. We varen de boot naar een mooring (ankerboei) vlak bij. Hebben we toch het idee dat we er wat uit zijn, zullen we minder last van de muggen hebben en kunnen we gelijk ons diner in elkaar flansen (gebakken ei). We nemen ook nog even een duik. Nouja, Erwin en ik dan, Jesper vindt alleen zijn voet in het water al ‘een beetje eng’. De kinderen gaan vroeg naar bed en wij genieten lekker even van de koelte buiten (ik denk dat het s’ nachts afkoelde tot 25 graden) en de kerkmuziek op de achtergrond. Geloof is erg belangrijk op Tonga. Zondags is alles dicht en vliegen er zelfs geen vliegtuigen. De mensen schijnen iedere dag rond 5 uur ’s ochtends naar de kerk te gaan om te zingen. We hebben dit wel gehoord, maar we waren toen nog in de veronderstelling dat er ergens een feest ofzo aan de gang was, zo midden in de nacht…

Rond een uur of 10 wordt Sten hysterisch wakker. Om een lang verhaal kort te maken: de jongens hebben de eerste avond heerlijk bij ons in de achterhut geslapen. Wij blij met de 37ft die echt een joekel van een achterhut heeft! De volgende dag zitten we allemaal al goed onder de muggenbulten. We maken een ontbijt en eten dat lekker buiten op. Tot onze grote verbazing is er een groot cruiseschip binnengelopen die nacht. Niets van gemerkt. We willen graag het dorp Neiafu nog even bekijken en we varen dus met de dinghy naar de wal (nadat er Jesper echt plechtig beloofd hebben niet te hard te varen) en lopen het dorp in. Wat een bekijks met 2 blonde kinderen! Verschillende mensen willen ook aan ze zitten, wat niet altijd goed valt bij onze vermoeide mannen. We gaan even een supermarkt in om te zien wat ze hebben en Erwin hoopt wat lokaal bier te kunnen krijgen. De pannenkoekenmix die we willen kopen wordt ons afgeraden, want die is al aardig over de datum (maar staat wel gewoon in het schap). Erwin scoort bier: Ikale. Dan gaan we ook nog even naar de groente- en fruitmarkt, waar we 2 kokosnoten kopen om leeg te drinken en ook nog wat boontjes en paprika’s vinden. En dan rond 13.00 uur is het zo ver: we varen! Heerlijk een achterlijk windje, dus genua op en op ons gemakje tussen de palmbomen, witte stranden en turkoois water door manoeuvreren. Het navigeren was wel erg wennen: je moet continue opletten waar je zit met al het rif om je heen en het is lastig te zien welk eiland nu wat op de kaart is. Erwin had de slag snel de te pakken. Aan de kleuren zag hij ook of iets een groot eiland was of 2 verschillende eilanden achter elkaar. Hoe ik ook mijn best deed, het was me een compleet raadsel allemaal… Het plan was een ankerplek ongeveer een uurtje weg, bij Port Maurelle. Onderweg kwamen we nog langs een eiland dat vol zat met flying foxes (zeer grote vleermuizen). Port Maurelle is een schitterende baai (ja, het wordt allemaal wat eentonig). We zoeken een mooie plek en proberen het anker uit te gooien. Het lukte ons niet goed om het anker ook daadwerkelijk in de grond te laten grijpen. Uiteindelijk pakken we maar weer de mooring die er ligt. Maar goed, na het afmeren hebben we nog wat gezwommen. Jesper durfde zelfs al helemaal in het water, mits hij aan ons vastgeklampt mocht blijven en wij bij de trap bleven. Sten had de smaak al wat meer te pakken en durfde al in de reddingsboei te drijven (hij ging zelfs zelf het water in, ons achterna). Erwin heeft nog een heerlijke macaroni in elkaar gedraaid (of waren we zo hongerig dat alles wel zou smaken?). De mooring bleek een goede keus want ’s avonds, breekt noodweer los: regen (met bakken!) en onweer en het lijkt wel recht over te trekken en terug te komen. De handdoek en de theedoek die buiten te drogen hingen, hebben het niet overleefd.

De nachts was dus regenachtig en winderig, dus voor ons niet al te best. De wind was ook gedraaid, waardoor we erg lagen te draaien op de golven die nu vanuit zee kwamen. ’s Ochtends werden rond half 9 wakker. Na het ontbijt zijn we met de dinghy naar het eiland gevaren. Jesper wil wel wat harder varen (als we hem maar goed vasthouden). We zijn verbaasd, maar komen hem graag tegemoet. Op het eiland blijken veel muggen te zitten, dus we houden het er niet al te lang uit. Verder komt er nog wat slecht weer aan. Erwin vaart nog even naar de catamaran die ook in de baai ligt om te informeren naar het weer. De Engelsman, die met vrouw en 3 kinderen de wereld rond vaart, was net een weerbericht van internet aan het halen en zou het wel even langs komen brengen. Erg vriendelijk! Het blijkt de komende dagen wat wisselvallig te blijven, maar het echt slechte weer hebben we afgelopen nacht gehad.

We varen ook nog even naar 2 grotten (Swallows Cave), waar we zelfs met de dinghy in kunnen. Indrukwekkend. We snorkelen ook nog even wat en zien vele mooi gekleurde vissen. Omdat het weer niet al te goed is besluiten we niet al te ver te gaan varen. We gaan naar ankerpunt 15 op Nuapapu, een van de tips die we van Co en Carla (een oud collega van mij) gekregen hebben. Onderweg zien we in de verte Treasure Island liggen, de plek die we eigenlijk hadden geboekt om na het zeilen nog wat te luieren. Zij meldden alleen een paar weken terug dat wij de enige waren, dus dat zij niet open zouden zijn. Ze hebben ons wel heel vriendelijk geholpen met het vinden van een andere plek hoor!. Aangekomen bij de ankerplek, pakken we weer een mooring. We zijn de enige die daar liggen. Op de kant zien we gelijk een vrouw aan komen lopen. Erwin gaat met de dinghy dus maar even informeren of we hier mogen liggen. Ja zeker, en willen we misschien ook het dorp zien en ze hebben ook verse vis als we dat willen. Tja, dat laten we ons uiteraard geen 2 keer zeggen.

We gaan aan land. Jesper en Sten delen wat lollies uit die zeer gewaardeerd worden. De jongens zelf trouwens ook. Het hele dorp loopt uit om ons te begroeten en de kinderen willen allemaal aan Jesper en Sten komen of hen een hand geven. Jesper is zelfs zo ver dat hij handen wegduwt en Sten tillen we uiteindelijk maar even op. Het dorp bestaat uit verschillende huisjes gemaakt van hout en golfplaten. Varkens (zwart) en kippen lopen gewoon vrij rond en door de heftige regenval is het dorp een grote modderpoel. Er is een mormoonse kerk. We hebben al eerder gehoord dat de mormonen hier aardig voet aan de grond hebben. Die kerk ziet er dan ook erg mooi uit. We zien ook het ‘voetbalveld’ en een zelfgebouwde kano en we nemen een kijkje in (nouja, voor, zo klein was hij) de lokale supermarkt. We kopen daar nog even wat snoep voor alle kinderen die zich ondertussen verzameld hebben. Wat een ervaring! Verschillende mensen vragen of wij een foto van hen willen maken en die dan willen opsturen. Het is bijna onmogelijk om foto’s te maken van het dorp omdat alle kinderen erg gedreven zijn in het ‘op de foto komen’. Uiteindelijk kopen we nog een verse vis (2 euro) en krijgen we nog een bakje kokosmelk met kruiden om de vis in te koken. Heerlijk! We zijn wel moe van alle indrukken.

De volgende dag ben ik jarig! Vreemd, zo ver van huis, geen mail of telefoon. Een erg rustige verjaardag dus. Jesper verwent me nog even met een tekening. Verder ontbijten we op ons gemakje en snorkelen we nog wat om de boot. We weten even niet wat we meemaken: Jesper wil graag mee een rondje om de boot zwemmen en durft zelfs zijn handen en voeten van ons los te houden! Wel heeft hij natuurlijk steeds zijn zwemvest aan. We gaan nog even bij de school kijken. Deze bestaat uit 2 klaslokalen en een ‘bieb’. Ze hebben net een nieuw kopieerapparaat gekregen en een generator. Kortom: ze waren dolgelukkig. Indrukwekkend om te zien hoe ze hun lessen in elkaar zetten zonder echte methodes en materialen. Er worden stokjes gebruikt om te leren tellen en er hangen verschillende zelfgemaakte posters en platen met het alfabet en de regels. Een leuke regel was dat je binnen de school geen kwaad mag spreken over anderen uit het dorp. Jesper moet nog even naar de wc: een hokje buiten, ach meer hoef ik waarschijnlijk niet te vertellen. We maken nog wat foto’s (ook weer van en leerkracht, Taniela, en zijn zoon. Ook die foto’s zullen we toe sturen) en krijgen wat mango’s mee. Dan gaan we maar weer richting de boot, want we willen wel graag nog wat varen vandaag.

Eerst op de motor en later op het zeil gaan we naar ankerplek 11 op Pangai Motu. Het blijkt daar aardig druk met boten (later bleek dat de meeste eigenaren niet aan boord waren). We vinden weer een mooring (deze kost dit keer 7 tonga-dollar) en gaan wat zwemmen en luieren. Rond 5en komt Moorings nog wat ijs brengen voor in de koelkast en daarna steken we de bbq aan. We hebben helaas geen verse vis kunnen regelen, maar we hebben nog worstjes aan boord. Altijd een lekker verjaardagsdiner! De verse ananas maakt veel goed. Mmm. De nacht is weer niet al te best. Het duurt even voor we Sten stil hebben en ’s nachts begint het weer te regenen, waardoor Erwin eruit moet (ik hoorde het te laat, echt!) om de luiken te sluiten.

Jesper is weer vroeg wakker, waaroor we nu eindelijk een keer zelf het weerbericht kunnen horen (we waren steeds te laat wakker). Ook een ervaring. Wij zijn de Nederlandse weerberichten gewend: duidelijk, eenduidig en kort. Hier lijkt het wel een theekransje: eerst wordt gevraagd wie er allemaal luistert, vervolgens blijkt de computer kapot, dus heeft er iemand anders misschien een actueel weerbericht? En zijn er verder nog zaken te melden? Iemand meldt dat hij tweedehands spullen verkoopt, een restaurant meldt dat ie maandagochtend dicht is en iemand is op zoek naar een oud zeil. Het toppunt is iemand die een pak lamineervellen over heeft en die aanbiedt. Lachen! We worden gestoord door een klop op de romp. Er ligt een klein bootje die souvenirs verkoopt. Ik moet snel wat aantrekken en meld dat het erg vroeg is, waarop de vrouw zegt ‘sun is high already’. Tja, zitten wij daar met ons horloges de tijd bij te houden… Een andere wereld! We ontbijten en zwemmen nog wat en zeilen dan terug naar de eerste mooringplek bij Port Maurelle. We hebben vandaag een schitterende dag: aardig zonnig, wat een verschil in kleuren in het water. Erg mooi. We varen via Treasure Island en ankeren nog even op Nuku, een klein eilandje waar de lokalen vaak picknicken en waar zelfs de koning wel eens schijnt te komen. Zo’n mooi strand hebben we nog niet vaak gezien!!! De kinderen spelen wat en we maken vreselijk veel foto’s. Bij Port Maurelle gaan we nog even wat zwemmen. We slaan stijl achterover van Jesper (weet je nog, een paar dagen terug paniek als hij zijn voet in het water deed): ‘Mag ik zelf in het water springen?’ Het duurt wel even voor hij daadwerkelijk springt (‘ik vind het spannend, maar ik wil wel’). Sten spartelt ook vrolijk rond in het water. Wat vermaken de kinderen zich prima zo! Na het eten beginnen wij alvast de spullen te pakken. De bootdagen zitten er alweer bijna op. Erg jammer en wat vliegt de tijd. De nacht is mooi. Eindelijk is het helder en verlicht de maan de omgeving. Van Moorings krijgen we te horen dat Blue Lagoon (het resort waar we de laatste dagen zullen zitten) morgen rond de middag ons zal komen oppikken. Nu zullen we morgen echt op tijd moeten varen.

De volgende ochten zien we eindelijk waar de dorpen zijn in onze baai. Door de bomen zie je niets van huizen en mensen. Maar vandaag stoken ze vuren. Hierdoor kunnen we aan het rook dat opstijgt, zien dat er in onze baai twee dorpen liggen. Vandaag varen we al vroeg terug richting Neiafu en Moorings om de boot terug te brengen. Jammer genoeg komt de wind uit de verkeerde hoeken moeten we op de motor.

woensdag 21 november 2007

Afsluiting West Australie (07 november tot en met 11 november)

We worden vroeg wakker en zijn eigenlijk allemaal kortaf. Vooral Jesper en Sten zijn erg chagrijnig. Bij Sten komt het waarschijnlijk omdat hij gisteravond bijna niets heeft gegeten en weer een nieuwe hoektand krijgt. Jesper slaapt al een paar dagen eigenlijk te weinig en wordt daardoor steeds lastiger. Maar goed we eten snel en ik ga de weblog bij de receptie updaten. Carine checked uit en schrikt zich een hoedje van $575,- voor een nacht. Kun je wel merken dat ze weinig gewend is. ;-) Wij van caravan plaats 12 checken uit en vlak na ons van bungalow 12……… (zij zouden wel erg blij worden van de $30,- die zou zijn overgebleven)

Omdat we allemaal zo langzamerhand best moe zijn, besluiten we direct naar Perth terug te rijden in plaats van nog even door naar Albany voor (alweer) mooie uitzichten en wellicht wilde zeeleeuwen. We gaan deze zeer waarschijnlijk in Nieuw Zeeland genoeg zien en het scheelt toch 100 km en 3 uur reistijd. Carine rijdt de eerste 150 km tot in Kojonup. Onderweg kwamen we wat groepen Emu’s tegen. Carine vindt het zeer belangrijk te vermelden dat zij nu 1x vaker Emu’s gespot heeft dan ik. Ze zijn in Australië erg bang voor het in slaap of in trance raken tijdens het rijden. Overal zie je borden die daarvoor waarschuwen en bij elke tankstation of andere stop, kan de chauffeur gratis koffie krijgen. Het zal wel nodig zijn, want je ziet erg vaak bloemen langs de kant van de weg staan. We proberen in Kojonup bij de Tourist Information informatie te krijgen over een farmstay. Er zijn boerderijen waar je kunt overnachten en kunt meemaken hoe ze leven. Er blijken er in Kojonup nauwelijks te zijn en we rijden in ieder geval nog graag 100km door, zodat we de dag erop maar 200 km hoeven te rijden. Zoals overal is er een openbare speeltuin met gratis gas BBQ en wc’s Alles is altijd goed onderhouden en schoon. De mannen kunnen zich dus heerlijk in de speeltuin uitleven en wij genieten van koffie en koek. Tussendoor komen er veel vrachtwagens geladen met schapen langs. De dierenbescherming in Nederland zou dit niet moeten zien. 4 Verdiepingen met schapen die echt op een kluitje zitten samengeperst (soms steekt er ergens een poot buiten boord). Ook als je in elk nationaal park de waarschuwingen voor gif ziet. Ooit heeft een kolonist een paar konijnen meegenomen voor de gezelligheid en voor de jacht. Alleen zijn er geen natuurlijke vijanden en in een mum van tijd ontstond er onzettende konijnenplaag. Het plaatsen van honderden kilometers lange hekken en het invoeren van mixomatose werkten altijd maar even. En dus heeft iemand ooit een paar vossen uitgezet. Om een lang verhaal kort te maken, je raadt het al….. De vos heeft geen natuurlijk vijanden en verstoord nu het even wicht zelf ook. Nu leggen ze dus in heel veel nationale parken giftig vlees weg tegen de vossen.

We zitten zo ontspannen dat we ook maar even de pasta van gisteren opwarmen en bij de speeltuin warm eten.

100 km verderop in Williams proberen we weer een farmstay te regelen bij opnieuw een Tourist Information. Echt elk gehucht heeft zo’n T.I.. Ook hier is niet zoveel mogelijk en de farmstays die er zijn blijken gewoon huisjes in “the middle of nowhere”, zonder een boerderij erbij. Omdat de lokale camping langs de Highway ligt, verwijst de dame van de T.I. ons door naar een wild camping in Congelin. Zo’n 25km verderop, maar wel een aantal km over gravel wegen. En dat mogen we nou net niet met de camper! Toch maar besloten om eens burgerlijk ongehoorzaam te worden. Dat bleek maar weer eens een goede keus. Op een terrein waar ooit treinen reden (in de tijd van stoomtreinen) ligt nu een wildcamping. We zijn de enigen en moeten het stageld in een envelop doen en later op de post doen. Er is zoveel vertrouwen in Australië en blijkbaar gaat dat ook vaak goed. Er is dus geen stroom, geen water, geen mens, maar wel weer een gratis camping BBQ en keuken……

Zij ik dat we alleen waren? Dat klopt natuurlijk niet!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

In Australië ben je altijd samen met vliegen, heel veel vliegen. Onze vliegennetten komen weer erg goed van pas. Elk moment dat we buiten zijn, hebben we ze op. Het is even wennen om je net te moeten optillen om iets te eten of te drinken, maar het genot van geen vliegen in je neus, mond, oor etc. is niet te versmaden. We eten maar lekker binnen en steken daarna een klein kampvuur aan. Als het net donker is en de kinderen op bed liggen, zitten wij nog lekker buiten. Je hoort dan natuurlijk van alles, maar er is natuurlijk niets. Dat denkt die Possum ook die even gezellig bij ons komt kijken. Een beestje van niets, maar je schrikt je helemaal suf, als je plotseling een schim bij je vuur ziet verschijnen. Meneer de Possum vond het blijkbaar erg gezellig bij ons, want een half uur later kwam hij (of zijn broer natuurlijk) weer gezellig keuvelen.

Donderdag 8 november

De laatste reisdag. We hebben de keus tussen linksaf terug naar Williams en dan verder naar Perth, of rechtsaf en 30km korter rijden. Hoewel de kaart onverharde weg zegt, is de weg verhard. Kortom we gaan rechtsaf. Het verharde houdt natuurlijk na 20 km op en we moeten de laatste 10 km onverhard rijden. Maar goed dat wij en Apollo dat niet wisten. We hebben met de heren afgesproken dat we een verrassing hebben als we in Perth aankomen. Dit mits ze zich gedragen tijdens het rijden. Vooral Jesper heeft de laatste paar dagen flink zitten zeuren tijdens delen van het rijden. Elke dag is hij een half uur tot 45 minuten niet te entertainen en is hij erg dwars. Dit keer werkt het goed en als we om 13:00 in Perth aankomen, gaan we naar het CavershamWildlife park. Een dierentuin met alleen maar Australische dieren die je kunt aaien en eten geven. De dieren in het wild zien is natuurlijk veel leuker, maar Jesper en Sten genieten er echt van. Het aaien van Koala’s en een Wombat en het eten geven van Kangoeroe’s en Wallabies is een groot succes. Zo groot dat zelfs Jesper het niet ‘een beetje eng’ vind en aan het eind vraagt of hij een kangoeroe een kus mag geven. Op Carine’s vraag hoe hij dat dan wilde doen kwam het fantastische antwoord: ”met mijn lippen”. Aan het eind van de middag mochten ze ook nog brood aan de konijnen, cavia’s, geiten, lama en ezel geven. Ook weer een groot succes. Hoewel, de ezel moet natuurlijk niet gaan balken …. Phoe, wat waren de heren in paniek. Dit bezoek was een groot succes. We aren amper van de parkeer plaats af, of ze sliepen allebei.

We reden door naar het Karrinyup Waters Resort. Een Top Tourist camping in Perth en volgens mij de enige camping die niet bij het vliegveld ligt. Ze hebben gelukkig nog 1 plekje voor ons! Dit is voor het eerst dat ze niet zeggen: “kies maar wat uit”. Ook deze camping heeft weer betonnen platen liggen waar je je camper en je tafel en stoelen zet. We hebben we erg leuke plek. Aan de vijver met eenden en zwarte zwanen en naast de speeltuin. Carine en ik zijn zo langzamerhand erg goed op elkaar ingespeeld en op haar aanwijzingen, parkeer ik de camper achteruit in! Nadat de pizza is bezorgd en opgegeten, douchen we en gaan we verzinnen wat we de laatste 2 dagen in Perth en Freemantle gaan doen.

Vrijdag 9 november

Na het ontbijt dat we eindelijk weer eens buiten kunnen eten, gaan we boodschappen doen. Ik heb de afgelopen dagen regelmatig geprobeerd de spiegel van de camera schoon te maken en het gevolg is dat de sensor nu erg smerig is. Op alle foto’s met blauwe luchten (en dat zijn er heel veel) zitten nu vlekken. Via een elektronica zaak krijgen we het adres van een camera speciaal zaak Als we de camera snel brengen willen ze hem vandaag nog wel schoonmaken. We rijden van de ene buitenwijk naar de andere (Morley) en leveren de camera in. Gelukkig kunnen we daar alsnog de trein naar de stad pakken. In de stad eten we even een broodje en boeken we een rondrit met een dubbeldekker door de stad. Wat doen we toch andere dingen op vakantie nu we met kinderen zijn. Normaal zouden we lekker op sjouw zijn gegaan, maar nu lukt dat niet. We bekijken zo in 2 uur de stad en komen daarbij ook door Kings park. Dit is het beroemdste park van Perth en wat een rust. Je kunt zien dat ze ruimte hebben in Australië, want het ligt op een heel groot gebied aan de rand van het zakencentrum. Je zou zeggen de duurste vierkant meters van de stad.

We besluiten snel terug te gaan naar de camping. Voor 17:00 moeten we de camera hebben gehaald, maar we willen graag weer om 19:00 in de stad zijn. Vanavond wordt de kerstman binnengehaald en steekt hij samen met de burgemeester (Lord Mayor) de lampjes van de kerstboom aan. Bij het camerabedrijf aangekomen, blijkt maar weer dat je echt ervaring moet krijgen met het rijden met zo’n camper. Het is ondertussen vrijdag avond en iedereen gaat nog even boodschappen doen. Het vinden van 2 parkeerplaatsen voor onze camper is dan ook niet makkelijk. Maar, met de berm erbij krijgen we hem zo langzamerhand overal geparkeerd. Alles gaat verder goed; we halen de camera, rijden snel naar de camping, we draaien een was, koken en zijn om 18:00 klaar met eten en weer op weg.

De binnenstad is al flink volgelopen en op een balustrade hebben we een leuk beeld over het feest. Net zoals rondom Sinterklaas wordt dit ook aardig aangekleed. De arrenslee is kapot, maar een motorrijder wil Santa wel even langsbrengen. Na wat dansgroepjes en 2 telefoontjes met Santa, horen we inderdaad motorgeluiden en rijdt Santa het terrein op. Sten, maar vooral Jesper zitten helemaal in het feest. Jesper klapt als iedereen klapt en zwaait naar Santa. Nadat Santa zijn leren jas heeft uitgedaan, houdt de burgemeester een speech (waarnaar niemand luistert). Samen jutten ze alle kinderen op om hard af te tellen en op 1 drukken ze de lampjes aan. Maar natuurlijk is er niet hard genoeg geroepen en doen de lampjes het niet. Alles opnieuw en nu gaat alles goed. Als Santa bij zijn, nieuwe slee, is aangekomen en instapt, blijft Jesper naast mij maar zwaaien en roepen: “Bye Santa”.

Op de terugweg in de trein is hij nog steeds vol ervan en als we het over kaartjes schrijven hebben, wil hij er een naar Santa sturen. Wat hij dan op het kaartje wil schrijven? “honderdtwintigvijftig!” Waar haalt hij het toch vandaan. Ook is hij helemaal vol van “ Doors closing” wat je op elk station hoort.


Zaterdag
Na een lekker ontbijt en nog een was, gaan we op weg naar Fremantle. Ik probeer nog even wat de internetten, maar alleen direct onder de router hebben echt bereik en dat is niet makkelijk mailen. We moeten een uur met de trein en om 12:00 stappen we uit. Het is een leuk plaatsje en het laatste stuk met de trein rijden we langs de oceaan. Er is een zeilwedstrijd aan de gang. Na 3 weken reizen, raak je het besef voor de dagen kwijt. Pas bij het zien van de wedstrijd, realiseren we ons dat het zaterdag is. Ook hier gaan we even een broodje eten en stappen we op de toeristische tram. Een erg leuke gids vertelt wat achtergronden en we zien zo weer snel de stad. Vooral de oude havens, die 20 jaar geleden zijn opgeknapt toen Australië daar de America’s Cup verdedigde, zien er erg leuk uit. We komen er steeds meer achter dan 3 weken voor deze regio (West Australië) veel en veel te weinig is. De afstanden zijn groot en er is zoveel leuks en moois te zien. Ook 1 dag voor Perth en 1 dag voor Fremantle is echt onvoldoende.

Na de tram tour vinden we eindelijk de crocs voor Sten en gaan we met een cruise/ferry terug naar Perth. In de rij voor de boot zien we de mensen uit leiden weer. De vorige keer in Kalbarri honderden kilometers naar het Noorden. In 1,5 uur tijd waren we terug over de Swann River. Ongelofelijk wat een mooi gebied. Tussen diverse zeilwedstrijden door, doemt de skyline van Perth weer op en veel te snel moeten we alweer van boord. Hoewel we zo langzamerhand eigenlijk wel moe zijn, lopen we terug naar het station en pakken daar de trein weer naar de camping.

We zijn op tijd terug want we willen namelijk de laatste avond in West Australië barbecueën. Bij de campingkeukenbarbecue is het echt druk. Hoewel er 4 BBQ platen zijn, is alles bezet. Er is een grote groep Aboriginees met begeleiders en verder heel veel weekendgasten. Kamperen tijdens de weekenden is echt een volkssport. Achter onze camper is ondertussen een vouwwagen weggezet. Bij het uitvouwen ontstaat een caravan met een puntdak! Heel apart. De ene na de andere harde schaal komt eruit en vormt een hard geheel.

Als ik met ons kleine beetje vlees aankom bij de BBQ, wordt er gelijk ruimte voor je gemaakt. Het braden is natuurlijk wel een mannen aangelegenheid. Tussen allemaal zwetende mannen met veel tatoeages, sta ik met een oud professioneel basketballer rustig het vlees te draaien. Ondertussen is Jesper voor de zoveelste keer naar de buren gegaan om de eendjes mee te voeren. De buurman (als 13 jarig jongetje uit Nederland vertrokken) en zijn Engelse vrouw vinden het erg leuk. Doet ze aan hun kleinkinderen denken. Zij zijn al 3 jaar door Australië aan het rondreizen en staan al 22 weken op deze camping.

Na het eten gaan we nog even alle ouders skypen. Erg leuk om zo via de webcam en computer contact te hebben. Jammer genoeg krijgen Bob en Elly (en oom Ward natuurlijk) ons niet in beeld, maar gelukkig horen we elkaar wel. Verder zijn wij nog tot heel laat de spullen weer aan het inpakken, want morgen moet de camper weer leeg en gaan we verder. Moe en met barstende hoofdpijn vallen we om 23:00 om van de slaap in een camper waar een bom in lijkt te zijn ontploft. Wat was er nou ook alweer leuk aan reizen?

Zondag 11 november.
De laatste dag in Australië. We hebben geregeld dat we niet om 10:00 hoeven uit te checken en kunnen daardoor nog redelijk ontspannen eten. Na het eten geeft de buurman zeer uitgebreid uitleg over wat we in Nieuw Zeeland moeten doen (tot 4 jaar geleden woonden zij in Nieuw Zeeland) en zijn vrouw is met onze jongens naar de speeltuin. Doordat de wind na weken Noord te zijn geweest, naar het Oosten is gedraaid, is het nu warm. De temperatuur is hierdoor zowel ’s nachts als overdag zomaar 10 graden omhoog gegaan en vandaag voorspellen ze 36 graden. In alle rust ben ik al zwetend om 09:30 de laatste spullen aan het inpakken en afwassen. Al het eten dat we over hebben, gaat naar de buren, maar de hapjespan die we van de Duitsers in Yanchep hebben gekregen), wordt toch maar ingepakt. Toch handig zo’n goede pan.

Om 11:30 vetrekken we dan. We besluiten nog even naar Het Kings park te rijden, om ontspannen de laatste uren door te brengen. Daar hebben we veel bekijks met onze camper tussen alle lokalen die daar lekker aan het lunchen zijn. Jesper en Sten zijn op weg daar naartoe al in slaap gevallen en Carine en ik zitten heerlijk in de schaduw van een boom over de baai uit te kijken. Als de jongens wakker zijn, eten we daar het laatste fruit en brood op. Jesper heeft zo langzamerhand het Engels echt te pakken. Elke auto die van de parkeerplaats wegrijdt wordt uitgezwaaid met heel veel bye bye’s. Je begint je bijna te schamen. Uiteindelijk rijden we om 14:00 richting Apollo.

Als we tussen 3 en 4 dan echt de camper leeg maken en opleveren, is dat wel vreemd. We hebben (maar) 3 weken in dat bakbeest gezeten, maar het is toch al een stukje thuis. Speelt natuurlijk mee dat we al een hoofdstuk van de reis afsluiten. Het slaat helemaal nergens op omdat we nog 10 weken voor de boeg hebben, maar het voelt als wat afsluiten. Het nieuwe koelelement dat we voor Jesper’s medicijn hebben gekocht blijkt niet te passen. Met elastiekjes houden we de thermobeker een beetje dicht. We hadden dat element echt even moeten passen, voordat we het nodig hadden. Straks toch maar weer wat ijs regelen. In de hitte (inderdaad 36 graden), worden we door een taxi opgehaald en zijn we binnen een mum van tijd op het vliegveld.

Schrik: wat een rij bij binnenkomst. Wij verwende reizigers rekenen natuurlijk al wel op een voorkeursbehandeling met 2 kleine kinderen. Nou die krijgen we ook. Gelukkig was de lange rij voor Thai Airways en is de kortere voor Air New Zealand. Daar hield al het voordeel gelijk op. We hebben e-tickets (elektronische tickets), maar hadden deze wel zelf moeten printen (en dat hadden we natuurlijk niet gedaan). Na wat heen en weer zoeken, bleek dat toch niet nodig, maar waar was ons ticket om Tonga weer uit te gaan? Op aangeven dat het hetzelfde tickets was, heb ik de laptop maar weer eens opgestart. Toen bleek de dame niet te weten hoe ze met kinderen in een paspoort van de ouders om moest gaan. Al met hebben wij een uur aan de incheckcounter gestaan en kregen we uiteindelijk onze boarding passen. Nog een klein puntje: We vliegen via Auckland en de boardingpassen voor Tonga moesten we eigenlijk in Auckland bij de transit balie regelen. Maar ja, we hebben maar 1,5 uur overstap tijd! Uiteindelijk was de dame toch bereid ook al de boarding passen voor die vlucht te printen. We kunnen door de douane! Er is een geluk: Hoewel Sten geen eigen stoel had, hadden ze een stoel voor het hem vrijgehouden. En met het gangpad ertussen, konden we alle 4 naast elkaar zitten.

Wat schetst onze verbazing de tassen moeten open voor Jesper’s medicijn. Echt de eerste keer. Gelukkig zijn hier alle papieren voor in orde en mogen we snel door. Maar niet nadat Carine eruit is gepikt om te worden gefouilleerd. Zij heeft echt wat met politie, want wordt er erg vaak uitgehaald. Allemaal goed en wel we zijn ruim op tijd bij de gate, want ik moet nog een betere wereldstekker kopen en een 12 volts lader voor de laptop. Deze werkt namelijk toch niet (het enige dat ik in Nederland niet heb getest, omdat het immers op de laptop van het werk altijd heeft gewerkt!). In de stad konden we er een kopen voor $200,-, maar dat was een beetje te gortig. We verwachten op Tonga met de laptop te gaan navigeren. Helaas is de duty free erg klein en buiten de wereldstekker slagen we niet. Ik probeer nog even te internetten en voor de deur van een lounge, kan ik inderdaad meeliften op de gratis wireless router…… Gevolg is wel dat ik de boarding aankondigingen mis en we met koffies in de hand alsnog achter in de rij moeten aansluiten om te boarden. De vlucht vertrekt namelijk 45 minuten eerder dan wij dachten. Weer een les geleerd. Als je maanden van te voren boekt, controleer even of de vluchttijden niet zijn veranderd.

Om 18:50 stijgen we op. Ons eerste vliegtuig dat zonder vertraging vertrekt! West Australië zit erop. Een erg mooi en gevarieerd gebied, waarvoor 3 weken echt te kort is. Op naar Tonga!

Heb ik jullie al eens verteld over Tonga??????????????????????????????????????

woensdag 7 november 2007

Dol fijn en walvissen (1 tot en met 6 november)

Even wat meer uitleg over het dolfijncentrum: Het centrum is een bezoekerscentrum waar onderzoek wordt gedaan naar het hele hebben en houwen van dolfijnen. Er wordt bijgehouden hoeveel dolfijnen er in het gebied zitten (ongeveer 150), wanneer ze jongen, waar ze zich bevinden, maar ook hoe het met eventuele verwondingen gaat. Het wordt gerund door een fiks aantal vrijwilligers, veelal rondtrekkende backpakkers uit verschillende landen. Maar wij spreken ook een vrouw die op haar 3e met haar ouders is geëmigreerd naar Australië. Zij werkt hier 3 dagen per week. Ze vertelt ons veel terwijl wij geduldig staan te wachten tot er dolfijnen dichterbij zullen komen. Er is een interactiezone, waar je in het water kunt staan bij de dolfijnen (mits deze er zijn natuurlijk). Het is gewoon in de open baai, dus je moet net geluk hebben. De dolfijnen worden niet bewust gelokt, ze krijgen wel wat te eten als ze komen. De eerste keer 250gr. vis en daarna 100gr. (even voor de duidelijkheid: ze eten kilo’s op een dag!).

De eerste dag hebben we alleen dolfijnen in de verte gezien. De tweede dag hebben we braaf onze wekker gezet om op tijd aanwezig te kunnen zijn. Klokslag half 9 zijn wij (met 2 wakker gemaakte, dus mopperende, kinderen) paraat. Er is ’s ochtends om 7.20 een dolfijn met een jong geweest. Wij wachten, wachten en wachten. Raken ondertussen aan de praat met 2 Nederlanders waarvan de dochter naar Australië is geëmigreerd. Verbazend: hun dochter werkt hier in Perth bij de recherche, terwijl ze nog Nederlands staatsburger is…
Wij halen ondertussen maar even een kop koffie. De Nederlanders gaan een warme douche zoeken. Het koelt hier namelijk erg af ’s nachts, dus het duurt ook even voor het lekker warm is. En daarbij opgeteld de sterke wind, maakt het niet altijd aangenaam. We gaan nog even op het strand kijken en bedenken ons tot hoe laat we willen blijven wachten.


Gelukkig hoeven we niet al te lang te discussiëren (ik, Carine, wil pas weg als er een dolfijn is gespot, de mannen hebben het ondertussen wel gezien). Er komt een man aangerend dat hij heel dichtbij dolfijnen ziet. Grappig, wij hebben steeds naar rechts gekeken, bleken deze van links aan te komen… En jawel: in de interactiezone zwemt een dolfijn. Iets verderop zien we nog een paar vinnen. Snel de camera en de kinders bij elkaar geraapt, broek uit en het water in. Iedereen moet in een rij gaan staan, tot zijn middel in het water en iemand van het centrum gaat verder het water in om uitleg te geven. We hebben echt vreselijk veel mazzel: de dolfijnen volgen elkaar op en ze hebben allemaal een jong. We zien 3 volwassen dolfijnen met jong op soms nog geen meter afstand. Jesper en Sten vinden het allemaal wat eng. Het ging ook allemaal erg snel. Zo zit je lekker te spelen op het strand, zo word je het water in gesleurd. Maar Jesper krijgt de smaak snel te pakken en wijst de dolfijnen steeds weer aan. Sten heeft het moeilijker. Wij ook, want hij blijft huilen (hij wil ook in het water). Tegen de tijd dat we ons net goed ongemakkelijk beginnen te voelen, krijgt Sten een compliment van de ‘ranger’. Dolfijnen blijken erg goed te kunnen horen en geluidsgolven op te kunnen vangen. Het huilen van Sten maakt de dolfijnen dus nieuwsgierig. Daardoor blijven ze langer hangen. Ha: wij knijpen Sten nog wel een keertje extra! Inderdaad komen ze ook regelmatig op ons afgezwommen. INDRUKWEKKEND!

Na ongeveer een half uurtje houden de dolfijnen het voor gezien. Wij gaan het water uit en voelen dan pas hoe koud we zijn (het water was 16 graden). In de camper dus snel omgekleed en de kachel aan, terwijl we naar Cape Naturaliste rijden. We rijden door een mooi landschap en zijn nog vol van de dolfijnen. Jesper ook: “Eigenlijk horen dolfijnen hier niet. Ze horen in het dolfinarium”. Tja, leg dat maar eens uit! Via Busselton en Dunsborough gaan we naar de vuurtoren op Cape Naturaliste; De meest Zuidwestelijke kaap van Australië. Inderdaad zijn de Aussies erg goed in het voor elk punt wel het meest ……. Te bedenken. Bijvoorbeeld de oudste rode wijn, de grootste baai en dus de meest Zuidwestelijke kaap. Het is altijd interessant de camper ergens te parkeren. In winkelcentra is het lastig, maar bij bezienswaardigheden valt het reuze mee. Er zijn altijd bus parkeerplaatsen en daar krijgen we de camper wel in kwijt. We betalen de toegang en moeten met de tour mee naar de vuurtoren. Omdat Jesper wat langzamer loopt, mogen we wel al naar de vuurtoren toe. Daar hebben we lekker even de tijd voordat de rest van de groep komt. Terwijl we wat rondkijken, springt er vlak voor mij (Erwin) een kangoeroe uit de bossen. Dan mogen we naar binnen. Halverwege naar boven roept iemand dat ze walvissen ziet en inderdaad zie ik vinnen op zee zwaaien. Wow, dat vind ik zo gaaf!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Ik moet zo snel mogelijk naar boven en naar buiten in de hoop dat ik er meer zie. En jawel, daar zien we in de verte het spuiten van meerdere walvissen. Ik hoor niets meer van het vuurtorenverhaal en krijg later van Carine te horen dat ik de volgende keer wel even eerst mee mag kijken of de kinderen wel goed gaan (zij zat klem met Sten zijn rugdrager toen ik voorbij racete). Na 10 minuten gaan we weer naar beneden en hoop ik meer dan ook dat we tijdens de boottocht morgen echt walvissen van dichtbij zien.

Via een mooie andere baai rijden we door naar de camping in Yallinup. Volgens het reisverslag van die andere familie een fantastische camping. Met name het laatste stuk naar de camping toe is schitterend. Het lijkt alsof je zo de zee inrijdt. Wat een uitzicht! We krijgen er een leuk plaatsje en maken die avond kennis met een Amsterdams stel die voor de vijfde keer in Australië is en nu de westkant in 6 weken aan het doen zijn. De mevrouw (Anita) trakteert de jongens op kaakjes en vertelt dat ze morgen ook aan boord tijdens de walvis toch zullen zijn… Na het eten bekijken we de mooie zonsondergang aan de baai (Jesper: ‘ik vind het een beetje eng als de zon in de zee plonst’) en gaan de jongens naar bed. Op de foto wijzen de mannen ded zon aan. ;-) Dat is elke avond weer een crime. Vaak zijn ze rustig nog 1 uur aan het spoken daar voorin de camper. Op onze boot hebben we nooit een probleem, vreemd. Zij hebben de grootste lol, maar wij niet echt. Ook wordt het weer koud.

Dan wordt het 3 november. ’s Nachts steekt er een stevige wind op en ik zie de tocht al worden gecanceld. Zo is eerder een ballon tocht in Alice Springs niet doorgegaan en nu zul je zien dat deze boottocht niet doorgaat. We moeten vroeg op en Carine stelt voor dat ik alleen zal gaan als het te ruig voor de kinderen is. We overleggen met de schipper en volgens hem valt het allemaal wel mee. Hij blijft dicht onder de kust en zal sowieso het grootste deel van de tocht met de golven mee varen. Kortom we gaan aan boord! Het is heel vreemd om na 2 weken van de 3 maanden te spreken over een hoogtepunt maar deze tocht was een hoogtepunt met hoofdletters, onderstreept en heel veel uitroeptekens………..

We waren net ankerop, toen de voordekker de eerste walvis in de verte zag. Wij daarop af en gedurende de daarop volgende 2 uur hebben we bijna continu, zwaaiende, duikende, spuitende en springende bultrug walvissen gezien. Het is onduidelijk hoeveel walvissen we nu hebben gezien, maar in ieder geval wat het een moeder met haar kalf. Ongelofelijk wat indrukwekkend. De boot mag niet dichter dan 100 meter bij de walvis komen, maar wat als de walvis naar jou toe komt... Carine bleef eerst met de kinderen binnen en na een kwartier hebben we afgewisseld. Gelukkig vroeg Jesper bijna gelijk aan mij of hij ook naar buiten mag. Ze kregen beiden hun nieuwe zwemvest aan (hebben we eergisteren gekocht voor de zeiltocht op Tonga) en op naar buiten. Daar zaten we met z’n allen op het voordek en beide mannen gierden het uit wanneer we weer een golf in doken en wanneer we weer een walvis zagen. Zelfs nu ik dit 3 dagen later aan het schrijven ben, raak ik flink onder de indruk. Na 1,5 uur besloot de schipper terug te gaan. De golven waren namelijk flink hoog en er waren aardig wat mensen zeeziek. Op weg terug naar de ankerplaats, zaten wij binnen om het ergste buiswater te ontlopen. Op een gegeven moment werd het rustiger en ben ik met Jesper naar boven gegaan. Daar bleek de schipper een andere walvis aan het volgen te zijn en voordat ik Jesper goed had geïnstalleerd heeft die walvis op een paar meter afstand een gigantische sprong gemaakt. Carine heeft het allemaal wel gezien! Op de foto’s die wij later van Craig (uit Perth) kregen, zag je heel erg mooi waarom ons voordek nat was van die sprong!

Als laatste gingen we om 13:00 van boord en Jesper vond nu zelfs het kleine bootje niet meer zo heel eng. We reden bijna gelijk door naar de Bootleg brouwerij. Een bierbrouwerij in “the middle of nowhere”. Na ongeveer een half uur rijden reden we het terrein op en schrokken ons rot van de bussen en 10-tallen auto’s. Het bleek een restaurant verbonden aan een brouwerij te zijn, waar een bandje speelde, vrijgezellen feesten aan de gang waren en je boven door glas ook nog wel een blik kon werpen op de brouwerij (die natuurlijk stil stond). We hebben erg lekker gegeten, maar het was jammer dat het een zo grootschalig iets was. Ik had meer op een kleine brouwerij gehoopt.

Daarna weer een half uur door naar de Mad Fish Wine Cellar Door. Heel veel wijn bedrijven hebben een Cellar Door (verkoop ruimte op het terrein), waar je kunt proeven en kopen. Mad Fish hadden we via via gehoord en het bleek “alleen” maar het restant merk van Thompson te zijn. Stel je ongeveer dit voor: Je rijdt van de openbare weg het terrein op en ziet dan een bord dat je 1 km verder de cellar zult vinden. Vervolgens rijd je dus inderdaad 1 km lang tussen de wijnvelden door en bent dan nog niet aan het eind. Wel bij de Cellar dan ;-). Ze hebben er een speelhoek voor de kinderen en wij hebben lekker wijn geproefd. Wel jammer dat er dan 1 moet rijden, maar we hebben lekkere rosé en 2 flessen rode wijn mee genomen.

Tenslotte door naar de camping in Graceton. Weer 20 minuten rijden en we zijn er. We staan vlak naast de speeltuin. Nadat we gespeeld, gegeten en gedouched hebben, gaan de kinderen snel naar bed. Gelukkig was deze dag voor hen ook enerverend en vallen ze snel in slaap. Wij bekijken snel de walvisfoto’s en -video en zitten nog tijden na te trillen van zo’n natuurwonder. Je vraagt je echt af, hoe mensen tegenwoordig nog walvissen kunnen afschieten.

Uiteindelijk liggen we zelf ook vroeg in bed en vallen bijna direct in een heerlijke slaap. WAT EEN DAG!

Zondag 4 november
We gaan op tijd weg om bij Graceton op een uitkijkpunt de camper te parkeren en te gaan ontbijten. Heerlijk rustig eten met zicht op een winderige baai, dit keer helaas zonder walvissen. Maar ja, bij elke breker denk je natuurlijk weer een mooie vis te zien. We besluiten het inderdaad een dag rustig aan te doen. In Margaret River gaan we even naar het Tourist Information Centre omdat we nog erg graag een farmstay doen. Je kunt bij een aantal boerderijen overnachten en dar dan kijken hoe het allemaal in z’n werk gaat. Er blijken er hier alleen eigenlijk geen in de buurt te zijn en je kunt er waarschijnlijk ook niet in je camper overnachten.

We doen snel boodschappen en rijden door naar Hamlin Bay. De regio is echt alleen maar wijnvelden en grote rechte bomen. De Karri bomen beginnen hier al. Bomen die 10-tallen meters hoog zijn en kaars en kaars recht. Soms rijd je over een heuvel waardoor je pas echt een gevoel voor de grootte van het gebied krijgt. Als je dan plotseling weer uit het bos komt, zie je de volgende fantastische blauwe baai: witte stranden en blauw-groen-turkoois water. In Hamlin bay aangekomen beklimmen we het duin en komen op een bijna verlaten strand. Heerlijk een uurtje luieren en zwemmen. Nou ja, zwemmen. Ik ben er even in geweest, maar vond 15 graden toch een beetje te koud om lang te zwemmen. Op het strand brand je weg, maar het water is nog echt koud.
Uiteindelijk rijden we door naar Augusta. Hier bekijken we de vuurtoren van Kaap Leeuwin. Deze kaap is een van de 3 beroemdste kapen van de wereld. Best apart dat ze alle 3 (Kaap Hoorn, Kaap de Goede Hoop en deze Kaap Leeuwin) Nederlandse namen hebben. Deze kaap is vernoemd naar een van de eerste schepen (de Leeuwin) die de kaap beschreven heeft, na hem te hebben gerond. Weer een mooie kaap en een mooie vuurtoren. We besluiten hem niet te beklimmen.

Dan maar op weg naar de camping. Ongeveer 16 km buiten Augusta ligt Molloy Caravan Park aan de Black Water River bij het Molloy Island. We hebben al zoveel mooie strand/zee campings gehad dat we maar even doorrijden om een keer aan een rivier te staan. Op het moment dat we ons realiseren dat we echt in het buitengebied terecht komen en waarschijnlijk wel kangoeroes zullen zien, moeten we op de rem voor 2 kangoeroes die naast de weg staan. Ze steken keurig voor ons de weg over en kijken ons nog even na.

We worden ontvangen door de camping baas met z’n hele armen vol met tatoeages. Waar zijn we nu weer terecht gekomen. Hij blijkt alleen ontzettend aardig. “Zoek maar een plekje aan de rivierkant; maar hoe verder je naar rechts gaat hoe meer muggen. Vanavond hebben we zeker kangoeroes en heel veel parrots. Als je morgen vroeg aan de rivier zit is de kans groot dat je dolfijnen ziet….”. Tja, zo’n ontvangst… We staan nog niet of we zien de eerste kangoeroes, waarvan een met Joey. Zo heet z’n jong, waarvan we z’n koppie uit de buidel zien steken. Jesper begint aardig lef te krijgen en wil de ‘babykangoeroe graag aaien. Daar hebben we hem toch maar vanaf gebracht. Het hele veld ligt bezaaid met kangoeroe drollen, kortom er konden er wel eens veel zitten. Verder zitten er veel gekleurde parrots (een soort papegaaien in mooie kleuren) en andere fel gekleurde vogels en je struikelt over eenden met kuikens. Jawel: eindelijk ook een camping waar we vuur mogen stoken. Zodra we ons hebben ingekwartierd, komt de campingbaas weer langs. “Waarom we op een al gebruikte site staan?” De plekken zijn hier zo groot, dat we inderdaad niet in de gaten hadden bij een ander op het veld te staan. Geen probleem, want de baas gaat wel even overleggen of het een probleem is als we blijven staan. We besluiten toch maar naar de site ernaast te gaan, want anders kunnen we niet bij de stroom.

De camping baas blijkt een Kiwi die net 9 maanden in Australië zit. Ze konden een camping overnemen en met hun kinderen runnen ze nu deze camping. Hun jongste is 3 weken oud en de moeder loopt ondertussen al weer gewoon rond. Het was al haar 3e keizersnee en ja, ze moet mee aanpakken, dus ……!

We eten kangoeroesteak met broccoli . Om het voor Jesper en Sten even wat makkelijker te maken krijgen zij een potje, die we niet opnieuw door de douane willen brengen. Maar ja; hoe durven wij te denken dat zij geen steak eten. Beide heren eten zeer fanatiek mee van onze steak, met op de achtergrond nog steeds de 2 kangoeroes die lekker aan het grazen zijn… Na het eten
steken we het vuur aan en spuiten voor het eerst muggenspul op. Rond het kampvuur en met een heerlijke bak koffie, springt inderdaad de ene na de andere kangoeroe langs. Uiteindelijk zitten er 6 om ons heen en begint Jesper het toch weer eng te vinden. Op de achtergrond roepen diverse kookaburra’s en we wanen ons weer echt in Australië. Nadat de kinderen op bed liggen en wij een fles wijn van Mad Fish hebben open getrokken genieten we nog uren lang van de, steeds dichter bij komende, kangoeroes. We moeten ’s nachts bijna voor ze aan de kant als we naar de wc moeten.

Maandag 5 november:
We hebben voor vandaag vroeg de wekker gezet, want we hopen de dolfijnen te kunnen zien. Op ons tenen sluipen we de camper uit, zodat de jongens door kunnen slapen. Het lukt! We maken snel een bak koffie en met ons lange broek, trui en jas gaan we aan de rivier zitten. Het is schitterend: heel langzaam trekt alle dauw op. Verder is alles rustig. Ook geen dolfijnen, dat was wat jammer.

En dan opeens… heel erg in de verte zien we wat uit het water springen en wat water golven. Met camera (zoomlens) en verrekijker spotten we inderdaad een dolfijn. Terwijl we nog wat aan het mopperen zijn over het feit dat ie wel erg ver weg blijft, komt er een pelikaan aangevlogen. Die blijft vlak voor ons wat in het water rondhangen. Dan is het gedaan met onze rust. Via de babyfoon horen we Sten huilen. We halen hem er dus maar bij, wat hij natuurlijk best gezellig vindt. Dan zien we in de verte nog een dolfijn. We zijn druk bezig om hem binnen het bereik van de camera te krijgen als we ongeveer een meter van ons een plons horen en een dolfijn uit het water omhoog zien komen. Wow!!!!

We verbazen ons over het feit dat Jesper zo lang uitslaapt. Als we maar eens zachtjes de camper insneaken om wat te pakken horen we: “waar zijn jullie allemaal?” Oeps, hij was dus toch al wakker, maar lag rustig te wachten en wat te spelen. We maken een ontbijtje. Om de jongens nog wat bezig te houden geven we ze wat brood om aan de eenden te geven. Er komen ook gelijk parrots aangevlogen, die zelfs uit je hand eten. De eigenaar ziet ons bezig en brengt ons wat vogelzaad. Goede zet: Terwijl Jesper de vogels uit zijn hand laat eten (jawel, je leest het goed, en hij vindt het niet eng!) rent Sten de vogels achterna om hen eten te geven. Helaas voor hem vliegen ze dan weer weg. We doen wat zaad in zijn hand, maar zodra er een vogel komt, begint hij enthousiast te roepen en knijpt hij zijn hand dicht… Leg dan maar eens uit dat je zo de vogels afschrikt. Uiteindelijk lukt het ons om Sten een beetje tegen te houden, zodat ook hij de vogels voeren kan.

We pakken onze spullen. We hadden graag nog een dag op deze camping blijven staan, maar dan gaan we in tijdnood komen. Jammer! We rijden naar Pemberton om daar de Gloucester Tree te bekijken en te beklimmen. Eén van werelds hoogste, te beklimmen bomen van meer dan 60 meter. De hele omgeving staat vol met dit soort gigantisch hoge bomen (Karri bomen). Ik (Carine) voel me plots toch wel erg klein met onze ‘joekel van een camper’. Daarnaast zien we ook aardige gebieden met allemaal nieuwe aanplant. Waarschijnlijk is hier in het verleden flink gekapt.

We parkeren de camper, nemen wat brood mee en picknicken in het bos onder de Gloucester Tree (de parrots eten bijna het beleg van je brood). Ondertussen kijken we naar de mensen die eruit komen. 60 Meter is toch wel erg hoog! Na mijn broodje ben ik de eerste die de boom mag beklimmen. Met metalen pinnen is er rondom de boom een soort van trap gemaakt. Helemaal bovenin is een platform. Het ziet er van onderaf eenvoudig uit, maar het is toch wel stijl…smal…ver…draaierig en vooral ook: hoog! Na wat keren slikken ben ik boven. Phoe, wat een uitzicht. Daar word je wel even stil van (degene na mij juist niet, die sloeg wat Tarzankreten). Erwin gaat na mij nog naar boven. En ook Jesper klimt wel 5 treden. Hij had graag helemaal naar boven gegaan, maar ja dat vonden wij toch wat te veel van het goede!

We rijden nog 65 km door naar het Shannon National Park. Het is een natuurcamping midden in het bos. Er zijn wel beheerders aanwezig. Dit zijn vrijwilligers die een paar maanden op de camping staan. Dan moet je echt van rust houden. De vrijwilliger meldt nog specifiek dat er warm water is. Het is een camping in het bos zonder stroom of wat dan ook. De boiler (die er dus wel is) wordt dan ook met hout gestookt. Op onze campingplek hebben we een stookpot en er ligt een hele berg hout, hoogste tijd voor een vuurtje dus! We hopen gelijk dat de rook de vliegen weg zal houden. Er zitten er 100den. Hun favoriete plekken zijn Sten zijn oog en mond. Hij heeft er daar continue wel één zitten. De rook helpt een beetje, maar dan moet je er wel midden in gaan zitten. We besluiten de pannenkoeken dan maar in de camper te eten. Bij het kopen van het pannenkoekenmeel hadden we keus uit een heel schap vol. Iedere smaak was wel te krijgen, maar gewoon een meergranenpannenkoek was ver te zoeken. Ik heb uiteindelijk een pak gevonden dat leek op iets met volkoren. Maar net als alles hier was ook dit erg zoet. Niet zo vreemd dat hier zoveel dikke mensen zijn (het is schijnbaar echt een probleem hier: sport is leuk voor een klein aantal mensen, toeschouwers zijn er genoeg!).

’s Avonds begint het te regenen, dus moeten we binnen gaan zitten. Mooi wat tijd voor het verslag. Helaas blijkt de 12 volts voeding van de laptop niet te werken. Dit is een van de weinige dingen die we thuis niet hebben getest omdat het op de boot met de andere laptop altijd al werkt. Kortom na 2,5 uur is de laptop bijna leeg en kunnen we niet verder.

’s Nachts worden Erwin en Jesper nog wakker van een Kookabura die erg veel lawaai maakt. Ook de volgende ochtend worden we erdoor gewekt. We horen Jesper al tegen Sten zeggen: ‘Luister Sten, een Kookabura’. Hij begint zich al goed thuis te voelen hier! Na het ontbijt en de koffie (het zit er zo gaaf, zo lekker in het bos), rijden we in de richting het zuidoosten. We willen in ieder geval graag de ‘Valley of the Giants’ zien. Een vallei met Karri, Jarrah en Marri bomen. Zegt zo misschien niet zoveel, maar dat zijn allemaal van die hoge bomen, zoals we gisteren ook al hebben gezien. In Walpole gaan we even langs het Visitor Information Centre en we doen in een supermarkt onze beste koop van de reis (tot nu toe dan): vliegennetten voor om je hoofd! Dat scheelt wat vliegen wegslikken. Als we daar in de winkel staan begint het te regenen. We rennen nog snel naar de bakker, maar als we daar aankomen regent het niet meer, het stort-hagelt. Het komt echt met bakken uit de hemel vallen. De bakker heeft een golfplatendak, dus het is een geweld van jewelste. Terwijl het personeel foto’s maken (het komt dus niet vaak voor), begint het her en der wat binnen te stromen. Gelijk worden de borden: ‘caution: wet floor’ uit de kast gehaald. Wij wachten de bui rustig af en zitten op een gegeven moment zelfs tussen de emmers, omdat het dak op twee plaatsen begint te lekken. De mensen blijven verder zoveel mogelijk volgen van de Melbourne cup. Dit is een jaarlijkse paarden race, dat in Australie erg veel toeschouwers en gokkers trekt. Nadat het een beetje droger wordt, rijden we verder naar de Tree Top Walk. Dit is een wandeling over een hangbrug door de toppen van de bomen (40 meter hoog). Hoewel het erg toeristisch is, is het zeker de moeite waard. We zijn erg blij met onze nieuwe aankoop, hoewel we wel het gevoel hebben vreselijk voor gek te lopen. Maar we hebben geen last meer van vliegen. Daarna lopen we nog door het park, waarbij je zelfs dóór sommige bomen kunt lopen, zo groot zijn ze. In de loop van de jaren holt de onderkant uit door insecten, het weer en branden. Toch groeit de boom verder door, de hoogte in.

De tijd begint wat te dringen, want door de regen hebben we een aardige poos moeten wachten. We rijden dus snel door richting Denmark, waar we in het William Bay National Park de Elephant Rocks nog bekijken. Dit zijn grote rotsblokken op het strand die zo grijs en glad zijn, dat het wel olifanten lijken. Weer een mooie kust. Het wordt bijna saai, maar je komt hier echt van het ene uiterste in het andere en elk volgend punt is ook weer ontzettend mooi. We lopen even tussen de rotsblokken (en de vliegen!) door. Mooi! Vervolgens rijden we snel richting een camping. Erwin heeft een Observatory Resort gevonden in Denmark, waar ze wireless zouden moeten hebben. Ja, ‘zouden moeten hebben’, want helaas de eigenaren staan stom verbaasd dat dat vermeld staat in de officiële accommodatie gids. Maar hij mag morgen met de laptop langskomen om even te internetten. We hebben de laatste dagen weinig verbinding gehad en we willen toch even het verslag bijwerken. Er zijn zoveel gave dingen te melden! We rijden dus het terrein op, op zoek naar ons plekje. Alle campingplaatsen hebben een eigen ‘badhok’ met toilet en douche! En een uitzicht… Je kijkt over de weilanden en aan de andere kant zie je de zee. We hopen nog wat zakgeld over te houden. En dan vindt Erwin een folder waarin staat dat een plek 30 dollar kost, dat is €18,- We hebben al wat keren duurder gestaan met minder faciliteiten! Nou, we zijn weer aardig bij met het verslag, dus ik ga de douche maar eens uitproberen.

Vluchtplan

Datum Traject Maatschappij Vluchtnummer Vertrektijd Aankomsttijd Terminal
18-okt Amsterdam - Kuala Lumpur Malaysia Airlines MH 17 12:00 06:05 (vrijdag)  
19-okt Kuala Lumpur - Tioman Berjaya Air J 8186 12:40 13:40  
22-okt Tioman - Kuala Lumpur Berjaya Air J 8187 16:00 17:00  
23-okt Kuala Lumpur - Perth Malaysia Airlines MH 25 9:40 15:00  
11-nov Perth - Auckland Air New Zealand NZ 176 19:25 5:45  
12-nov Auckland - Nuku'alofa Air New Zealand NZ 866 7:30 10:30  
12-nov Nuku'alofa - Vava' u Tonga Airlines PC 935 Y  12:30 13:30  
20-nov Vava'u - Nuku'alofa Tonga Airlines PC  938 Y   16:45 17:45  
21-nov Nuku'alofa - Auckland Air New Zealand NZ 865 11:30 14:30  
24-dec Christchurch - Auckland Air New Zealand NZ 514 9:40 11:00  
24-dec Auckland - Sydney Air New Zealand NZ 719 13:00 14:30  
17-jan Melbourne - Kuala Lumpur Malaysia Airlines MH 148 15:40 20:40  
18-jan Kuala Lumpur - Langkawi Air Asia AK 6302 10:20 11:20 LCC Terminal(MY)
20-jan Langkawi - Kuala Lumpur Air Asia AK 6307 17:35 18:35 LCC Terminal(MY)
20-jan Kuala Lumpur - Amsterdam Malaysia Airlines MH 16 23:45 05:55: (maandag)